Het superconclaaf van de regering in het weekend van 17 januari besloot de jacht te openen op de werklozen. Welke maatregelen werden precies aangekondigd?
Alle werklozen zullen na achttien maanden werkloosheidsduur opgeroepen worden door de RVA (en niet meer VDAB, BGDA, FOREM, de plaatsingsdiensten) voor een evaluatie van hun 'zoekgedrag'. In sommige streken met een 'lage' werkloosheidsgraad zal dit na twaalf maanden gebeuren, andere regio's na 24 maanden. Indien het evaluatiegesprek positief is, dan zullen de werklozen opnieuw gehoord worden indien ze na negen, twaalf of vijftien maanden later nog steeds geen werk hebben. Indien het eerste evaluatiegesprek 'negatief' is, dan worden ze reeds na drie, vier of vijf maanden opnieuw opgeroepen. Indien men bij het tweede gesprek niet overtuigend genoeg is, dan worden voor samenwonenden de uitkeringen voor vier maanden geschrapt (twee maanden voor de armste gezinnen). De sanctie is dezelfde voor de wachtuitkeringen, terwijl gezinshoofden en alleenstaanden hun uitkering zien dalen tot het 'leefloon' (wat blijkbaar een sanctie moet zijn en dus een toegeving van formaat, dit 'leefloon' stelt niemand in staat waardig te leven). Na een derde gesprek vallen de definitieve sancties: gedaan met uitkeringen, zelfs niet het leefloon van het OCMW. Om opnieuw recht te hebben op een uitkering zal deze uitgerangeerde werkloze een staat van dienst van 312 werkdagen moeten voorleggen op achttien maanden tijd. Met andere woorden, een bijna voltijdse baan die zeer moeilijk te vinden is.
Hiermee bewijst Vandenbroucke, in tegenstelling tot zijn officiële verhaal, dat hij de werklozen helemaal niet opnieuw aan het werk wil zetten maar dat hij juist op zeer liberale wijze de werkloosheid wil bestrijden met verarming van alle loon- en weddetrekkenden, actief of inactief. Kijken we even naar de volgende situatie: de arbeidsmarkt is een stoelendans op grote schaal. Er zijn meer werkzoekenden dan vacatures. Om je uitkering niet te verliezen zal je voortaan om het even welke klotejob moeten aanvaarden, dus ook een slecht betaalde job. Indien je dit niet doet, kom je terecht in het niemandsland: probeer maar een werkgever te vinden die een langdurige werkloze (meer dan 24 maanden) zal aanwerven en dan nog met een voltijdse contract van onbeperkte duur Dit is immers de vereiste om opnieuw een uitkering te kunnen verkrijgen. Iedereen weet zeer goed, behalve professor Frank Zonnebloempje, dat de arbeidsmarkt zeer selectief is en je in die situatie sowieso uit de boot valt. Dus kun je definitief fluiten naar iets wat voordien een verworven recht was. Je moet dus wel die klotejob aanvaarden en je mag niet wachten tot er zich een betere gelegenheid voordoet. Maar wanneer je een klotejob aanvaardt, heb je ook geen voet meer om op staan bij de RVA. Indien je een technisch diploma A2 hebt, maar je bent willens nillens verplicht afval te sorteren, dan kun je voortaan zowel in de ogen van werkgevers als van de RVA-VDAB alleen maar verder aan de onderkant van de arbeidsmarkt terecht. De werkloosheidsval wordt dus vervangen door working poor, en de overheid speelt hier wél een ingrijpende rol.
De minister van Dwangarbeid stelt dat studies hebben aangetoond dat sancties helpen, dat 'ontmoedigde werklozen' een por in de rug moeten krijgen. Niets is minder waar. De betreffende studies waar hij het over heeft wijzen op het tegendeel. In een rapport voor het beheerscomité van de RVA toont L. Delathouwer op basis van een cijfermatige analyse van de uitgeslotenen wegens artikel 80 het volgende: 80 procent van de uitgeslotenen zijn vrouwen; een meerderheid relatief weinig geschoold (56 procent); van jongere leeftijd (57 procent tussen 25 en 34 jaar). Hebben deze sancties tot snellere wedertewerkstelling geleid? Vijfenvijftig procent van de uitgeslotenen was na vijftien maanden nog steeds inactief. Zesentwintig procent had na één maand opnieuw een job, maar na vijftien maanden stijgt dit aandeel slechts tot 33 procent. Dit percentage verschilt overigens relatief weinig van de niet-uitgeslotenen: onder hen vindt 11 procent een job na één maand en 22 procent na vijftien maanden Artikel 80 had tot doel een deel van de werkloosheid door te schuiven naar het OCMW. De huidige aanpak is anders: men wil werklozen tot werk dwingen, wat het ook moge wezen. Op die manier maakt men de arbeidsmarkt flexibeler met nog meer sociale achteruitgang. Tegelijkertijd bespaart men in de sociale uitgaven (volgens de vakbonden om en bij de 200 miljoen euro) en kan men deze budgettaire marge gebruiken om loonkosten te drukken.
We wisten reeds dat de overheid volgens Frank Zonnebloem geen verantwoordelijkheid draagt om banen te creëren. Van de 200.000 jobs van de banenconferentie dient de overheid er volgens hem maximum 25.000 zelf te creëren, de rest zou afhangen van de kostprijs van de arbeid. Maar de bolleboos zit ernaast. Erger, hij speelt een voorhoederol in de deregulering van de arbeidsmarkt en de ontrafeling van de sociale bescherming. Bijgevolg kunnen we stellen dat de sociale miserie van de werklozen zelfs niet wordt aangewend om werk te scheppen, maar om de winsten op te krikken! Loonkostverlagingen zijn immers geen garantie voor meer werkgelegenheid. De arbeidsmarkt is niet zoals de groentemarkt. Het is niet omdat je solden organiseert dat de kopers (patroons) arbeidskrachten zullen inkopen. Zij doen dit maar wanneer ze die nodig hebben om goederen en diensten te produceren. En wat dat betreft draait alles op een laag pitje, verdwijnen er meer jobs dan erbij komen, zonder de intreders erbij te tellen. Bovendien stijgt de productiviteit, wat de noodzakelijke arbeid ook doet verminderen.
De vakbondsmilitanten doen er goed aan stil te staan bij deze aanval op het statuut van de werkloosheid. Hoe zwakker dit statuut, hoe meer de concurrentie zal stijgen op de arbeidsmarkt en hoe meer de actieven er ook op achteruit zullen gaan. Daarom is het van essentieel belang zich niet te laten meeslepen in de demagogie van de 'lamme werklozen', noch in de zogenaamd modernisering van de sociale zekerheid. De aanval op de werklozen met dwangarbeid gaat zelfs niet gepaard met een verhoging van de reeds zeer povere uitkeringen. De syndicale top zit mee in het beheerscomité van de RVA. Zij kunnen gaan dwarsliggen, in naam van 2,5 miljoen vakbondsleden. Zij kunnen ook de betrokkenen raadplegen, mobiliseren, sensibiliseren. De inactieve leden van ACV en ABVV verdienen dit. Waarom zijn ze anders lid van een vakbond? In tegenstelling tot alle actieven worden hun bijdragen niet terugbetaald door een syndicale premie. Voor een werkloze 'kost' het lidmaatschap dus meer dan voor een werkende...