Niet alleen blijkt de regering Leterme zonder project te zitten. De oppositie van de SP.a is ook gehandicapt door een onopgeloste dubbelzinnigheid. Erik De Bruyn, woordvoerder van SP.a Rood, geeft ons net voor 1 mei zijn bedenkingen.
Vonk: De SP.a zit nu in de oppositie. Denk je dat dit de goede keuze is geweest?
Erik: De SP.a had eigenlijk geen keuze. Het was de enige mogelijkheid. Toetreden tot Leterme I was politieke zelfmoord geweest voor de partij. Natuurlijk zijn al onze problemen hier niet mee opgelost . Het is niet door in de oppositie te zitten dat de weg naar de toekomst open is. De oppositie van de SP.a is een gehandicapte oppositie.
Ik zie hier drie redenen voor. Ten eerste is het feit dat de SP.a slechts voor een gedeelte in de oppositie zit. De SP.a zit nog steeds in de Vlaamse regering en dat maakt profilering nogal moeilijk. Dan is er het feit dat de Parti Socialiste deelneemt aan de federale regering. Profilering op federaal vlak is hierdoor eveneens bemoeilijkt. De socialistische vakbond, het ABVV, zit hiermee ook in moeilijkheden. De belangrijkste handicap ligt echter bij de doctrine van de SP.a. Die is nog steeds dezelfde als tijdens de periode van lange regeringsdeelname. Blijkbaar voelt de partij het aan zichzelf verplicht om de standpunten die de laatste twintig jaar werden ingenomen te blijven verdedigen. Deze standpunten waren dikwijls concessies aan de rechterzijde - de laatste jaren aan de VLD dus. Deze standpunten waren een mislukte poging tot verzoening tussen socialistische ideeën en de liberale gedachten.
Het meest opvallende is het voorbeeld van het Generatiepact dat nog steeds wordt verdedigd. De achterliggende idee zijn de Lissabonakkoorden, in 2000 gesloten in de Europese Unie. Een competitieve economie zou dan een stevige basis leggen voor de bescherming van de sociale voorzieningen in Europa. Vandaag staat deze idee enorm onder druk. Jarenlang heeft me de schijn kunnen hooghouden dat hierover een consensus kon bestaan toen de conjunctuur van de wereldeconomie mee zat. Nu is dat niet meer het geval. De economie zit in de problemen. Op korte termijn mag men een harde neoliberale politiek verwachten. De SP.a zal dan opnieuw voor keuzen staan. De partij is hier echter niet klaar voor. Tijdens de twee congressen over ideologie is er met geen woord gerept over economie, financiën en belastingen. Op de website van Dirk Van Der Maelen vindt men sommige ideeën die een aanzet kunnen zijn voor een nieuwe sociaal-economische doctrine. Het SP.a-programma zegt hier echter niets over.
De SP.a moet dus uit die dubbelzinnigheid. De partijtop moet duidelijk zeggen dat ze verkeerd zat met de steun aan het Generatiepact en de notionele interestaftrek. Maar dat krijgt ze niet over haar lippen.
Vonk: Wat vind je van de profilering van de partij sinds de regeringsvorming?
Erik: De partij zal zich noodgedwongen moeten profileren. De onweerswolken stapelen zich op als gevolg van de kredietcrisis en de onderliggende economische terugval. Hoe zien wij als socialisten de economie, hoe gaan wij de welvaart verdedigen, de koopkracht op peil houden en de verworvenheden in bescherming nemen? Ook over de milieukwestie moeten we duidelijkheid scheppen. De partij zoekt binnen de huidige economische logica duurzame oplossingen hiervoor. Maar zolang je de energiesector niet in handen hebt, is dat zeer moeilijk. Hoe reageert de partij op de huidige voedselcrisis? We betalen nu meer voor ons dagelijks eten. Het is erg bij ons, maar voor drie kwart van de wereld is het nog veel erger. In Egypte heeft de regering de voedselsubsidies moeten opdrijven. Landen als Egypte en India zijn verplicht in te grijpen in de vrije markt. Het winstbejag maakt dat graanprijzen bijvoorbeeld artificieel worden hooggehouden. De piste van de biodiesel maakt ook dat de voedseloogsten moeten wijken voor de teelt van gewassen voor het maken van biobrandstoffen. Deze brandstof dient om een voorbijgestreefde technologie te handhaven, namelijk de verbrandingsmotoren. De voedselcrisis is een flagrant voorbeeld van het absolute falen van de vrije markt. De SP.a heeft dus dringend een nieuwe ideologie nodig, een politiek project dat het systeem uitdaagt.
Vonk: Wat heeft SP.a Rood verwezenlijkt?
Erik: SP.a Rood heeft de woede en de frustratie kunnen vertolken van de partijbasis. De achterban is nooit echt overtuigd geraakt van de doctrine van de partijtop betreffende ‘gelijke kansen' en de ‘actieve welvaartstaat', de newspeak die de socialistische ideologie moest vervangen. Wij hebben deze onderstroom zichtbaar gemaakt. Als gevolg van de activiteit van SP.a Rood heeft de top meer ruimte moeten geven aan de leden. De Raad van voorzitters en secretarissen blijkt ernstiger te worden genomen. Het nieuwe ledenblad, alhoewel niet perfect, is toch een verbetering op het erg kleuterige ‘Tapas'. Ook in de aanloop naar het congres van het najaar verwacht ik meer effectieve inbreng van de afdelingen. We hebben door onze actie dus ruimte gecreëerd. Op lokaal vlak zien we echter dat sommige militanten het leven zuur wordt gemaakt in de partij.
We hebben dus te maken met een dubbele politiek vanuit de partijtop: enerzijds duidelijke toegevingen aan SP.a Rood waar wij maximaal gebruik van maken en anderzijds pogingen om SP.a-Rood-sympathisanten te isoleren. Eén ding is zeker: dat gaat niet lukken. We zijn er lang nog niet. SP.a Rood is nodig. Een programmatorische herbronning zal immers ook moeten samengaan met nieuw politiek personeel. Dat is iets wat pijnlijk blijft in de partij. We zijn zogezegd in de oppositie maar de kopstukken van de partij vandaag zijn dezelfde als deze onder de laatste regering. Sommigen, zoals Frank Vandenbroucke, zijn nog steeds minister!
Vonk: Wat zou je vertellen moest je op 1 mei de betogers bijvoorbeeld in Antwerpen kunnen toespreken?
Erik: Mijn nadruk zou liggen op wat de SP.a best doet in de oppositie. Ik zou het hebben over de gevechten die op ons afkomen voor onze levensstandaard als gevolg van de economische terugval. De vakbonden spelen hierin een enorm belangrijke rol. Eigenlijk zijn ze de enige defensielijn waarover de werkende mensen vandaag beschikken. Ik voorspel inderdaad hevigere sociale strijd. De toekomst van de SP.a is deze als spreekbuis, als verlengstuk van deze sociale strijd. De politieke actie van de SP.a moet volledig ten dienste gesteld worden van de versterking van de sociale strijd; vandaag en morgen.