De gemeenteraadsverkiezingen komen er aan. Maar we denken dat veel kiezers niet zozeer wakker liggen van de steen die verkeerd ligt op hun voetpad, maar wél van internationale thema's: de genocide in Gaza, de oorlogen in Oekraïne en op tal van andere plaatsen in de wereld. Bij die zorgen hoort zeker ook de onzekerheid over de tewerkstelling. De lijst van de recente sluitingen of afdankingen is lang en anderen vrezen voor iets dergelijks in de nabije toekomst. Die dreigingen van oorlog of ontslag hebben één grote oorzaak: het imperialisme.

Anders dan men ons dikwijls wil wijsmaken is imperialisme geen gril van oorlogszuchtige wereldleiders. Meer dan honderd jaar geleden heeft Lenin ons geleerd dat, onder het kapitalisme imperialisme niet zozeer een militair, maar in essentie een economisch fenomeen is. De gigantische winsten die vooral door de reuzebedrijven worden gemaakt moeten een uitweg vinden. Zij zwemmen in het geld, in tegenstelling tot de arbeiders en de staten die niets anders moeten doen dan bezuinigen. De voornaamste manier waarop de multinationals een uitweg vinden voor hun reuzewinsten is het aanboren van nieuwe markten. Ze hebben daarvoor een grote economische macht, maar als dat niet voldoende is, aarzelen ze niet om ook militair in te grijpen. Weer Lenin:

“Politiek is geconcentreerde economie.”

En ook:

“Oorlog is voortzetting van de politiek met andere middelen.”

Elke multinational, hoe groot ook, heeft altijd een thuisland: de VS, China, Rusland, Japan, Duitsland, Frankrijk, … Die kapitalistische landen aarzelen niet om alle middelen in te zetten om “hun” bedrijven te bevoordelen. De grootste slachtoffers zijn meestal de kleinste en de zwakste landen, zoals Oekraïne. In feite is het gevecht voor de lucratieve markt van Oekraïne al sinds minstens 2014 bezig met economische én militaire middelen (en geheime diensten). De verwerpelijke Russische invasie is slechts een nieuwe fase. Ook de Verenigde staten zoeken in dit conflict alleen hun eigen belangen, ten koste van de Oekraïense bevolking. Het Amerikaans imperialisme heeft met deze oorlog ook verborgen bedoelingen. In theorie zijn de VS en Duitsland bondgenoten. Maar kapitalistische staten kunnen nooit echt bondgenoten zijn; in essentie zijn ze altijd elkaars concurrenten. De VS keek afgunstig naar het industrieel succesverhaal van Duitsland, terwijl haar eigen industrie achteruit boerde. Al jaren had de VS er op aangedrongen om de pijpleidingen uit Rusland, die de Duitse industrie voorzagen van goedkoop gas, stil te leggen. Met de oorlog in Oekraïne is dat eindelijk gelukt. Het gevolg is dat de energiekosten van de industrie in de VS tot drie maal goedkoper zijn dan in Europa. De VS zijn immers zelfvoorzienend op vlak van energie, mede door ontginning van het extreem vervuilende schaliegas. Dus vloeien investeringen en bes-tellingen naar hen toe, mede door ruime subsidies. Ook de Antwerpse chemiesector voelt daar sterk de gevolgen van.

Maar misschien ligt de oplossing in Europa, samen zijn de Europese landen toch sterker? Forget it! In de eerste plaats zijn de Europese landen ook elkaars concurrenten, die elkaar bekampen in de zoektocht naar investeringen van het grootkapitaal. Het faillissement van BelGaN BV te Oudenaarde, producent van silicium en gallium nitride halfgeleiderchips is daar een goed voorbeeld van. Dit was een bedrijf dat innovatief was, in een sector die toekomst had en de mogelijkheid bood om chips te produceren die niet afhankelijk waren van lithium, waarvoor Europa veel te afhankelijk is van het buitenland. Het bedrijf slaagde er echter niet in om het kapitaal te verzamelen om de grote investeringen te doen voor deze veelbelovende technologie. Tegelijkertijd raakte bekend dat Duitsland maar eventjes 5 miljard subsidies uittrok voor de bouw van een nieuwe fabriek in Dresden van halfgeleiders door TSMC, de marktleider uit Taiwan in deze sector. Ook bij Arcelor Mittal in Zelzate houden ze hun hart vast. Deze grote staalfabriek is aan vergroening toe, wat grote investeringen vraagt om de milieu-impact te beperken en de energiekosten te verminderen. Maar in Frankrijk is Macron met grote subsidies aan het zwaaien. Hij zou die investeringen liever naar het Noorden van Frankrijk zien gaan.

De enige “oplossing” die de burgerlijke partijen, maar ook de reformistische arbeiderspartijen hiervoor hebben is plat op hun buik gaan om het grootkapitaal te plezieren met subsidies en andere voordelen (om de gestegen uitgaven aan landsverdediging niet te vergeten). Daar gaat het geld

naartoe dat zo noodzakelijk is voor het opheffen van de wachtlijsten, gezondheidszorg, sociale wo-ningbouw, onderwijs en alles waarvoor de arbeidersbeweging ooit gevochten heeft. Daarom is de enige blijvende oplossing voor deze nachtmerrie internationaal socialisme dat de grote multinationals in gemeenschapseigendom brengt. Dan zal de kleine man niet meer kunnen opgestookt worden tegen zijn broeder uit andere landen, of tegen migranten die op de vlucht zijn voor oorlog en hongersnood, maar zal duidelijk worden hoeveel gezonder en efficiënter het is om samen te werken aan een betere wereld. En ja, dan zullen er ook voldoende middelen zijn om de tegel te herstellen die scheef ligt aan uw voordeur.