We zijn momenteel getuige van een historische fase in de Belgische klassenstrijd. De ‚besparingsmaatregelen’ aangekondigd door de homogeen rechtse regering Michel 1, waarvan Bart De Wever en zijn N-VA de architecten zijn, hebben protest uitgelokt op een schaal die niet alledaags is. De betoging op 6 november en ook de stakingsdag van 24 november waren een groot succes. Het eenheidsgevoel is groot, zelden was zo duidelijk dat er iets grondig mis zit met de verdeling van de rijkdom. Een beleid dat openlijk kant kiest van de rijken en het groot kapitaal is voor velen een stap te ver. Zeker wanneer er regelmatig berichten verschijnen over multinationale bedrijven die geen belastingen betalen, kapitaalkrachtigen die hun geld parkeren in belastingparadijzen, de 12.000 miljonairs die België rijker is verleden jaar enz.
Zogenaamde centrum linkse regeringen hebben al decennia de sociale afbraak ingezet en steeds meer ruimte gelaten aan privatisering. Het resultaat is dat er nu een rechtse regering aan de macht is en de aanvallen op de levensstandaard enkel in een stroomversnelling terecht zijn gekomen. Het is inderdaad verandering, maar niet in een richting die een meerderheid ten goede komt. Het is duidelijk de bedoeling van deze regering de verworvenheden van de arbeidersbeweging, bekomen over decennia strijd, op een beslissende manier terug te dringen. Deze aanval op de arbeidersklasse is haar reden van bestaan, het enige wat telt is de concurrentiepositie van de bedrijven, het optrekken van de winstmarges en het budgettaire keurslijf van Europa. Zowel Michel als De Wever zullen 4 december speechen op de nieuwjaarsreceptie van Voka.
De agressieve N-VA component in deze regering maakt haar ook kwetsbaar. De N-VAers zijn voor de eerste keer minister, 12 van de 18 regeringsleden hadden nooit eerder federale verantwoordelijkheden en 11 geen ministeriële ervaring. Het zou hen wel eens kunnen ontbreken aan de nodige finesse om de klassenstrijd op de ‚gewenste manier te kanaliseren’. Ze lijken uit te zijn op confrontatie en zwengelen daarmee ook de confrontatiedrang van hun coalitiepartners aan. Wanneer ze de vakbonden blijven negeren, provoceren en hun anti-syndicale lijn voortzetten zouden ze wel eens krachten kunnen oproepen die ze niet voor mogelijk hadden geacht. De volgende regionale stakingsdagen en de nationale 24-uren staking van 15 december lijken een immens succes te worden. Waar er algemene ledenvergaderingen georganiseerd worden is de deelname en de actiebereidheid groot. Vakbonden laten alvast weten dat aanstaande maandag minstens 400 Oost-Vlaamse bedrijven plat gaan. In Luik beloven de vakbonden dat ‘alles zal stopgezet worden’.
De grote vraag is echter wel, wat na 15 december? ACV-voorzitter Leemans wil niet onderhandelen alvorens de regering het over een tax-shift wil hebben. Hij wil een vermogenswinst belasting en tracht dit via de CD&V op de regeringsagenda te plaatsen. Anderen vragen een signaal van de regering over de eindeloopbaanmaatregelen. Nog eens anderen gaan niet aan tafel zolang de verhoging van de pensioenleeftijd niet wordt terug getrokken, net zoals de indexsprong en de maatregelen over het brugpensioen. De vakbondsleiders spreken gespierde taal, maar hebben het steeds opnieuw over onderhandelen, weliswaar onder bepaalde voorwaarden, maar toch. Onderhandelen is natuurlijk niet per definitie slecht, maar in dit geval, wanneer de regering duidelijk laat verstaan dat er over niets te onderhandelen valt, is er wat anders nodig. De techniekers van de vakbond die in alle stilte met het kabinet Peeters aan tafel zitten komen met lege handen terug. Ze zien niet alleen geen marge voor substantiële verbeteringen, ze vrezen zelfs erger.
Op 16 en 17 december zou naar verluid het parlement samenkomen om wetten te stemmen waar 15 december tegen gestaakt zal worden. De vakbonden kunnen zich hierdoor niet laten verassen. Marc Goblet, de algemeen secretaris van het ABVV dreigt zelfs met ‘acties tot de finish’ vanaf 16 december moest de regering het een en het ander willen forceren. De terugtrekking van al de asociale maatregelen moet de doelstelling van het verenigd vakbondsfront zijn. 15 december zal daarvoor niet volstaan. De actie moet verder gezet worden eerst met een nationale 48-uren staking, daarna 72- uren enz. Desnoods ‘tot de finish’, t.t.z. een algemene staking tot de terugtrekking van de asociale regering. Het is deze regering menens, we kunnen deze keer geen half werk doen. Er kan geen sociale vrede zijn zolang de maatregelen niet zijn ingetrokken. De nationale 24-uren staking op 15 december moet ook vergezeld worden van regionale betogingen doorheen heel het land, gevolgd door ledenvergaderingen om te bespreken en beslissen welke actie er verder ondernomen wordt.
Oud minister Jean Gol, het liberale boegbeeld in de vorige homogeen rechtse regering Martens 2, gaf ooit toe dat in België geen enkele regering kan regeren zonder de steun van tenminste een van de twee grote vakbonden. In de volgende weken moeten we de regering en het patronaat tonen dat er niet tegen een verenigd vakbondsfront kan geregeerd worden.