Het Collecti.e.f 8 maart roept opnieuw op tot een nationale vrouwenstaking, op 8 maart. Ze willen protesteren tegen de structurele ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, die tijdens de pandemie nog maar eens aan de oppervlakte kwam. Ze roepen ook op om te staken tegen het vele geweld op vrouwen. Het klopt dat vrouwen en LGBTQ+ personen de grootste slachtoffers van het systeem zijn, maar ze zijn niet de enige. De strijd voor gelijkheid enkel door een genderbril bekijken is té kort door de bocht.
We willen in dit korte bestek wat algemeen gesproken “de vrouwenkwestie” genoemd wordt, nader bespreken. Vertrekkend van de feiten zullen we op zoek gaan naar de oorzaken van de ongelijkheid en onderdrukking. Op basis daarvan zullen we een aantal overgangseisen, voor de korte en middellange termijn naar voren schuiven.
De alomtegenwoordigheid van seksueel geweld
UNMENAMAIS (understanding the mechanisms, nature, magnitude and impact of sexual violence) is de eerste studie in België over grensoverschrijdend gedrag die representatief is voor alle genders en leeftijden. In 2021 werden 5000 respondenten ondervraagd over hun ervaringen.
64 procent van de personen tussen 16 en 69 jaar maakte seksueel grensoverschrijdend gedrag mee in het dagelijkse leven (4/5e van de meisjes en vrouwen, de helft van de jongens en mannen). De onderzoekers maakten hierbij een onderscheid tussen hands-off en hands-on seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Hands-off is seksueel gedrag zonder aanrakingen: 78 procent van de vrouwen en 41 procent van de mannen maakten dat mee; Hands-on is seksueel gedrag met aanrakingen: 42 procent van de vrouwen en 19 procent van de mannen maakten dat mee, bij 16 procent van de vrouwen en 5 procent van de mannen ging het zelfs over verkrachting.
Ook op het werk zijn we niet veilig: algemeen gesproken kreeg in 2021 7 procent van de werknemers te maken met grensoverschrijdend gedrag tijdens de werkuren.
De nieuwe golf van aanklachten in het academisch milieu heeft iedereen wakker geschud. Organisaties zoals universiteiten waar een sterke hiërarchische structuur heerst kennen meer machtsmisbruik. Iedereen heeft er boter op zijn/haar hoofd. Uit angst voor hun carrière en “de goede naam” van de instelling werden meldingen genegeerd of op de lange baan geschoven en slachtoffers jarenlang aan hun lot overgelaten! Spreken van schuldig verzuim is niet overdreven!
Bij het schoonmaakpersoneel is de situatie nog erger. De CSC (Franstalige christelijke vakbond) voerde in 2017 een enquête uit bij haar 51.000 vrouwelijke leden. Deze vrouwen waren tewerkgesteld bij de schoonmaak, dienstencheques en gezinszorg. Maar liefst 31,7 procent van de respondenten heeft te maken gehad met seksueel geweld op het werk, in verschillende vormen: verbaal (60 procent), ongewenste aanrakingen (37 procent) tot ernstig fysiek geweld (1,25 procent). Het is geen klein probleem, maar een wijdverbreid fenomeen. Door hun specifieke werksituatie zijn poetsvrouwen erg kwetsbaar. Ze werken in het privédomein van de klant, waar geen andere collega’s zijn of klanten, alle controle valt weg. De vakbond neemt dit probleem ernstig, ze organiseerden weerbaarheidscursussen, praktische opvang en kaartten het aan in de overlegcomités met de patroons.
Ondanks jaren van moedige strijd voor vrouwenrechten lijkt er weinig fundamenteel veranderd. Hoe komt het dat we nog steeds moeten vechten tegen seksueel geweld, tegen de objectivering van het vrouwenlichaam, tegen machtsmisbruik en voor het respecteren van het geven van toestemming?
Geen gerechtigheid onder het kapitalisme
Alhoewel de feiten alarmerend zijn, worden ze nog steeds gebagatelliseerd. Er wordt gezegd dat het toch niet ingewikkeld is: als je slachtoffer bent, doe dan aangifte bij de politie. Minder dan 10 procent van de slachtoffers doet aangifte en dat is niet zonder reden. Nog altijd wordt het gedrag van de persoon in kwestie in vraag gesteld: hoe was ze gekleed, had ze gedronken, hoe laat was het en waar is het gebeurd?
De kans tot veroordeling is ook klein (bij slechts 10 procent van de aangiftes komt het tot een veroordeling) en de agressor maakt in vele gevallen hiervan gebruik om het zwijgen van het slachtoffer af te dwingen. Vooral als hij rijk is, of een bekend persoon; is het voor hem eenvoudig om te dreigen met een proces wegens smaad: “Als je mijn reputatie aanvalt, dan zal ik je weten te vinden! Mijn advocaten zullen je afmaken.”
Het feit dat er momenteel massaal aangifte wordt gedaan op sociale media weerspiegelt het volkomen gerechtvaardigd wantrouwen tegen de bestaande staatsinstellingen. Het is ook geen toeval dat deze nieuwe golf van aanklachten komt op een moment dat er een massabeweging tegen racisme en politiegeweld is ontstaan. Zo’n beweging kan alleen vertrouwen geven aan andere lagen van jongeren, arbeiders en onderdrukten om andere verschrikkingen van onze samenleving, zoals seksueel geweld, aan de kaak te stellen.
De politie en de rechtbanken zijn er niet om de overgrote meerderheid van de bevolking, de arbeiders, te beschermen, laat staan de meest onderdrukte lagen, zoals de vrouwen, LGBTQ+ of om onze gemeenschappen minder gewelddadig te maken. De recente Black Live Matters beweging in de USA heeft dit goed aangetoond. De staat als geheel is een instrument van de heersende klasse om haar economische overheersing te bestendigen. Het is duidelijk waar de prioriteiten van onze regering ligt: politiebudgetten worden overal opgetrokken, terwijl organisaties die de meest kwetsbaren helpen, zoals slachtoffers van seksueel geweld, altijd in de onderste schuif liggen.
Kapitalisme en onderdrukking
De fundamentele vraag hier is: waarom komt seksuele agressie zoveel voor? De realiteit is dat het kapitalisme misbruik maakt van de onderdrukking van vrouwen en er belang bij heeft deze in stand te houden.
De voorbije 30 jaar was er in België een grote stijging van de vrouwelijke tewerkstelling. In 1986 lag dat nog op 52,6 procent, in 2016 was dat 75,3 procent. Bij mannen is dat 84 procent. Het type tewerkstelling varieert sterk volgens geslacht. De mannen vormen de meerderheid in de zware industrie, bouwnijverheid en vervoer. Bij informatie en communicatie zijn er 74,9 procent mannen tewerkgesteld. Vrouwen zijn voornamelijk actief in de sectoren gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening, onderwijs en handel. In de openbare sector zijn 57 procent van de werknemers vrouwen. 97 procent van de werknemers in de dienstenchequesector zijn vrouwen, bijna de helft heeft een migratieachtergrond. 9 op de 10 zorgkundigen zijn vrouwen, het aantal mannelijke verpleegkundigen blijft stagneren op 15 procent.
53 procent van de werkende vrouwen heeft een diploma hoger onderwijs, tegenover 41 procent van de werkende mannen. Desondanks was het bruto uurloon van vrouwen in 2017 gemiddeld 6 procent lager dan dat van mannen.
44 procent van de vrouwen werkt deeltijds, tegenover 10 procent van de mannen. Dat vrouwen niet vrijwillig voor deeltijds werk kiezen bewijst een studie van Statbel. Bij vrouwen zonder kinderen is het tewerkstellingspercentage dezelfde als bij de mannen. Heeft de vrouw één kind dan daalt het tot 76,5 procent, bij mannen stijgt het dan zelfs tot 88,7 procent. Bij drie kinderen is het tewerkstellingspercentage bij vrouwen nog 56,8 procent, bij mannen is dat 84 procent.
Vooroordelen en stereotypen van allerlei aard, naast vrouwonvriendelijke houdingen dienen bewust en onbewust om de huidige stand van zaken te verrechtvaardigen. Ideeën zoals “vrouwen zijn van nature moederlijk, verzorgend, attent… Dus is het niet nodig om verpleeghulpen, poetsvrouwen, opvoedsters, kinderverzorgsters, goed te betalen! Het kleineren van vrouwen is zeer nuttig voor de bazen, die hun personeel volgzaam en stil willen houden: “wees mooi en hou je mond!”
Alhoewel de werkloosheid in België slechts 5 procent bedraagt, zijn de goede jobs schaars. De vaste benoeming bij de overheid behoort definitief tot het verleden. Voorlopige contracten, flexijobs, deeltijds werk, dat alles zorgt ervoor dat werknemers met elkaar concurreren. De uitbuitingsgraad stijgt, wat velen doet afhaken: eind 2018 waren meer dan 400.000 werknemers langer dan één jaar arbeidsongeschikt. De bazen kunnen gemakkelijk arbeiders vervangen die niet efficiënt of gehoorzaam genoeg zijn. In deze competitie om de kruimels hebben sommige werknemers minder scrupules dan anderen en kan er een vergiftigd en verdeeld klimaat heersen op de werkvloer. Vrouwen zijn daarvan het eerste, gemakkelijke slachtoffer, intimidatie en seksueel geweld zijn gemakkelijke wapens. Bewust en onbewust moedigen de bazen dit klimaat van verdeeldheid aan. Want werknemers die bang zijn, zijn volgzaam. Een werkneemster zal niet om opslag vragen als ze bang is om alleen het kantoor van de patroon te betreden. Op die manier worden vrouwen gedwongen om in stilte geweld en intimidatie op het werk te ondergaan om de rekeningen te kunnen betalen.
Seksuele intimidatie maakt deel uit van de dynamiek van het kleineren van anderen. In tegenstelling tot wat men zou denken is seksueel verlangen niet de hoofdoorzaak van seksuele intimidatie. Verschillende studies tonen aan dat seksuele intimidatie van vrouwen op het werk eerder een manier is om “ze op hun plaats te zetten.”
Een studie gepubliceerd in de American Sociological Review wees er op dat seksuele intimidatie op de werkvloer toeneemt wanneer vrouwen erin slagen om hogerop te komen in de hiërarchie, vooral in de door mannen gedomineerde omgevingen. Volgens de studie kan seksuele intimidatie dienen om de macht van vrouwen die hiërarchisch hoger staan, te verkleinen, wat meer gemotiveerd is door controle en overheersing dan door seksueel verlangen.
Door verdeeldheid te zaaien bij de werkkrachten, draagt de onderdrukking van vrouwen en in het algemeen die van onderdrukte groepen zoals migranten, LGBTQ+ mensen bij aan het desorganiseren van werknemers en bijgevolg aan het versterken van de macht van de bazen. Geweld tussen collega’s ondermijnt de solidariteit en vermindert zo de mogelijkheid om een gemeenschappelijke strijd tegen de patroons te voeren. Bovendien, terwijl onderdrukking de vrouwen dwingt om lagere lonen te accepteren, creëert het neerwaartse druk op de lonen en arbeidsomstandigheden van alle werknemers. Dat is een uiterst effectief wapen voor de kapitalisten.
Wanneer er sprake is van intimidatie of agressie in bedrijven of binnen staatsinstellingen hebben bazen en politici er alle belang bij om alles onder de mat te vegen, om de schone schijn op te houden opdat de winsten en de carrières er niet zouden onder lijden. We kunnen geen vertrouwen hebben in kapitalistische bazen en regeringen om seksisme te stoppen en het werkklimaat te verbeteren.
Daarbij komt nog de diepe economische crisis waarin het systeem zich bevindt, ze zullen niets doen om het lot van de slachtoffers van seksueel geweld en de onderdrukten in het algemeen te verbeteren. Daar hebben we sinds het begin van de pandemie al een glimp van opgevangen. Toen huiselijk geweld met de lockdown een urgent probleem werd, kwam de extra hulp slechts met mondjesmaat.
Wanneer er sprake is van intimidatie of agressie in bedrijven of binnen staatsinstellingen hebben bazen en politici er alle belang bij om alles onder de mat te vegen, om de schone schijn op te houden opdat de winsten en de carrières er niet zouden onder lijden. We kunnen geen vertrouwen hebben in kapitalistische bazen en regeringen om seksisme te stoppen en het werkklimaat te verbeteren. Daarbij komt nog de diepe economische crisis waarin het systeem zich bevindt, ze zullen niets doen om het lot van de slachtoffers van seksueel geweld en de onderdrukten in het algemeen te verbeteren. Daar hebben we sinds het begin van de pandemie al een glimp van opgevangen. Toen huiselijk geweld met de lockdown een urgent probleem werd, kwam de extra hulp slechts met mondjesmaat.
De voortdurende strijd om werk en gezin te combineren
In de periode voor corona zag de weekdag van een gemiddeld gezin in België er als volgt uit: “voor dag en dauw uit de veren, de dagelijkse taken verdelen, de kinderen wassen, aankleden, eten geven, vlug naar de crèche en de school, beginnen aan de werkdag van 8 uur, een uur overtijd opnemen om boodschappen te doen, kinderen afhalen, eten maken, hoe was de schooldag? kinderen wassen, verhaaltje voorlezen, in bed stoppen, nog een wasje doen, ontbijt voor de volgende ochtend alvast klaarzetten, eventjes tijd voor elkaar maken en uitgeput voor het scherm ploffen” en dat zijn dan dagen waarin er niets verkeerd gaat!
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meesten “gebrek aan tijd” als hun grootste probleem zien. Het kerngezin staat permanent onder druk. Alles moet tegenwoordig 100 procent geslaagd zijn: carrière, kind, relatie. In de gehele geschiedenis van de mensheid is het gezin nooit een eiland geweest waarop kinderen alleen door hun ouders werden opgevoed. Het was ingebed in een groter geheel, de buurt, de familie, mensen die vertrouwd met elkaar omgingen en samen voor de kinderen zorgden. Vandaag valt de zorg voor de kinderen volledig op het individu.
De kwaliteit van de kinderopvang is jammer genoeg ondermaats. Het personeel is onderbetaald en overbevraagd. Er is slechts één personeelslid voorzien per 8 kinderen, vanaf 2 personeelsleden mogen ze zelf 9 baby’s per persoon opvangen! Er zijn steeds opvangplaatsen te kort, ouders zijn al blij dat ze een plaats bemachtigen.
Uitvindingen zoals smartphones, semafoons en laptops maken de permanente controle op de werknemer mogelijk, zelfs als er geen directie supervisie is. Het onderscheid tussen werk en vrije tijd vervaagt, wat veel stress en ongenoegen veroorzaakt.
Het kapitalisme herleidt alle sociale relaties, niet enkel deze tussen koppels tot koopwaar die op de “vrije markt” verhandeld kunnen worden. Mensen zijn nog nooit zo eenzaam geweest. Vooral tijdens de coronacrisis kwam dit tot uiting. Er zijn in België bijna 3 zelfdodingen per dag. De eerste doodsoorzaak bij mannen tussen 15 en 19 jaar en tussen 25 en 49 jaar is zelfdoding. Bij de diensten voor geestelijke gezondheid constateerde men in 2020 dat “hoe groter het probleem is, hoe langer de wachttijd”, in 2020 moesten méér dan 11.000 patiënten langer dan 4 maanden op hulp wachten. Het voorstel van de regering om een beperkte terugbetaling te voorzien voor private psychologische bijstand, is niet meer dan window-dressing. Ook daar zijn er maandenlange wachttijden.
De echtscheidingscijfers blijven stijgen. In 2019 waren onder de Belgische huishoudens 35 procent alleenstaanden en 10 procent alleenstaanden met kinderen, voornamelijk vrouwen. Bij de alleenstaande ouders heeft 20% een inkomen onder de armoedegrens.
Waar komt die onderdrukking vandaan?
Friedrich Engels poneert in zijn boek De oorsprong van het gezin, de privé-eigendom en de staat dat de onderdrukking van de vrouw een historisch product is van de opkomst van de klassensamenleving. De prehistorische arbeidsdeling tussen mannelijke “jagers” en vrouwelijke “verzamelaars” hield geen onderscheid in status of klasse in. Het gezin, zoals we dat nu kennen, bestond nog niet en kinderen werden gemeenschappelijk door de clan opgevoed. Pas wanneer de neolithische mensengemeenschappen zo’n tienduizend jaar geleden sedentair werden en aan landbouw en veeteelt deden, was de samenleving in staat een systematisch overschot te produceren. Dit surplus werd echter door een beperkte groep ingepalmd en zo ontstonden privébezit en de klassenmaatschappij – een onderscheid tussen een gedomineerde, werkende en een dominerende, bezittende klasse. Om haar eigendom, de basis van haar macht veilig te stellen, moesten de leden van de heersende klasse over rechtmatige erfgenamen beschikken. DNA-tests bestonden nog niet, de enige methode om dit te verzekeren was het dwingen van de vrouw tot monogamie. Via culturele, legale en religieuze instellingen en gebruiken, zoals het huwelijk, de familie, vrouwenbesnijdenis en isolatie van het sociale weefsel (bijvoorbeeld via de harem) werd de vrouwelijke seksualiteit aan banden gelegd. Patriarchale gebruiken en tradities zijn de strategieën van de dominante productie- en reproductiewijze, geen oorzaak op zichzelf van de vrouwenonderdrukking. De opkomst van de industriële revolutie en de veralgemening van loonarbeid atomiseerde het huishouden, aangezien de familieleden individueel buitenshuis arbeid begonnen te leveren. Zo werd het instituut van de familie in het Westen op basis van de noden van het kapitalisme met de nodige schokken geherstructureerd. Aan de ene kant schiep het kapitalisme de materiële voorwaarden voor een verdere emancipatie van de vrouw, aan de andere kant stimuleerde het haar verdere onderdrukking. De nieuwe productiemethodes die het kapitalisme ontwikkelde dienen echter vooral om het arbeidsritme op te drijven en de winsten die hieruit voortvloeien komen niet de gemeenschap ten goede, maar een kleine groep van aandeelhouders en speculanten. Het privébezit van de productiemiddelen (banken, bedrijven, gronden, patenten, enz.) vormt zo een rem op de ontwikkeling van de gehele mensheid. We kunnen die grotere productiviteit ook gebruiken om de arbeidsduur drastisch te verminderen: meer vrije tijd is een cruciale stap in de emancipatie van de vrouw en de arbeidersklasse in haar geheel.
Winsten kunnen herverdeeld worden via grootschalige investeringen in de sociale sector, voor de financiering van een efficiënt klimaatplan op mensenmaat, om de ellenlange wachtlijsten weg te werken… Deze democratische planning van de productie vergt een nationalisatie van de banken en grote bedrijven, onder werknemerscontrole. Dat zal niet vanzelf gebeuren, het systeem moet omvergeworpen worden door de georganiseerde arbeidersbeweging.
Onze overgangseisen
Als marxisten kiezen we resoluut de kant van de onderdrukten en vechten we tegen ongelijkheid, discriminatie en onrecht. Maar we doen dit altijd vanuit een klassenstandpunt. De natuurlijke bondgenoot van de vrouwen zijn de mannen uit de arbeidersklasse, niet de bourgeoisvrouwen. Ze klagen steeds over het “glazen plafond”, het enige wat ze willen is hun eigen klassenprivileges verdedigen, op gelijke voet staan met de mannelijke kapitalisten. Om samen de werknemers, man en vrouw, uit te buiten.
Strijden voor vrouwenemancipatie gaat samen met de ontvoogdingsstrijd als sociale klasse. De strijd tegen het patriarchaat gaat volgens ons hand in hand met de strijd tegen het kapitalisme.
We moeten de arbeidersorganisaties helpen om vanuit de dagelijkse arbeidersstrijd de brug te maken naar een socialistisch programma van revolutie. Overgangseisen zijn daar het geschikte instrument voor: vertrekkend van het huidige bewustzijn tot de conclusie komen dat de enige weg voorwaarts de verovering van de macht is door de arbeidersklasse.
Arbeid
- Gelijk loon voor gelijk werk.
- Volledige tewerkstelling: iedereen moet, rekening houdend met zijn/haar mogelijkheden de kans krijgen om zich nuttig te maken in de maatschappij.
- Een minimumloon van 1600 euro netto.
- Voor een 32-uren werkweek zonder loonverlies.
- Terugdraaien van de pensioenhervormingen: volledig pensioen op 60 jaar.
- Afschaffing van flexijobs en minderwaardige statuten.
- Meldpunten voor seksueel overschrijdend gedrag per werkplek, onder controle van de werknemers
Sociale zekerheid
- Organisatie op wijkniveau van kinderopvang, buurtrestaurants, wasserijen, aan kostprijs en onder controle van de bewoners.
- Massale investeringen in de gezondheidszorg, wegwerken van de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg.
- Terugschroeven van de privatisering van de ziekenhuizen en de rust- en verzorgingstehuizen.
- Een jaar betaald moederschapsverlof na de bevalling, voor beide ouders.
- Hervorming van het onderwijs: kleinere klassen, betere arbeidsomstandigheden voor de leerkrachten.
Strijd tegen seksueel geweld
- Het integreren van seksuele opvoeding in het leerplan, op alle onderwijsniveaus met de nadruk op het tegengaan van machistisch gedrag.
- Meldpunten op de hogescholen en universiteiten onder controle van de studenten en medewerkers.
- Opzetten van gemeentelijke zorgcentra voor opvang na seksueel geweld, zodat een aangifte bij de politie niet meer nodig is.
- Resoluut bannen van vrouwonvriendelijke advertenties.