De Antwerpse haven was in 1944 vrij intact in handen van de geallieerden gevallen en was dan ook op korte tijd operationeel zodat militair materieel kon worden gelost. Staken was geen optie want de regering verbood het werk neer te leggen. Desondanks braken er wilde stakingen uit in de havens van Antwerpen en Gent, vaak een gevolg van de barslechte werkomstandigheden.

De gehele naoorlogse periode bleef het woelig in de havens, mede door de agitatie van de op Moskou georiënteerde communistische partij en trotskistische militanten (4e Internationale).

In 1948 werd het stakingsverbod opgeheven, maar door de Wet betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd werd een mechanisme in het leven geroepen waarbij werknemers konden worden verplicht om bepaalde prestaties te verrichten tijdens een conflict, bijvoorbeeld het lossen van bederfbare producten. Deze “burgerlijke” opeising bestaat tot op vandaag (en niet alleen in de havens).

In 1950 was het zeer onrustig aan de dokken ten gevolge van de zogenaamde koningskwestie: de regering Eyskens organiseerde een referendum over de terugkeer van Leopold III die een verschillend resultaat opleverde in Vlaanderen (voor een terugkeer) en Wallonië (tegen). Agitatoren werden gearresteerd, erkenningen van dokwerkers werden ingetrokken.

Daarna bleef het relatief kalm tot 1955, jaar waarin opnieuw een wilde staking uitbrak, echter zonder al te veel weerklank. Ook de staking tegen de Eenheidswet (1960-61) werd opgevolgd. Daarna windstilte tot …

1973: acht weken actie

De collectieve arbeidsovereenkomst 1972-74 gaf aanleiding tot heel wat onvrede. Zo was de loonsverhoging maar een mager beestje. Ook wrong het dat de cao nooit ter stemming was voorgelegd aan de achterban.

Op 13 maart werd een pamflet verspreid van de communistische partij (KPB) waarin een aantal nieuwe eisen m.b.t. loon- en arbeidsvoorwaarden werden geformuleerd.

Op 6 april brak in Gent een spontane staking uit die volledig was. In Antwerpen was het wachten tot 9 april, maar was de actie beperkt(er). De KPB nam het voortouw, maar ook militanten van de trotskistische Revolutionaire Arbeidersliga en Alle Macht aan de Arbeiders (AMADA) stonden vanaf de eerste dag paraat.

De KPB’ers Dolf Kerschaever en Staf Philips waren het gezicht van de actie, geflankeerd door de flamboyante Frans Wuytack een gewezen priester-arbeider (1) en revoutionair in hart en nieren.

De vakbonden erkenden de staking niet waardoor het conflict - bij gebrek aan gesprekspartners - moeilijk beheersbaar werd voor de havenbonzen. De rijkswacht werd gevorderd en er werd een samenscholingsverbod uitgevaardigd. De socialistische burgemeester Craybeckx zag zich genoodzaakt om in de Volksgazet van 14-15 april de beslissing toe te lichten “ Indien het recht op staken wordt gewaarborgd, moet ook het recht op arbeid worden geëerbiedigd. De werkwilligen daartoe beletten is ongeoorloofd”. Met een dergelijk haast patronaal discours was het niet verwonderlijk dat de 1-mei stoet van de BSP in Antwerpen werd verstoord. In een film van Robbe De Hert die onlangs herontdekt werd, ziet men hoe de socialistische voormannen Louis Major en Jos Van Eynde op de eretribune verveeld voor zich uit staren als ze worden uitgejouwd.

De staking bleef gans de maand mei duren en kreeg een grimmig karakter: inzetten van studenten en binnenschippers als stakingsbreker, huisgevels van “ratten” werden beklad met hakenkruizen, enz. Het geweld van de ordediensten nam toe. Frans Wuytack werd gewond afgevoerd naar het Stuyvenbergziekenhuis. Pittig detail: hij ontsnapte aan politiebewaking door zich te laten vervangen door een lookalike. Soms overstijgt de realiteit de fictie.

Na een tijdje begonnen de acties pijn te doen. De economische inzet van het conflict was zo groot dat hieraan zelfs een parlementaire interpellatie werd gewijd.

Uiteindelijk werd na acht weken een referendum georganiseerd waarna tot een werkhervatting werd besloten. Eerst in Gent en later in Antwerpen ging men terug aan de slag. Op 15 juni werd de opvordering politioneel beëindigd.

Dolf Kerschaever en Staf Philips werden omwille van hun houding die strijdig was “met de letter en de geest van democratische werking van de bond” uit het bestuur van de BTB gezet. Een aantal actievoerders werd correctioneel vervolgd. Eind december werden drie militanten vrijgesproken en zeventien veroordeeld tot gevangenisstraffen van 3 tot 12 maanden, sommigen effectief en anderen voorwaardelijk.

Evaluatie

dekrukhaaknieuweversieIn zijn woord vooraf bij het boek De dokstaking 1973 van rijkswachtkolonel Van Geet is het oordeel van de historicus Karel Van Isacker vrij hard; de staking was “een triestige geschiedenis (…) deze lange en nutteloze havenstaking”. Vijftig jaar na de feiten moet dat oordeel worden bijgesteld. Zo werd misschien niet toegegeven aan de eisen, maar bij het afsluiten van de volgende cao werden wel loonsverhogingen toegekend, een dertiende maand, enz. Maar er was meer dan het financiële aspect. Zo werd geëxperimenteerd met nieuwe actiemiddelen. Het “vrouwenkomitee” bijvoorbeeld groeide uit tot een essentieel onderdeel van de strategie. Met de aanwezigheid van vrouwen onder de actievoerders (wat toen zeker niet courant gebeurde) wou men de ordediensten doen afzien van een tussenkomst en de media beïnvloeden. En er was ook de solidariteit; zowel universiteitsstudenten als scholieren (bv. het SKAR – Studenten Komitee anti repressie) waren actief in de manifestaties.

Maar het belangrijkste effect betrof de vakbondsdemocratie. De dokstaking illustreerde niet alleen dat de basis een staking kan organiseren/leiden zonder apparatsjiks, maar ook dat het autoritaire vakbondsmodel passé was.

Bronnen

K. Van Isacker s.j., Afscheid van de havenarbeider 1944-1966, Antwerpen, Uitgeverij de Nederlandsche Boekhandel, 1967

W. Van Geet, De dokstaking 1973. Dagboek van een sociaal konflikt in de haven van Antwerpen en Gent, Antwerpen, Uitgeverij De Vlijt, 1979

S. Vanfraechem, Een sfeer om haring te braden. Arbeidsverhoudingen in de haven van Antwerpen 1880-1972, Gent, Amsab, 2005

Naschrift

Op 18 december wordt in de Studio (Antwerpen) de gedigitaliseerde film Dokstaking 73 van Robbe De Hert vertoond tezamen met Vechten voor onze rechten van Frans Buyens (over de staking tegen de Eenheidswet). Meer info op
https://www.destudio.com/nl/project/fugitive-cinema-verdeelt-vechten-voor-onze-rechten-en-dokstaking-73

1 Frans Wuytack is nog een van de weinig levende hoofdrolspelers. Een interview met hem volgt later.