Begin juni werd het terug onrustig bij Opel Antwerpen. Er waren opnieuw werkonderbrekingen en stakingsdagen. Wat is er aan vooraf gegaan?
Op 3 mei was er een Europese stakingsdag ter ondersteuning van de eisen die de syndicale delegaties van Opel Antwerpen stelden. Eind april werd bekend dat de Antwerpse vestiging met een quasi-sluitingsscenario bedreigd werd. In eerste instantie zouden nog maar 80.000 auto’s gemaakt worden in plaats van 225.000. De Opel Astra zou uit Antwerpen verdwijnen. Een staking legde de fabriek plat en kort daarna werd een pan-Europese actie gevoerd met in vele landen een échte staking. Deze was een succes en in feite een sociale primeur. Bij de sluiting van Renault Vilvoorde is er nooit zeer ruim gestaakt bij de andere vestigingen maar beperkte de solidariteit zich tot de aanwezigheid van grote delegaties op de betogingen in Brussel en Parijs. Bij de herstructurering van Volkswagen is men niet tot dergelijke transnationale actie gekomen. Nu wel. In Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Spanje werd overal 3 uur gestaakt en lagen de fabrieken echt plat. Iedereen beseft dat indien Antwerpen neergaat ook zij aan de beurt kunnen komen, of, bijna even erg, een zure pil moeten slikken qua loon- en werkvoorwaarden. De stakingsactie in Antwerpen zelf is verder gegaan.
De Europese GM-directie antwoordde op de stakingsactie met een positief signaal. In 2008 zou er naast de 80.000 Chevrolets een tweede model komen, in 2009 zou er een derde model komen en aldus zou men terug op volle capaciteit draaien. Hierover werd midden mei een referendum georganiseerd. Dit was ons inziens een misstap. Waarom een raadpleging houden en aldus de deur wagenwijd openzetten voor een werkhervatting? Natuurlijk is staken tot ‘de finish’ niet gemakkelijk maar de vakbonden hadden eerst garanties moeten afdwingen van de GM-directie. Het was dus veel te vroeg om een ‘pauze’ in te lassen. Het gevolg was te verwachten: zonder duidelijk ordewoord van de vakbonden stemden 1892 voor een werkhervatting, 1832 stemden nog steeds voor het verderzetten van de staking. De 66 procent meerderheid was er dus niet. De werkhervatting gaf de GM-directie het gevoel dat warm en koud blazen effect kon sorteren. Het positieve signaal kreeg dus geen gevolg en begin juni kwam dan het slechte nieuws dat er ‘toch’ 2200 jobs zouden wegvallen. Hierop is men dan terug in actie gegaan en lag de Opel-fabriek opnieuw stil.
Offensieve strategie
Dit is een les. Ten eerste, de druk moet op de ketel blijven tot er een akkoord ondertekend is. Zonder krachtsverhouding is een directie geneigd haar woorden in te slikken. Met krachtsverhoudingen zal een directie genoodzaakt zijn, morrend of schoorvoetend, een engagement te ondertekenen. En dan nog moet het duidelijk zijn dat het niet respecteren van een geschreven engagement een prijskaartje heeft. Met andere woorden, dan nog moeten de arbeiders tonen dat ze in staat zijn tot een ruim opgevolgde stakingsactie.
De directie heeft de krachtsverhouding voorbereid (stocks aangelegd). De vakbonden hebben een positieve traditie ontwikkeld in Europees verband: samen handelen en alles op niveau van de Europese ondernemingsraad bespreken en behalen. Maar dit mag niet enkel op defensieve wijze gebeuren. “Share in pain” is natuurlijk een stap vooruit ten aanzien van de rondjesdans waarbij iedereen beurtelings wordt uitgekleed of tegen elkaar wordt uitgespeeld. De Europese samenwerking kan echter ook in een offensieve strategie passen. Hoeveel geldsommen heeft Opel/GM overal niet gekregen van de overheid? Hoeveel winsten hebben ze niet gemaakt? Hoeveel banen zijn er echt overtollig wanneer men een Europese arbeidsduurvermindering doorvoert? De geldsommen die de automobielsector overal verkrijgt, vormen een zeer goed argument om te stellen dat hierdoor niet enkel de arbeiders maar ook de overheid een vetorecht moet krijgen inzake strategische keuzes. Deze gelden komen onder controle van de directie en de aandeelhouders. De belastingsgelden of SZ-bijdragen staan dan ten dienste van de kapitaalsaccumulatie, maar hoeft dit persé? Hoegenaamd niet. Deze gelden moeten een sociaal doel dienen. Het is immers om die reden dat de overheid ze aanreikt: jobs houden of aantrekken. Als de jobs weggaan, dan zijn deze geldsommen een basis van ‘co-aandeelhouderschap’. Niet alleen hebben de arbeiders met hun prestaties bijgedragen tot de winstvorming, maar ook de samenleving heeft dit gedaan. Beide actoren hebben dus recht op een vetorecht, wat altijd de eerste eis is in de traditie van arbeiderscontrole. Vetorecht betekent concreet: geen beslissing zonder onze instemming.
Er is in tweede instantie ook ruimte voor een offensieve strategie waarbij de actiemethodes doelmatig kunnen worden. Infomeetings in alle fabrieken, werkonderbrekingen, beurtrolstakingen, Europese algemene stakingsactie in de gehele groep of zelfs solidariteitstakingen in de sector, liggen binnen handbereik vandaag. De kwestie is enkel: welke ordewoorden? Deze ordewoorden moeten immers tot mobilisatie aanzetten. Niemand gaat elders dan in Antwerpen staken voor ‘een goed sociaal plan’. Niemand gaat bereid zijn zich in te zetten voor een actiekalender van lange adem wanneer hij/zij er persoonlijk ook niet beter van wordt, met name jobgaranties en dito loongaranties.
De overheid onder druk zetten rond één belangrijke case is ook een precedent scheppen. Indien de overheid in één land, onder een centrum-linkse coalitie, verplicht is om de eisen te bespreken, om misschien subsidies terug te vorderen of voorwaardelijk te maken, dan zal dit enorme weerklank hebben, en zal de druk stijgen, zelfs op rechtse regeringen. Welnu, dit gebeurt exact op dit ogenblik, in Spanje.
Delphi wenst tegen 2008 haar vestiging in Cadiz te sluiten. Delphi is een ‘spin-off’ van General Motors en functioneert nu als autonome toeleverancier binnen de sector. Delphi staat onder concordaat in de VS (quasi failliet) ten gevolge van de diepe structurele crisis waarin de sector vertoeft. De sluiting van Cadiz zou 3000 arbeiders op straat zetten. Sinds begin maart is er een ruime mobilisatie op gang gekomen. Twee interprofessionele regionale stakingsdagen met betogingen van meer dan 120.000 mensen zijn erin geslaagd de datum van beslissing tot sluiting vooruit te schuiven. Maar uitstel is geen afstel. De gehele mobilisatie rond Delphi is er ook gekomen omdat marxisten vanuit het fabriekscomité van Delphi en vanuit de vakbeweging het ordewoord van nationalisatie hebben voorop gesteld. Als Delphi haar vestiging van Cadiz wil verlaten, dan moet ze maar genationaliseerd worden onder arbeiderscontrole. Dit is een veel juister antwoord dan ‘een goed sociaal plan’. Het geeft immers het perspectief de fabriek open te houden.
Ook in België zal deze eis opnieuw weerklank vinden, er is immers geen andere oplossing. Je kunt een zachte herstructurering organiseren, sociaal begeleiden. Maar wat verandert dit? De banen zijn weg, arbeiders moeten een nieuwe job vinden, dikwijls minder betaald. Je kunt ontslagen duurder maken. Oké, maar dan vallen ze elders, of worden er provisies aangelegd voor herstructureringen. Je kunt werkgarantie afdwingen voor twee jaar (Wet Decroly) en een herklassering (outplacement) voorzien via een overgangsbedrijf of via een reconversie in geval van een sluitingsscenario. Ook dit is oké, maar als het kapitaal wenst te delocaliseren of gewoonweg te stoppen met productie, dan moet je wel tot een ‘overname’ komen. Daarom moet de arbeidersbeweging zich voorbereiden op het ‘worst case scenario’ en reeds initiatieven ontwikkelen die de nationalisatie voorbereiden. Vandaag, middenin de structurele automobielcrisis, is dit meer dan hoogdringend.
Lees ook: