Reeds enige maanden daalt de ster van George W. Bush gestaag, komen er barsten in het bolwerk dat Rumsfeld en co. hadden opgetrokken op basis van hun Project for a New American Century, wenden bondgenoten zich af. Beelden van ‘marginaal gedrag’ door Amerikaanse soldaten, dat echter steeds meer institutioneel lijkt te zijn, hebben de geloofwaardigheid van de democratiseringsmissie in Irak nog zwaarder aangetast dan de doorprikte leugens over de massavernietigingswapens. Van deze leugens heeft de wereld genoeg, en terwijl Bush zich zonder schroom tot de VN wendt om zijn puinhoop op te ruimen, klinkt nu ook kritiek vanuit het eigen Republikeinse kamp.
Na interviews op radio en televisie, toonde de ‘ex-voorzitter van de Republikeinen in België’ zich opnieuw uiterst kritisch tegenover zijn opperhoofd in Washington in een interview met La Libre Belgique (dinsdag 25 mei). Christian Defouloy vertegenwoordigde zijn partij jarenlang in België, en bleef zijn president en diens politiek trouw, tot hij zich bedrogen wist na de onthullingen van de laatste maanden. Resoluut roept hij nu op om te kiezen voor... John Kerry, de Democratische aartsrivaal van Bush voor de volgende presidentsverkiezingen. Defouloy beschouwt zich als een van die Republikeinen uit de traditie van Lincoln, die mee achter de afschaffing van de slavernij stond. Na het fiscale en ecologische wanbeleid plus de internationale blunders van Bush kiest Defouloy nu voor Kerry, omdat hij “een man van de diplomatie is.” De vervreemding van de rest van de wereld moet ophouden, volgens Defouloy, en Amerika moet opnieuw waarden uitdragen als “eerlijkheid, integriteit, verantwoordelijkheid”.
Het is op zijn minst merkwaardig dat een Republikein oproept te stemmen voor een kopstuk van een rivaliserende partij. Een scenario dat haast ondenkbaar is voor onze Europese democratieën. We zien een Republikein in actie die zich conservatief acht in de zin dat ‘het goede’ bewaard moet blijven, en die afstand neemt van de neo-conservatieven die het militair-industriële complex dienen. Een man die handelt vanuit een “herdefiniëring op basis van de eigen waarden”. Lincoln, de afschaffing van de slavernij...
Het zou mooi zijn mocht deze actie een signaal zijn voor een massale tegenbeweging, geleid door een Democratische kandidaat die al het goede van de grondleggers van de VS belichaamt. Die het progressieve Amerika met zijn invloedrijke denkers en cultuur vertegenwoordigt. Maar Kerry is helaas niet dat alternatief, noch de Democraten. De Standaard van 29 mei somt vier prioriteiten op van de Democraat die 40.000 extra soldaten naar Irak wil sturen. Naast andere middelen dan militair geweld wil hij opnieuw diplomatie en economische macht aanwenden, evenals de aantrekkingskracht van Amerikaanse waarden en ideeën om de onafhankelijkheid en veiligheid van de VS te waarborgen. De retoriek van deze nieuwe Messias is onbegrijpelijk triest: “We kunnen de zachte aanpak van deze regering niet voortzetten.” En dit gevolgd door dreigende taal aan het adres van Saoedi-Arabië. Er is amper sprake van een trendbreuk, en dit mag niet verbazen.
Noam Chomsky gaf hierover reeds een analyse ongeveer twintig jaar geleden, in de periode toen Reagan de contra’s steunde in hun terreur tegen de sandinisten in Nicaragua – een van de vele schandvlekken op het kleurige blazoen van de VS. In Over ideologie en macht stelt hij:
“Er bestaat geen politieke partij met haar basis onder de arbeiders en de armen die, tot op zekere hoogte, aan hun behoeften en belangen beantwoordt en zou werken aan beperkte hervormingen van het kapitalistische systeem, zoals de socialistische, arbeiders- of communistische partijen in Europa. De VS is in hoge mate een eenpartijenstelsel, waar de regerende partij twee delen heeft die over de controle van de regering twisten.”
Wat wil Defouloy dan aantonen met zijn keuze voor Kerry, naast zijn melancholie naar de vroege dagen van de Republikeinse Partij die de zwarten dezelfde rechten gaf als de blanken en de slavernij afschafte? Dit is geschiedenis van de 19e eeuw...
Voor deze geschiedenis maakte Bill Clinton miljoenen dollars vrij met de bouw van het Cincinnati Freedom Center. Dit centrum herbergt onder meer een museum voor de Underground Railroad, het clandestiene netwerk dat voor de Amerikaanse Burgeroorlog tienduizenden zwarte slaven van het zuiden naar het noorden smokkelde en hen zo de vrijheid gaf. Het Center wil deze heroïsche geschiedenis een plaats geven, maar schijnt het dan ook bij deze geschiedenis te houden. Want de Underground Railroad is geen dode geschiedenis, maar een praktijk voor vele gewone Amerikanen die in de ‘eenpartijstaat’ proberen te overleven. Tijdens de Vietnamoorlog weigerden vele gewone Amerikanen verscheept te worden om in Azië andere gewone mensen te gaan vermoorden, of vermoord te worden. En deze traditie wordt nu voortgezet door jonge Amerikanen die weigeren in Irak deel te nemen aan een oorlog die zij als onrechtvaardig beschouwen. Op het internet zijn de verhalen over jongens die naar Canada deserteren legio. Een patroon duikt steeds opnieuw op: een jongen wil gaan studeren, maar kan de duizenden dollars die daarvoor in het democratische Amerika nodig zijn niet ophoesten. Het leger biedt dan de enige oplossing aan deze jongeren. Vredesactivist Carl Rising-Moore ondersteunt deze jongeren die jaren celstraf riskeren – en in theorie zelfs de kogel – op hun vlucht naar Canada. Deze jongeren zijn immers ‘deserteurs’. Over deze springlevende Underground Railroad wordt met geen woord gerept op de website van het prestigieuze Freedom Center. Dit schijnt de geïncasseerde miljoenen van de overheid en van ondersteunende multinationals liever te weiden aan een afgesloten hoofdstuk van de geschiedenis.
Indien mensen als Defouloy werkelijk lessen zouden trekken uit het recente bedrog, zouden ze hun oor te luisteren moeten leggen bij mensen die vandaag geschiedenis schrijven. Want nieuw is het heus allemaal niet. Mensen als Noam Chomsky, en recenter ook Michael Moore, leggen geduldig het radarwerk achter het theater van het Witte Huis bloot voor ieder die het weten wil (hoewel ze koppig volharden in hun stemadvies voor de Democraten). De veelheid aan bronnen kan niet gemist worden. Politici die beweren met hun geweten in het reine te willen komen, zouden een einde moeten maken aan het feitelijke eenpartijenstelsel, en mee een partij opbouwen die de toenemende kritiek kan kanaliseren om echt een alternatief te bieden. De signalen vanuit de Amerikaanse bevolking worden langs alle mogelijke wegen gegeven: van de meest direct betrokkenen – de ‘deserterende’ rekruten – via de tienduizenden vredesactivisten en manifestanten tot geëngageerde intellectuelen en zelfs rocksterren. Helaas zullen noch Kerry, noch de meerderheid van de Democratische staatsmannen, de historische rol vervullen en de hoop inwilligen die tevergeefs op hen wordt gesteld. Want zij zijn duidelijk niet de spreekbuis van dat andere Amerika dat, samen met de onderdrukten in Irak en elders in de wereld, om verandering schreeuwt.
Voor onze mening over de zogenaamde keuze tussen Republikeinen en Democraten lees ook ons artikel Presidentsverkiezingen in de VS: over keuze gesproken.