De solidariteitsmars tegen de sluiting van de vestiging van Bekaert in Hemiksem mobiliseerde veel meer volk dan de vakbonden verwachtten. De betoging werd op gang getrokken door de arbeiders en bedienden van de staaldraadproducent en hun families.
Ze werden gevolgd door talrijke delegaties uit bedrijven van Antwerpen en de hele metaalsector: General Motors, Atlas Copco, Hansen Transmissions, Crown, Antwerp Ship Repair, Bekaert Aalter, Sidmar enzovoort. Naast de bedrijfsdelegaties viel de aanwezigheid van veel individuele delegees op, eveneens uit de metaal, de bediendensector en de Stad Antwerpen. Dit toont het potentieel voor de eenmaking van de strijd van de bedrijven tegen afdankingen en sluitingen. Temeer als je weet dat de vakbondstop niet echt stond te popelen voor deze mars. De vakbondsmilitanten van Bekaert hebben zelf de handen uit de mouwen moeten steken en zijn in verschillende bedrijven pamfletten gaan uitdelen.
Helemaal vooraan, nog voor de groep van het personeel van Bekaert, stapten een aantal schepenen en burgemeesters uit de streek wat onzeker op. De afstand tussen hen en het gros van de stoet onderlijnde weer eens de ‘kloof tussen burger en politiek'. Vooral als die burger een arbeider of een bediende is die actie voert. Caroline Gennez liep ook even ‘op kop' maar vetrok voor het einde van het parcours. Andere SP.a-politici, die helemaal geen last hebben van die kloof, liepen middenin de betoging zij aan zij met de actievoerders. Dit was het geval met Rodney Talboom, gekend als de rode spreekbuis van de actievoerders van Bekaert in de gemeenteraad van Hemiksem, en Erik De Bruyn, woordvoerder van SP.a Rood. Zij voelden zich als een vis in het water. Een belangrijk deel van de socialisten had zich verzameld achter het splinternieuwe spandoek van SP.a Rood. De jongeren van Animo Hemiksem vormden ook een eigen groep achter een eigen gemaakt spandoek ondertekend door de Animo, SP.a Rood en Vonk. Hun eis was duidelijk: Bekaert moet open blijven!
Het speciaal katern van SP.a Rood over het alternatief op de crisis van het kapitalisme ging vlot van hand. De verkoop van Vonk was een voltreffer. Minder spetterend waren de toespraken van de verschillende vakbondsleiders. Het zwaartepunt van hun betoog beperkte zich tot de vaststelling dat het ‘wel allemaal slecht gaat met de tewerkstelling'. Niet het minste voorstel werd gedaan voor de voortzetting van de strijd van Bekaert. Geen eisen werden gesteld aan de Vlaamse regering of het patronaat. Onze eigen vakbondsleiding lijkt nogal wat ontredderd en politiek ontwapend tegenover deze crisis. Sommigen zien in deze betoging een eindpunt van de strijd. Wij denken dat deze betoging eerder aanduidt wat de toekomst moet zijn in de strijd voor jobs: de eenmaking van de syndicale actie van alle bedrijven in moeilijkheden rond een socialistisch alternatief. Arbeidsduurvermindering zonder loonsverlies, nationalisatie onder arbeiderscontrole en openbaar industrieel initiatief vormen hiervan de kernpunten.