Frank Hosteaux is een havenarbeider die in Antwerpen bekend staat als ‘de burgemeester van de Seefhoek’. Dat heeft hij te danken aan zijn zeer actieve rol in deze achtergestelde wijk. Zo lag Frank aan de basis van ‘Rot op Huisjesmelkers’, een vzw die werd opgericht in april 2001 om de wanpraktijken in de huisvesting aan te klagen. Hij is iemand met een zeer groot rechtvaardigheidsgevoel en een sterke inzet om de situatie van de kwetsbaren te verbeteren.

Bovendien trekt hij ook politieke conclusies uit zijn sociaal engagement. Frank komt bij de verkiezingen op voor de kamerlijst van de SP.a, op de 21ste plaats in Antwerpen. Daarmee is hij een van de laatste banden tussen de SP.a en de mensen in de wijk. Niet moeilijk dat veel andere SP.a-kandidaten graag samen met hem campagne voeren, hij is immers de verzinnebeelding van hetgeen zij niet meer wensen te doen maar wat de werkende klasse van de socialisten wel verwacht. Juist omdat de verbureaucratiseerde SP.a'ers weten dat hun achterban van hen eist dat ze vechten tegen het onrecht, spannen ze Frank Hosteaux graag voor hun kar. Wij interviewden hem over zijn sociaal en politiek engagement.

Hoe ben je ertoe gekomen om het gevecht met de huisjesmelkers aan te gaan?

Dat was naar aanleiding van een droevig geval dat plaatsvond in december 2000. Toen ben ik op bezoek geweest bij een Armeense vrouw en die leefde in zo’n erbarmelijke omstandigheden dat die dame kort nadien bevangen is door CO-vergiftiging. Ik stond toen voor de keuze: ofwel moest ik haar terug in dat krot steken, ofwel haar in huis nemen. Toen heb ik voor het laatste gekozen. Ik dacht bij mezelf dat er nog wel andere gezinnen in die omstandigheden leven en dat bleek inderdaad het geval. Tot op heden is dit nog altijd de realiteit. Dan hebben we een vzw opgericht.

Hoe is het dan gesteld met die huizen, waaraan herken je de verkrotting?

Heel dikwijls heb je te maken met schimmelvorming. Ofwel enorme grote zwarte plekken op de muren, ofwel echte trossen zwammen die op de muren staan. Op veel plaatsen is er ook veel vocht, als het binnen regent of langs allerlei andere wegen binnenkomt. Bijvoorbeeld de kelders die onder water staan waardoor het vocht langs de muren omhoog trekt. Als je de elektriciteit bekijkt, dan zie je dat in veel van die gebouwen de elektriciteit verouderd is, dus draden die bloot liggen, stopcontacten die niet veilig zijn en noem maar op. Dan heb je ook nog het probleem van de bullexen, waar dikwijls gewoon geen afsluitklep is, met als gevolg een reëel gevaar op CO-vergiftiging. Of een badkamer of een douche die geïnstalleerd is midden in de slaapkamer.

En hoeveel moeten mensen betalen voor zulke krotten?

Dat varieert. Het begint bij 250 euro en gaat tot 735 euro, per maand. Voor een krot. Bij die van 735 euro zit zelfs 85 euro kadastraal inkomen bij, dus in feite betalen de huurders iets wat ze niet moeten betalen. Maar dat zijn illegalen, en zij weten dat niet. Ondertussen is de man van het gezin spoorloos verdwenen, dus vandaag of morgen wordt het hele gezin op straat gezet.

Een dame uit Antwerpen bezit 74 panden. Elk van die panden heeft zeker vier woongelegenheden. Als je dat dan vermenigvuldigt met 10.000 frank, dan kom je per maand aan 2.960.000 frank aan inkomsten. Zo word je snel rijk natuurlijk.

Worden die panden vaak verhuurd door dezelfde mensen? Wie zijn die huisjesmelkers?

Je hebt een deel dat hier woont en je hebt een deel dat buiten de stad woont, tot zelfs in Boortmeerbeek en Knokke. Je hebt huisjesmelkers die hun woningen concentreren in één gebied, maar er zijn ook huisjesmelkers die huizen bezitten in Berchem, Antwerpen, Deurne enzovoort. Die huisjesmelkers, als het over Belgische mensen gaat, hebben een goed beroep. Er zijn economen bij, notarissen, advocaten, rechters, heel veel industriëlen en ook veel middenstand. Uitzonderlijk is een werkman een huisjesmelker. Bij mensen met andere nationaliteiten kom je terecht bij Marokkanen en Turken (heel veel zelfs), Pakistanen, Indiërs, joden veel, zij staan mee aan de top van de huisjesmelkers. En de laatste tijd ook Afrikanen. Er is dus geen nationaliteit op te plakken, maar het zijn wel meestal mensen uit de middenklasse.

Wat is er mis met het beleid?

De cel ‘leegstand en verwaarlozing’ wordt nu gereorganiseerd. Wij vinden dat dit niet hoeft, dit is een cel die goed functioneert. De dienst die vroeger bestond had 24 mensen en is afgebouwd naar acht mensen. Men zegt altijd dat de strijd tegen de huisjesmelkers topprioriteit is, maar zowel bij het gerecht als bij de stad is dat geen topprioriteit. Ze bouwen maar af. De gespecialiseerde cel van de politie bestaat, als ik mij niet vergis, uit acht of negen mensen; nu moeten ze er nog drie afgeven aan de cel ‘sluikstorten’. Als we daarentegen kijken naar de stad Gent, als ze daar een actie ondernemen, dan doen ze dat bij vijf à zes panden tegelijkertijd, van dezelfde huisjesmelker. Daar zijn honderd manschappen mee gemoeid. Waarom kan dat niet in Antwerpen? Hoe komt het dat de eerste processen tegen huisjesmelkers er nog steeds niet zijn? We hebben het eerste geval aangekaart in januari 2001. Vandaag nog altijd niets.

Ik denk dat de stad Antwerpen dit niet in zijn greep heeft, dat dit van hogerhand is. Ten eerste zijn het allemaal rijke mensen die bezig zijn met die huisjesmelkerij en die worden vanuit Brussel politiek beschermd. Er zijn verscheidene mensen bij uit het gerecht, trek uw conclusie maar! Het parket is enorm laks.

Stel, je wordt verkozen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen, wat zou je dan veranderen?

Er zouden een aantal structurele maatregelen moeten komen. Ik heb dat nu al gezegd en dat is opgenomen in het programma van de SP.a. Huiseigenaars zouden een verplicht conformiteitattest moeten hebben. In Nederland is dit al het geval. Als je een pand wil verhuren, een huis, een appartement, een studio of een kamer, dan zou bij het contract een bewijs moeten zitten dat het pand in orde is. In Nederland wordt daarin ook de maximum huurprijs bepaald. Bijgevolg kan je geen krotten meer verhuren – als ze hun job goed doen – en is ook de uitbuiting via de huurprijs gedaan. Dan staat er “ten hoogste 12.000 frank”, en dat is 12.000 frank en geen 13.

Er is ook geen nacontrole als een pand onbewoonbaar wordt verklaard. Het woord zegt het zelf: “onbewoonbaar”. Waarom laat men daar dan mensen in wonen? De politie gaat wel bellen, maar als er niemand komt opendoen, zeggen ze dat het pand onbewoond is. Nee. Als ze bellen is er meestal geen elektriciteit meer, die is afgesloten. En als mensen in zo’n pand wonen, dan komen ze niet opendoen. Mensen zonder papieren gaan niet opendoen voor de politie om te zeggen: “Ja, kijk maar ik woon hier nog.” In feite moet er ook gezorgd worden voor voldoende plaats voor herhuisvesting. Je kan mensen niet zomaar op straat zetten.

Het is trouwens niet alleen huisvesting, er komen nog veel meer problemen bij kijken. Als het over asielzoekers gaat, het asielbeleid. De begeleiding met advocaten. Ook op medisch vlak zijn er nog heel veel schrijnende toestanden, mensen die niet geholpen worden in de ziekenhuizen of weggestuurd bij de dokters. Er zijn de schoolproblemen. Sommige kinderen kunnen naar school, anderen niet omdat ze niet aanvaard worden, omdat men zegt: “De klassen zijn volzet”. Daar trachten wij allemaal bij te helpen. Zijn het Belgische mensen, dan kampen ze veelal met een heel laag inkomen. Die zeggen “het kan toch niet dat we maar 8.000 frank hebben per maand”. Wij laten dat dan onderzoeken en dikwijls blijkt dat die mensen recht hebben op meer, maar dat ze onvoldoende worden ingelicht. Veel mensen worden van het kastje naar de muur gestuurd door stedelijke diensten, maar ook door hulporganisaties.

Het gaat allemaal om problemen van armoede. De armoede in Antwerpen is heel groot. Vaak verborgen armoede.

Neem bijvoorbeeld medische zorgen. Ik heb een tip van een geloofwaardige bron gekregen dat er een vrouw bevallen is, iemand die geen papieren heeft. Dat kind is gestorven, ze hebben dat kind in het ziekenhuis in een vuilniszak gestoken en die aan die vrouw gegeven, waarna ze moest opkrassen. Die vrouw is hier bij een zuster terechtgekomen en die heeft dan een priester gebeld zodat het kind toch op een menswaardige manier begraven kon worden. Dát kan toch niet?!

Tien maanden geleden is midden in de nacht een kind geboren op het grasperk aan de Sint-Amanduskerk. Zonder enige vorm van medische verzorging. Dat is de realiteit. En zo kan ik honderd verhalen vertellen. Er leven in Antwerpen honderden mensen op straat, zowel daklozen als mensen die uitgeprocedeerd zijn. Een tijdje geleden kwamen twee jonge gasten uit Iran bij mij bellen om een boterham te vragen. Die hadden een week niet gegeten. Ik heb wat brood en charcuterie gegeven en thee gemaakt. Die mannen hebben zich te pletter gegeten. Op dat moment hadden ze al twee maanden geslapen op een bank in het stadspark.

Hier worden nog altijd kamers verhuurd zonder gas, zonder elektriciteit, zonder water, zonder verwarming. In de Tulpstraat woont een hoogzwangere vrouw en zij heeft niks, letterlijk niks, geen water, geen gas, geen elektriciteit en ze heeft op haar knieën gesmeekt bij haar huisbaas voor wat water, maar hij wil niet zolang ze niet kan bijbetalen. Dat is dagdagelijkse kost.

En dat kan allemaal slechts opgelost worden door meer middelen. Maar weegt de stadsschuld niet op die middelen?

Ik vind dat de stadsschuld kwijtgescholden zou moeten worden. Waarom is ze bij andere steden en zelfs gemeenten kwijtgescholden en bij Antwerpen niet? Dat is een keuze van de bevoegde minister. De stadsschuld is een grote druk op de uitgaven.

Vanwaar je keuze voor SP.a?

Vanwege het sociale.

Je bent eigenlijk een van de enige SP.a-kandidaten die nog in de wijk werkt.

Ik heb dat binnen onze partij aangekaart. We hebben goede politici, maar de mensen laten zich veel te weinig zien op de straat. Door de hele dag rond de tafel te zitten, zie je niks, hoor je niks en kan je ook niks doen. Aan het Kot, bij de havenarbeiders, zien we nu ineens alle politieke partijen campagne voeren, maar normaal zie je hen vier jaar niet.

Hoeveel werkmensen staan er trouwens nog op de lijst? Bij ons voor de kamer één of twee. Al de rest zijn hogeropgeleiden. In de andere partijen is dat nog erger, daar staat geen enkele werkmens nog op de lijst.

Hoe staan je collega’s tegenover het feit dat je opkomt op de lijst van de SP.a?

Positief. Ze zeggen: “Eindelijk nog eens een arbeider die op de lijst staat.” Daar kijken de mensen wel naar.

Hebben de socialisten het niet verkorven bij de mensen? Zijn ze in de regering niet vaak te liberaal?

Volgens mij is de liberalisering een groot gevaar. Kijk naar wat er met de dokwerkers gebeurt. Daar is Sabena aan kapot gegaan. Wij hadden daar andere standpunten moeten innemen, wij hadden Sabena beter moeten beschermen. In feite hebben we Sabena verkocht aan een buitenlandse maatschappij. En ze zijn dat ook van plan met het spoor en de post, waardoor veel jobs zullen sneuvelen.

We moeten durven spreken over de standpunten en bijvoorbeeld zeggen: “Wat gaat er gebeuren met de Post?” Daarover moet gedebatteerd worden binnen de partij, ook met de militanten, want de militanten hebben het dikwijls bij het rechte eind en de toppers zijn verkeerd. Daarom is het belangrijk dat de politici opnieuw veldwerk gaan verrichten en eens luisteren bij de mensen wat de problemen zijn. Wat zijn de problemen bij de postbodes, wat zijn de problemen bij de mensen die aan het spoor werken? Die werkmensen zullen wel vertellen wat de problemen zijn. Als je naar de directeurs luistert, tja, die vertellen totaal andere zaken.

Ik spreek uit mijn ervaring als havenarbeider. Hoe kan je nu havenarbeid laten verrichten door mensen die daar niets van kennen? Al het Belgisch personeel verdwijnt van de schepen terwijl er toch een leiding moet zijn? Hoe ga je kraanmannen laten communiceren met mensen uit de Filippijnen? De veiligheid komt daarbij in het gedrang, we zijn er zeker van dat er doden gaan vallen door allerlei misverstanden. Bovendien wordt het contingent van de havenarbeiders afgebouwd. Ik sta in de shift van acht uur. Enkele jaren geleden stonden daar nog tussen driehonderd en vierhonderd mensen, nu zijn dat er nog 120, soms 150. Er zijn voortdurend tekorten. Dus bellen de bazen interim-bureaus, met alle gevolgen van dien. Daar zou men iets aan moeten doen.

In onze shift zijn de meeste mensen tussen de 50 en 55 jaar, elke maand vloeien er mensen af en die worden niet meer vervangen. Wij hebben schrik dat die shift van acht uur op termijn zal verdwijnen. Verder heeft men het tijdskrediet ingevoerd. Veel mensen komen de vrijdag niet meer werken, zij kiezen voor de vier-dagen-week. Die dagen worden niet meer ingevuld met nieuwe jobs. De mensen die vrijdag nog werken moeten bijgevolg veel harder werken. Mensen van boven de 50 moeten nog zakken van 70 kilo heffen, manueel. Dirk Sterckx heeft eens verklaard op TV dat wij te veel verdienen, maar wij verdienen een pak minder dan bijvoorbeeld de mensen bij Opel.

…of Dirk Sterckx zelf.

Ja, dat is heel gemakkelijk voor hem om te zeggen. Voor de job die wij doen, worden wij onderbetaald. Een havenarbeider die niemand ten laste heeft, heeft geen 50.000 frank netto per maand. En als men dan de wet-Major nog eens gaat afschaffen, dan denk ik dat de stad Antwerpen niet weet wat haar te wachten staat. Er kan wel degelijk druk uitgeoefend worden door de Belgische regering, er zou een veel luider en krachtiger signaal moeten worden gezonden naar de Europese Commissie dat zoiets niet kan.

Wij vinden in elk geval dat de socialisten daar iets aan moeten doen. Wie weet kan je binnenkort niet alleen de strijd voeren als havenarbeider maar ook als politieke vertegenwoordiger van die arbeiders in het parlement of, met meer kans, in 2006 in de gemeenteraad. Bedankt voor het interview.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken