Totale stakingen zoals die van het spoor gisteren op 20 mei zijn zeldzaam. Geen trein die ook maar reed op het hele treinnet gedurende vierentwintig uur. Geen enkele vakbond, hoe goed georganiseerd ook, kan zo een totale staking waarmaken zonder te beschikken over een zeer groot draagvlak. Dit is de meest succesvolle staking in jaren. Acht op tien personeelsleden legde het werk neer. Zonder de treinbegeleiders, machinisten, spoorleggers, seingevers, stationschefs, allerlei technici, loketpersoneel, schoonmaakpersoneel, bedienden, zonder de tienduizenden personeelsleden draait de NMBS niet. Zou een staking van de CEO's van Infrabel, Holding enzovoort hetzelfde effect hebben? Weinigen zouden het merken. Weinigen? Nee, niemand.
De staking is er gekomen als gevolg van een opstand van de vakbondsleden en de besturen tegen het voorakkoord tussen vakbondstop en directie. Jannie Haek,de personeeldirecteur, kon het niet nalaten op het VRT-journaal van maandag hierover te klagen. "Nochtans hadden we een akkoord met de vakbonden", vertelde hij ontgoocheld. Jannie is veel te lang gewoon de vakbondstop te verwarren met de hele vakbond. De huidige staking is er gekomen dankzij de druk van onderuit.
De luttele loonopslag, de stresserende polivalentie en de plagende productiviteitsdruk drijven het personeel tot actie. Zo gaat dat de laatste tijd in België. In de metaalsector hebben ze hier ervaring mee sinds de golf van spontane stakingen vertrokken is bij de onderaannemers van Ford Genk. De verhoging van de koopkracht staat hier centraal. Dat elan bleef gedurende maanden verder zinderen in andere sectoren. Beter nog, met de staking van het spoorpersoneel zwelt die golf weer aan. De Rode Alarmweek van begin juni is hier ook een uitloper van.
Een scherpzinnig editoriaal van de centrumrechtse krant Le Soir vreest dat de spoorstaking een voorbeeld kan stellen voor andere sectoren. "Opgepast," schreef de krant aan de vooravond van de staking, "de beweging die vanavond start is veel minder onschuldig dan ze lijkt. En het gevaar van besmetting van andere bedrijven in het land is groot". Verder neemt de krant de onverschilligheid van de regering op de korrel. "Zo een onverschilligheid is gevaarlijk, want die ontkent de misnoegdheid die stijgt vanuit de werkplaatsen en de dualisering van de grote steden, versterkt door de stijging van de werkloosheid van de jongeren." Ten slotte hoopt de krant op het behoud van de sociale vrede in het land. Typisch besluit. Het patronaat en haar economisch systeem voeren een onophoudelijke en eenzijdige sociale oorlog tegen de bevolking. Als de werkende bevolking hiertegen wil reageren, dan komen er van overal oproepen tot vrede!
Mislukte aanval tegen stakingsrecht
De Vlaamse Automobilisten Bond voorspelt al bijna een hele week lang een vreselijke filedag en chaos op de wegen. Dit horrorscenario is uitgebleven. Het was zelfs een ongewoon rustige werkdag op het wegennet. Maar het paniekerige gedoe van de VAB stond ongetwijfeld in dienst van een politieke agenda gericht tegen de spoorbonden.
Zogezegde belangbehartigers van de treinreizigers zoals de Bond van Trein, Tram- en Busgebruikers (BTTB) gaven Inge Vervotte, de minister van overheidsdiensten, ook de volle laag omdat ze het niet zag zitten een minimumdienst in te voeren. Wie vertegenwoordigt de BTTB eigenlijk? Met welk lef durven zij de pendelaars te vertegenwoordigen?
Vincent Van Quickenborne, minister van Economie, liet zelf de economische kost uitrekenen van de spoorstaking: 40 miljoen euro. Bovendien schatte hij de ecologische schade op een uitstoot van honderdduizend ton CO2.
Ook Groen doet mee aan de hele heisa. In een advertentie in de kranten de dag na de staking bloklettert de partij: "Stakingsrecht: Ja! Maar acties die reizigers gijzelen: Nee!" Kan het demagogischer? De spoorstaking kon ondanks de vanzelfsprekende ongemakken wel rekenen op medeleven van veel pendelaars. De reden hiervoor is dat de problemen van de stakers herkenbaar zijn voor vele andere werkende mensen.
Inge tussen hamer en aambeeld
In deze context van weinig spontane verontwaardiging van een bepaald middenveld en een minister hernieuwde Open VLD zijn oud pleidooi voor een minimumdienst. Bart Somers, de blauwe voorzitter, herinnerde aan het regereerakkoord van Leterme I. Deze voorziet in het verzekeren van de "continuïteit van de dienstlevering" in geval van staking. CD&V zit hiermee natuurlijk heel verveeld. De partij van Leterme vreest tussen hamer en aambeeld geplet te geraken indien ze een minimumdienst probeert op te leggen. Vooral Vervotte vreest gekneld te geraken tussen de rechterzijde in eigen partij en de ACV-vleugel, maar ook tussen het ACV en de liberale coalitiepartners.
Inge Vervotte kreeg nochtans als voogdijminister en als minister voor de openbare diensten de uitdrukkelijke opdracht - door de bedrijfsmiddens - om de minimumdienst bespreekbaar te maken bij de vakbondstop. Inge Vervotte neemt echter geen principieel standpunt in. Ze bleek de laatste dagen noch voor noch tegen een minimumdienst. Ze verschuilt zich achter de ‘onuitvoerbaarheid' van deze minimale dienst. Wat een geluk voor Inge Vervotte! Bruno Tuybens voor de SP.a nam gelukkig wel een standpunt in tegen de minimumdienst. Een principieel standpunt, zo lijkt het wel.
"Zo'n plan (een minimumdienst, nvdr) klinkt mooi in theorie, maar is praktisch onuitvoerbaar", stelt Inge op de Zevende Dag. "Om een minimale dienstverlening te garanderen is minstens 65 procent van het personeel nodig". Slecht gerekend, zegt Open VLD. "Met een kwart van het personeel kan een minimumdienst ingesteld worden." En zo duurt het gekibbel voort in de regering. Weinig echter wordt er gekibbeld over de koopkracht in deze regering. Over die hamvraag is de regering totaal apathisch. ‘BHV' en minimale diensverlening maken echter wel deel uit van de passies van een totaal vervreemde politieke elite. Wat de echte bekommernissen van de bevolking betreft, is deze regering al maanden in minimumdienst!
De vervreemding van de hele politieke elite van de belangen van de gewone mensen is zelden zo groot geweest. De achterban van de SP.a heeft er goed aan gedaan de top te bewegen niet toe te treden tot deze regering. Ook de deelname aan de communautaire onderhandelingen is terecht geweigerd. Maar waar waren de SP.a-parlementsleden te bespeuren aan de piketten?
Apathische regering
Dat de gewone mensen het communautaire gekibbel spuugzat zijn, blijkt opnieuw uit een recente peiling (Dernière Heure, 10 mei 2008). Op de vraag of de kwestie van Brussel-Halle-Vilvoorde belangrijker is dan het aanpakken van de daling van de koopkracht, antwoordt slechts 23,5 procent van de Vlamingen in Brussel en 28,5 procent in Halle-Vilvoorde positief... Zeven op tien verwerpt die stelling. Wat een kaakslag voor Leterme I, die deze week nog snel gaat proberen een superministerraad bijeen te brengen over socio-economische kwesties. Geen gezicht verliezen is de boodschap.
Veel mensen die niet bij de NMBS werken - waaronder veel pendelaars - herkennen zich in de eisen van het spoorpersoneel. De kracht van de staking van het spoorpersoneel en de populariteit van hun eisen heeft de dreiging van een minimumdienst voorlopig begraven. Het bewijs is nogmaals geleverd. De arbeidersbeweging kan zulke bedreigingen afweren als ze kordaat in actie treedt. Dat de socialistische spoorbond weigerde hier ook maar over te onderhandelen, heeft ook ACV Transcom onder druk gezet. Enkele maanden geleden was de baas van de christelijke spoorbond nog te vinden voor een minimumdienst! Nu niet meer.
De bal is nu opnieuw in het kamp van de arbeidersbeweging, die weer een kans krijgt om haar stempel, haar agenda door te drukken op het hele politieke gebeuren. De SP.a en de PS moeten die kans grijpen om deze diepe beweging van onderuit een politiek verlengstuk te geven.