Het Film Fest Gent had de eer en het genoegen de filmmaker Ken Loach als eregast te mogen begroeten op 18 oktober. en zijn laatste film The Old Oak in avant-première te vertonen. Ken Loach, de meest uitgesproken politiek linkse regisseur van Groot-Brittanië, won tweemaal de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes: in 2006 met The Wind that Shakes the Barley en in 2016 met I, Daniël Blake. Dit jaar was hij opnieuw geselecteerd voor de officiële competitie met zijn nieuwste film.
"Ik wilde hoopgevend eindigen"
The Old Oak is Ken Loach’s afscheid. Het wordt zijn laatste film. Het verhaal speelt zich af in een anoniem voormalig mijnstadje, jaren na de mijnsluitingen. De gehele regio is onderkomen, de winkels zijn dichtgetimmerd, de meeste mensen zijn werkloos. Het enige wat nog overeind bleef is de lokale pub, uitgebaat door een voormalige mijnwerker, T.J. Ballantyne. Totaal onverwachts en onaangekondigd, strijkt een groep Syrische vluchtelingen in het stadje neer. Ze krijgen voorrang bij hun huisvesting, pakketten nieuwe kleren, speelgoed en huisraad. Wat één van de dorpskinderen de opmerking ontlokt:
“Wat hebben zij dat ik niet heb? Zij ontvangen massa’s cadeautjes en ik krijg niets!”
T.J. stelt zich positief op en probeert samen met Yara, een jonge Syrische fotografe, de verstandhouding tussen de dorpsbewoners en de vluchtelingen te bevorderen. Ook ditmaal werkte Ken Loach niet uitsluitend met professionele acteurs. De Syrische vluchtelingen worden door échte vluchtelingen uit de buurt gespeeld. T.J., Dave Turner, voormalig brandweerman en lokale vakbondsafgevaardigde, kwam hij tegen tijdens de voorbereiding van zijn film I, Daniël Blake. Voor Ebla Mari, die de fotografe Yara gestalte geeft, is het haar eerste filmrol. Zij is van Syrische origine, maar werd geboren op Palestijns grondgebied. Ze ging naar de universiteit in Haïfa en kwam daar in contact met toneel.
De film toont haarscherp aan dat mensen die machteloos zijn en zich bedrogen voelen ontvankelijk zijn voor racisme. Vooral omdat de overheid nooit de moeite neemt om de mensen degelijk voor te bereiden en extra geld te voorzien zodat de bevolking niet verleid zou worden om naar beneden te stampen in plaats van naar boven! Het is een warme, hoopvolle film geworden, een prachtig antidotum tegen het oprukkende cynisme.
Ik stond erbij en ik keek ernaar
De roman WIL betekende voor Jeroen Olyslaegers zijn definitieve doorbraak als “serieuze” auteur. Hij kreeg er in 2017 de prestigieuze Fintro Literatuurprijs voor en tot zijn eigen verbazing riep The Times het boek uit tot het beste historische fictieboek van dat jaar. In WIL richt het hoofdpersonage, Wilfried, een mislukt schrijver, zich tot zijn achterkleinzoon. Hij is oud en gebrekkig geworden en heeft enkel nog zijn verzorgster Nicole. Hij wil nog één keer zijn kant van de geschiedenis vertellen. Het is geen mooi verhaal: hij was hulpagent in het bezette Antwerpen en nam een halfhartige positie in. Zijn bijnaam in het korps wat niet voor niets “Tweezak”. Het zijn duidelijk bijgekleurde herinneringen, hij probeert steeds goed te praten wat hij toen deed en waartoe dit allemaal leidde. Aan de ene kant helpt hij een Joodse onderduiker, weliswaar in ruil voor “zijn steentjes”, aan de andere kant pakt hij als politieagent probleemloos Joden op bij een razzia. WIL heeft ook literaire ambities, hij wil Pol Van Ostaijen achterna. Hiervoor gaat hij te rade bij “Nijdig Baardje” een collaborerende intellectueel die hem met de bezetters in contact brengt. Iedereen sjoemelt met zijn principes: ze zorgen er allemaal voor dat ze na de oorlog de dans kunnen ontspringen.
Tante Emma, die het tijdens de bezetting met een Duitse officier houdt en na de oorlog met een Canadees op de proppen komt schiet wel de hoofdvogel af! Het enige positieve personage is Lode, zijn jeugdvriend en net zoals hij hulpagent, die banden met het verzet heeft. Regisseur Tim Mielants heeft met zijn film WIL een ware krachttoer verricht: via het relaas van een drietal maanden uit het leven van Wil en Lode, beide hulpagenten in het bezette Antwerpen, is hij erin geslaagd de essentie van Jeroen Olyslaegers‘ boek te vatten.
De meeste recensies focussen op de vraag: “Wat zou jij in de oorlog gedaan hebben? In het verzet of toch maar meeheulen met de bezetter?” - Terwijl de film in werkelijkheid het persoonlijke ver overstijgt. Het is het verhaal van Antwerpen onder de bezetter, met de extreemrechtse partijen en groepjes, de collaborerende intellectuelen en snel-geld-verdienende middenstanders, de idealistische verzetsmensen, diegenen die “fatsoenlijk” proberen te blijven en diegenen die het geen reet kan schelen als zij het maar overleven. Het is een zeer harde film, die niet alles haarfijn uitlegt, je moet als toeschouwer goed bij de les blijven.
De cameravoering helpt hierbij, de regisseur heeft zijn film sterk claustrofobisch gemaakt, met zeer luide klank en muziek en sterke contrasten. Naast de drie hoofdpersonages, gespeeld door Stef Aerts, Matteo Simoni en Annelore Crollet, die moeiteloos gestalte geven aan de drie jeugdvrienden mag het kruim van de Vlaamse acteurs komen opdraven. Vooral Dirk Roothooft die alles uit de kast haalt om het collaborerende “Nijdig Baardje” zo afstotelijk mogelijk neer te zetten en Gene Bervoets met zijn interpretatie van de extreemrechtse politicus Omer Verscheuren die een uitzinnige massa zo opzweept tot ze de Antwerpse synagoge in brand steken blijven je bij.
Tim Mielants kreeg op het Film Fest Gent 2023 de Jo Röpke-Award toegekend, er zullen ongetwijfeld nog vele onderscheidingen volgen!