De religieus-nationalistische Arabische Europese Liga en de stalinistische PVDA komen op met een gemeenschappelijke lijst voor de verkiezingen. De lijst heet Resist, of ‘weerstand’ in het Nederlands.
Het lijdt geen twijfel dat dit experiment gedoemd is te mislukken. In dit artikel willen we niet ingaan op het waarom daarvan – een blik op de geschiedenis van dergelijke lijstjes zegt genoeg: de werkende klasse ziet er geen brood in. We willen hier ingaan op hun zogenaamd radicale programma. Uiteraard twijfelen wij niet aan de goede bedoelingen van menig Resist-activist. Onze kritiek is dan ook in alle kameraadschap geuit.
Etnische aanpak
Het eerste wat opvalt in de beginselverklaring van Resist is de etnische aanpak van de problemen. Hiermee bedoelen we dat het analysekader van Resist NIET vertrekt vanuit de strijd en de belangen van de grootste en meest beslissende emancipatorische beweging uit de moderne tijd. We denken hier aan de strijd van de internationale arbeidersbeweging tegen de kapitalistische onderdrukking in al zijn vormen en gedaanten (ook nationale onderdrukking, raciale discriminatie of repressie van homo’s).
Wij lezen in de aanzet van de beginselverklaring:
“De lijst beoordeelt de strijd van nationale minderheden als een emancipatorische ontvoogdingstrijd met grote maatschappelijke relevantie. Op basis van dit oordeel zal de lijst worden geleid door leden van de etnische minderheden.”
De strijd van nationale minderheden tegen onderdrukking is een belangrijke strijd zonder welke de strijd voor socialisme niet mogelijk is. Dit is ABC voor revolutionaire socialisten. Maar ze maakt deel uit van de strijd van de arbeidersklasse voor maatschappelijke ontvoogding. In die strijd zijn de particuliere belangen van nationale minderheden echter ondergeschikt aan de algemene belangen van de arbeidersklasse. Dat kan een beetje hard en abstract lijken, maar we zullen dit op een eenvoudige manier beschrijven aan de hand van elementen uit de beginselverklaring zelf van Resist.
Neem bijvoorbeeld dit:
“Resist eist volledige gelijke politieke en sociale rechten. Op het vlak van tewerkstelling moet men met afdwingbare maatregelen werkgevers verplichten om minderheden tewerk te stellen.”
Vonk strijdt ook voor gelijke politieke en sociale rechten. Hier ligt het verschil niet. Het belangrijke verschil schuilt in de maatregelen die nodig zijn om deze rechten af te dwingen en hoe we deze bekomen. Laten we niet rond de pot draaien. Met “afdwingbare maatregelen” wordt de invoering van tewerkstellingsquota voor migranten bedoeld, met andere woorden een minimumpercentage migranten voor elk bedrijf. Op een moment dat er elke dag zo’n honderd jobs sneuvelen en dat de leiding van de vakbonden niet echt strijd voert tegen de afdankingen is het voorstel van quota een maatregel die verdeeldheid zaait tussen ‘Belgische arbeiders’ en ‘migranten’. ‘Belgische arbeiders’ die uit de boot vallen, zullen door die vaste percentages het gevoel hebben dat ze worden gediscrimineerd.
In plaats van zo’n maatregel stellen wij een gemeenschappelijke strijd voor van Belgische en migrantenarbeiders voor een drastische arbeidsduurvermindering (35 uur en dan 32 uur per week) zonder loonsverlies en met bijkomende aanwervingen. Onder ons gezegd en gezwegen, de maatregel van quota is ook een maatregel die de SP.a-minister Vande Lanotte heeft voorgesteld in de regering om tegemoet te komen aan de schandalige en onterende discriminatie bij aanwervingen. Eigenlijk behoort de eis van quota tot het povere arsenaal van het reformisme. In de VS, waar die maatregel al lang in voege is, heeft hij enkel bijgedragen tot de versterking van een zwarte elite uit de middenklasse zonder de problemen van de zwarte arbeidersklasse op te lossen.
Hier raken we ook een andere essentiële kwestie aan van de beginselverklaring van Resist: onder ronkende radicale en revolutionair klinkende frasen gaan platte reformistische eisen schuil. Met reformistische eisen verstaan we niet gewoon hervormingen maar vooral zogenaamde ‘realistische oplossingen’ binnen het kapitalisme die niets gronding aan het probleem veranderen.
Religieus onderwijs?
In het onderwijs hetzelfde. De beginselverklaring leest als volgt:
“Op het vlak van het onderwijs eisen wij een diepgaande pedagogische hervorming van het onderwijs in alle netten met als doel de aanpassing van de methodieken en het curriculum aan de multiculturele realiteit. Zolang andere confessionele onderwijsnetten bestaan moet ook de islamitische gemeenschap kunnen beschikken over een eigen schoolnet. Alleen dan kunnen we van een echte gelijkberechtiging spreken.”
Hier duikt weer het belang op van HOE Resist strijdt tegen discriminatie en onrecht. Niet alle vormen van strijd tegen onrecht leiden tot het beoogde doel. Diepgaande pedagogische hervormingen en aanpassingen van de methodieken zijn zeker nodig. Maar de basisvoorwaarde hiervoor is de drastische verhoging van de begroting voor onderwijs. Dit kunnen we bekomen door de nationalisatie van het bankwezen en de financiële wereld zodat de financiële middelen van de maatschappij aangewend worden voor echte maatschappelijke prioriteiten.
Moet de islamitische gemeenschap beschikken over een eigen onderwijsnet? Wij zijn voorstanders van een eengemaakt, openbaar onderwijsnet steunend op een wetenschappelijke, rationele en niet-religieuze opvoeding. Dit betekent in de eerste plaats de afschaffing van het katholieke privé-onderwijs, dat een machtig instrument is van sociale, politieke en ideologische controle over de geesten van de mensen door de kerk en uiteindelijk door de bourgeoisie. Zal een bijkomend religieus scholennet dit probleem oplossen? Neen, het zal de problemen nog verscherpen. Een islamitisch scholennet is zeker geen maatregel tegen discriminatie en islamofobie! Integendeel! Deze maatregel zal leiden tot het verdere uiteendrijven van de gemeenschappen en tot verdeeldheid binnen de arbeidersklasse. Een verkeerde invulling van de strijd tegen religieuze en nationale onderdrukking botst met de algemene belangen van eenheid van de arbeidersklasse en jongeren in de strijd tegen het kapitalisme.
Geen verdeeldheid!
Wij juichen toe dat mensen opkomen voor de sociale rechten van minderheden. Maar we mogen niet vergeten dat veel van de problemen van migranten ook de problemen zijn van een groot deel van de rest van de werkende klasse: sociale zekerheid, werk, huisvesting enzovoort. Natuurlijk worden bepaalde minderheden extra hard geconfronteerd met de rauwe werkelijkheid die het kapitalisme ons biedt en kampen ze daarbovenop met een reeks racistische vooroordelen die door de heersende ideologie worden aangemoedigd. Daarom moeten we speciaal oog hebben voor de situatie van deze minderheden, maar dan op een tactische manier die geen verdeeldheid in de hand werkt.
Strijden tegen onderdrukking, discriminatie en oorlog kan op zeer verschillende manieren gebeuren. De aanpak van Resist is er een die radicaal klinkende frasen verbindt met reformistische en verdelende maatregelen. De strijd van Resist is ondanks vage referenties naar het lot van de arbeidersklasse losgekoppeld van deze van de arbeidersbeweging en haar organisaties. Het is een lijst samengesteld uit organisaties met een zeer klein draagvlak in de samenleving. Veel migranten bijvoorbeeld dragen de lijst geen warm hart toe en ook in de arbeidersbeweging hebben wij nog niet veel positieve reacties gehoord. Resist zal bijgevolg een marginale score behalen.