Achteraf zal blijken dat het een historische bijeenkomst was, toen SP.a Rood, de nieuwe linkerzijde in de SP.a, voor het eerst een nationale meeting had in Brussel. Ongeveer tachtig mensen kwamen samen in een zaal van de bediendenvakbond BBTK aan de Dinantstraat.
Vanuit politiek oogpunt waren dit echter niet zomaar tachtig mensen. Hier zat een belangrijk deel van wat een vakbondssecretaris noemde “de crème van de militanten”. De samenstelling van de zaal bestond uit veel basismilitanten van de SP.a en van het ABVV, geëngageerde jongeren, vakbondssecretarissen en lokale verkozenen. Zover wij konden inschatten, kwamen er mensen uit Brussel, Boom, Mechelen, Gent, Oostende, De Haan, Antwerpen, Brasschaat, Turnhout en Leuven. Bovendien hadden verschillende mensen zich nog verontschuldigd, naast het grote aantal dat SP.a Rood een warm hart toedraagt maar momenteel nog niet de stap zet om naar een meeting in Brussel te komen. Eigenlijk is SP.a Rood nog maar een idee, dat zich in het hoofd heeft genesteld van talrijke mensen binnen de arbeidersbeweging en de linkerzijde. Dit idee is nu de eerste stappen aan het zetten naar een materiële verwerkelijking, een politieke stroming. En deze eerste nationale bijeenkomst was daarin een belangrijke en succesrijke stap.
Aan de aftrap van de dag stond Antoon Stessels, een van de initiatienemers van SP.a Rood. Hij legde uit waarom de linkse tendensgroep zich had gevormd, in eerste instantie als een politiek instrument van de arbeidersbeweging in de strijd tegen het Generatiepact. Nu dit asociale pact toch is doorgevoerd, is de bestaansreden van SP.a Rood allerminst opgehouden. Want die komt voort uit de toenemende uitbuiting. Zoals Antoon stelde: “Mensen moeten harder werken, en ondertussen lokt Guy Verhofstadt buitenlandse investeerders naar hier met notionele interesten en de beloften voor een flexibele, goedkopere arbeidsmarkt. ‘Invest in Belgium. Increase your profits.’ Het is niet voldoende dat we als land welvaart creëren. We moeten schandalig veel welvaart creëren, zodat ons land kan concurreren. Concurreren betekent niet meer dan dit: investeerders moeten redenen genoeg zien om in ons land geld te pompen en nóg rijker te worden en nóg meer van die gezamenlijk geproduceerde welvaart in hun zakken te steken.”
Na deze stevige inleiding was het de beurt aan vier sprekers: Karel Stessens en Hendrik Vermeersch voor de vakbond, Frank Hosteaux als activist tegen asociale stadspolitiek en Georges Spriet om commentaar te geven bij het internationale luik van de SP.a-beginselverklaring voor het Ideologisch Congres. Het congres van SP.a volgende zaterdag was immers de aanleiding om de koppen in Brussel eens bij elkaar te steken.
Je moet maar het lef hebben...
Karel Stessens, voorzitter ACOD |
Het pleidooi van de toespraak van Karel Stessens grijpt dan terug naar de botsingen tussen het ABVV en de SP.a tijdens de grote stakingsbewegingen tegen het Generatiepact. Het feit dat het ABVV het verspreiden van leugens bij de basis werd verweten, ligt nog zwaar op de maag van Karel. Dat is zeker ook het geval bij veel vakbondsmilitanten. “Gestructureerd overleg met de SP.a willen we wel, maar wij zijn geen meelopers, wij zijn geen huisvakbond, wij willen wegen op de dossiers.” Of nog: “Wij willen niets door de strot gedrukt krijgen.” “Uiteindelijk vertegenwoordigt het ABVV nog steeds 1,2 miljoen leden, die allemaal lidgeld betalen. De ACOD heeft zelf haar ledenaantal sterk zien stijgen de laatste jaren.”
Ondanks die harde kritieken op de SP.a vindt Karel Stessens wel dat we ons niet van vijand moeten vergissen. Die vijand bevindt zich nog steeds ter rechterzijde. Dat gezegd zijnde, is hij van mening dat de SP.a een gebrek aan ideologische benadering heeft en meer zeggenschap moet geven aan de leden in plaats van de teletubbymentaliteit van de kopstukken. Verwijzend naar Vande Lanottes pleidooi om van SP.a een partij te maken “voor iedereen” eindigde Stessens met een krachtige boodschap aan het adres van de SP.a-leiding: “Voor iedereen goed doen, dat kan niet, kameraden!”
Daarna volgde Hendrik Vermeersch, secretaris van de BBTK sector Industrie voor Brussel Halle Vilvoorde. Hij gaf een goed overzicht van de strategie van het kapitalisme in Europa dat gebeiteld is in het Charter van Lissabon. “Alle vijftien regeringen van de Europese Unie hebben hiervoor gekozen, toen de sociaal-democratie in de meeste landen aan de macht was. Dit is een keuze voor de Europese multinationals tegen de Amerikaanse multinationals.” Vandaag zijn bij de vijftig grootste multinationals slechts vier Europese. Dat wil de EU dringend veranderen. Om dit mogelijk te maken “moeten de vakbonden kapot”. Het is duidelijk binnen dit kader dat we de spanningen en zelfs de breuk tussen de SP.a en de vakbond moeten zien. “Ondertussen wordt het VB slapend rijk. Extreem-rechts kan je niet bekampen met een liberale koers, enkel met een linkse koers.” Hendrik gelooft daarbij niet echt in de aanpak van SP.a Rood om bij de SP.a te blijven, maar voegt er onmiddellijk aan toe: “Ik wil geen complimenten lanceren, maar hier zit duidelijk de crème van de militanten, diegenen die het hart op de juiste plaats dragen. We gaan elkaar terugzien na het Ideologisch Congres. Samen zijn wij sterk, laten we ons verenigen.”
Frank benadrukte dat de partij de mensen in de wijken actief moet terugwinnen. “Ik besef heel goed dat ik aan politiek doe op een geheel andere wijze dan men normaal gewend is bij SP.A., maar er is geen keuze. Als we de invloed van het Vlaams Belang willen terugdringen (het gaat tenslotte om onze sociologische achterban) dienen we deze weg te bewandelen.” Hij wil de wijkwerking ook koppelen aan de arbeidersstrijd en verwees daarbij naar de initiatieven die in Antwerpen-Noord werden genomen om de dokwerkers te steunen.
Als laatste voor de pauze sprak Georges Spriet van Vrede vzw, een van de initiatiefnemers van de betogingen tegen de bezetting van Irak. Hij was gevraagd om enkele bedenkingen te maken bij het internationale aspect van de ideologische beginselverklaring die de SP.a presenteert op haar congres komende zaterdag. Zijn bedenkingen waren niet mals. Dat de SP.a een progressieve partij is, ontkent hij niet. Maar hij vraagt zich af of we nog wel van een linkse partij kunnen spreken. Bij zijn kritiek baseerde hij zich op een algemene ideologische vaststelling: de beginselverklaring spreekt wel over globalisering maar spreekt niet over wat voor soort globalisering dit is, namelijk een neoliberale globalisering waarin het opkrikken van de winsten centraal staat. “Vandaag noemt men dat systeem de ‘vrije markt’ maar in mijn jeugd spraken wij over ‘kapitalisme’.” De SP.a verwijst in de tekst veel naar armoedebestrijding. Maar volgens Georges moeten we oppassen dat armoede niet opgevat wordt als de verantwoordelijkheid van individuen, die we dan wat opleiding gaan geven en dan is het probleem opgelost. We moeten kijken naar de structurele problemen en de economische ondergrond van conflicten.
Welk project voor SP.a Rood?
Deze verschillende bijdragen waren genoeg stof om na te denken en te discussiëren tijdens en na de pauze. Eerst werd er ingegaan op de amendementen die SP.a Rood had ingediend op de beginselverklaring, hoewel “de tekst eigenlijk in zijn geheel niet deugt en herschreven zou moeten worden”. In Oostende, Brussel en Antwerpen waren militanten erin geslaagd om enkele amendementen mogelijk er door te krijgen. Maar uit de manier waarop de discussie voor het SP.a-congres wordt georganiseerd, is duidelijk dat de partijleiding op zijn zachtst gezegd niet het debat in eigen rangen stimuleert. Je moet al koppig volharden om te weten waar je amendementen mogelijk kan voorleggen. Verschillende kameraden spraken over hun calvarietocht om dan mogelijk, misschien een amendement erdoor te krijgen. Een syndicalist stelde de vraag waarom dan nog proberen amendementen in te dienen als de SP.a toch zo’n ondemocratische partij is? Waarop een andere syndicale militant antwoordde dat het in elk geval de verdienste is van SP.a Rood dat zij juist op die manier aantonen dat SP.a helemaal geen democratische partij is, want veel mensen weten dit helemaal niet zo goed.
Daarmee was een van de belangrijkste redenen voor de samenkomst ingezet: een debat over de bestaansreden en de strategie van SP.a Rood. En het politieke niveau was hoog... hoewel de finesse van de argumentatie blijkbaar voorbijging aan enkele aanwezige militanten van uiterst-linkse signatuur. Men kan zich terecht de vraag stellen waarom sommige mensen moeten komen vertellen, op een bijeenkomst van SP.a Rood dan nog, dat vechten voor een links programma in de SP.a zinloos is. In plaats van toe te juichen dat overal waar het mogelijk is, gestreden wordt voor een linkse politiek, zeker binnen de tot nader order nog steeds grootste linkse partij van Vlaanderen. Dan was de houding van SP.a Rood veel kameraadschappelijker, namelijk binnen de SP.a strijden voor een links programma maar een eenheidsfront aanbieden aan degenen die er in slagen een links alternatief buiten SP.a op te bouwen.
De debatten binnen de partij en de slag om amendementen laat immers toe om SP.a Rood op de kaart te zetten en alternatieve argumenten aan te reiken – wat blijkbaar werkt, getuige de aandacht die SP.a Rood in de arbeidersbeweging en de media krijgt. Totnogtoe is geen andere kracht binnen de linkerzijde daarin geslaagd en dat spreekt voor de strategie van SP.a Rood.
Volgens Jo Coulier, delegee aan de Vrije Universiteit van Brussel, “kunnen we enkel door met iets links naast de SP.a te beginnen de SP.a terug verlinksen”. Wat natuurlijk direct de vraag doet rijzen waarom dan niet gewoon binnen de partij strijden voor verlinksing met de talrijke linkse militanten die er, actief of passief, lid van zijn? Het argument om ‘iets nieuws te beginnen’ leeft zeker onder een groep linkse mensen, en dat is begrijpelijk gezien het asociale beleid van de SP.a-leiding. Daarom was het ook goed dat enkele mensen vanuit de zaal die vraag stelden. Het gaf aan de rest ook de gelegenheid om het project SP.a Rood goed te definiëren. Want het was duidelijk aan het applaus bij diverse tussenkomsten dat een overweldigende meerderheid in de zaal zich wil inzetten voor de vorming van een linkerzijde bínnen de bestaande partij. Een syndicalist van SP.a Brussel argumenteerde om juist lid te worden van de SP.a want “als er op de vergadering in Brussel twee basismilitanten meer waren geweest, dan waren al onze amendementen gestemd geweest”. Iemand anders betoogde: “Je kan uit degout uit een partij stappen, maar je kan ook uit degout in een partij stappen!”
vlnr: Karel Stessens, Erik De Bruyn, Hendrik Vermeersch en Antoon Stessels |
Erik De Bruyn, een van de initiatiefnemers, voegde daar nog aan toe dat het niet zozeer gaat om deze of gene partij op te richten, maar wel om een politiek programma aan te reiken dat een alternatief is op het huidige systeem. Zo’n alternatief programma moet niet verdedigd worden in een fictieve linkerzijde, maar wel binnen de linkerzijde zoals die nu is.
Heel deze discussie droeg bij om de groep van SP.a Rood meer te consolideren. Er was een algemeen enthousiasme en tevredenheid over de dag. Het debat smaakte naar meer.
Na dit debat spraken Mark Lamotte, voorzitter van de Vrienden van Cuba, en Wim Benda, coördinator van Handen Af van Venezuela. SP.a Rood sympathiseert immers met de verlinksing die door Latijns-Amerika waait. Mark Lamotte legde uit hoe de internationale betrekkingen van Cuba niet gebaseerd zijn op economische belangen maar op internationale solidariteit. Hij gaf daar diverse voorbeelden van. Wim Benda benadrukte hoe de ‘Bolivariaanse Revolutie’ in Venezuela onder leiding van president Hugo Chavez een inspiratiebron is voor heel Latijns-Amerika. Juist dit is hetgeen de VS zo sterk vreest. Vandaar dat Washington oproept voor een internationaal front tegen Venezuela. Wim riep daarentegen op voor een internationaal front van de arbeidersbeweging en de linkerzijde rond Venezuela.
Erik De Bruyn sloot uiteindelijk de dag af met een wervende toespraak, waarop de zaal met geheven vuist de Internationale zong. Daarna bleven nog enkele tientallen mensen napraten, menigeen met een Cubaanse mojito in de hand!