Het nieuwe politieke jaar startte bij de Parti Socialsite met een verrassende schuldbekentenis van Elio Di Rupo. Een paar maanden geleden was hij nog premier van een coalitieregering samen met de liberalen en de christendemocraten. Nu is hij ‘gewoon’ weer voorzitter van een verzwakte partij in de oppositie, na een kwart eeuw ononderbroken deel te hebben genomen aan de federale regeringen.
Tijdens een gesprek met de overheidsradio La Première van de RTBF ‘neemt hij de verantwoordelijkheid’ voor de beslissing om langdurige werklozen te schorsen. Deze maatregel treed dit jaar in voege en zorgt al voor duizenden dramatische toestanden bij talrijke families. Tot 50.000 werklozen riskeren hun uitkering te verliezen en zullen aankloppen bij het OCMW voor steun. Di Rupo voegt er echter aan toe dat het hier om ‘een 100 procent liberale vraag’ ging in de vorige regering. Met trillende stem gaat hij verder: ‘Mijn hart bloedt wanneer ik aan al die mensen denk. Geloof me, ik slaap er niet van’. Hij is zelfs bereid zijn steun te verlenen indien de regering een initiatief zou nemen om deze maatregel nog in te trekken.
Dat een voormalige premier een dergelijke 'mea culpa' slaat is ongewoon. Tot nu toe verdedigden (bijna) alle socialistische verantwoordelijken deze maatregel die bijna symbool staat voor het soberheidsbeleid van de regering Di Rupo. Vandaag is er echter wel nog een ‚socialistische verantwoordelijke’, namelijk Monica Deconinck, die onomwonden deze maatregel, niet alleen steunt maar… opeist. ‘'Wachtuitkeringen? Ik heb er geen spijt van. Ik vind het positief om ze na drie jaar te schrappen’.
Tegenstelling
De ‘mea culpa’ van Elio Di Rupo vat goed de tegenstelling samen waarin de PS zich bevindt. Hoewel de PS nog steeds de eerste partij is in Wallonië is ze sterk verzwakt. De PS wil de linkse harten van haar verloren achterban herwinnen, maar is tegelijkertijd medeverantwoordelijk voor het soberheidsbeleid op federaal vlak. Op regionaal vlak waar ze wel aan de macht is voert de partij een gelijkaardig beleid. De PS voelt vooral de hete adem van de PTB in haar nek. Een peiling geeft de PTB 8 procent in Wallonië. Zelfs het FDF van Maingain probeert linkse stemmen weg te pikken van de PS met een ‘sociaal liberaal’ discours. Ecolo is nog steeds in volle existentiële crisis en daardoor niet aantrekkelijk voor ontgoochelde linkse PS kiezers. De verhoudingen met het FGTB zijn ondanks de oppositie op federaal niveau nog steeds moeilijk. Niet alleen met de syndicale achterban, maar ook met de leiding van het FGTB botert het niet. Het FGTB van het gewest Charleroi riep twee jaar geleden op om op zoek te gaan naar een alternatief naast de PS. In andere gewesten en centrales is het niet zo duidelijk gesteld, maar het wantrouwen van de achterban en het middenkader van het FGTB blijft groot. Velen trokken en trekken nog steeds de kaart van de PTB. De algemeen secretaris van het Waalse FGTB, Thierry Bodson schreef in november vorig jaar een harde brief naar Magnette, de minister-president van de Waalse regering. In deze brief verwijt het FGTB de Waalse regering geen ruimte te laten voor ‘overleg’. De bezuinigingen in Wallonië zullen ‘pijnlijk’ zijn en in de eerste plaats de openbare diensten treffen en de social profit. Bodson belooft syndicale acties. Die zijn er echter nog niet van gekomen.
De spagaat tussen de PS campagne tegen de soberheid enerzijds en het gevoerde beleid in Wallonië anderzijds, ondermijnt elke geloofwaardigheid.
De peilingen blijken dit te bevestigen. Slechts 16 procent vindt het beleid van de regering Magnette ‘uitstekend, zeer goed of goed’. Dit is een populariteit dicht bij het vriespunt. Elio Di Rupo blijft zeer populair als persoon maar hij wordt hier niet in gevolgd door de Partij Socialiste.
Druk op de linkerflank
Charles Michel, de premier van de rechtse federale regering kan sommige kritiek van de PS gemakkelijk afketsen. Dit was het geval wanneer de PS begin dit jaar afkwam met een wetsvoorstel voor een vermogensbelasting. ‘Waarom heeft de PS die dan niet doorgevoerd in een kwart eeuw regeringsdeelname’ reageerde Michel. De liberalen hebben er wel alles aan gedaan om dergelijke fiscale hervorming, zelfs in milde vorm, te verhinderen toen ze met de PS regeerden.
Nu is het met de PS (nog) niet zo slecht gesteld als met de Franse PS van Hollande en Valls, de PSOE in Spanje of PASOK in Griekenland. Deze laatste riskeert zelfs voor de eerste keer sinds de val van het kolonelsregime, 40 jaar geleden, van de parlementaire kaart geveegd te worden. De laatste peiling geeft PASOK nog maar 3 procent van de stemmen.
De PS beschikt nog over aanzienlijke passieve steun bij de arbeidersklasse en lagere middenstand. Ook binnen het FGTB zijn het niet alleen Bodson of Goblet die voor de PS stemmen. Een derde van de kiezers in Wallonië en bijna een vierde in Brussel brengen hun stem uit voor de PS. De partij van Di Rupo beschikt nog over maatschappelijke reserves. Maar wat is, kan verdwijnen. Wat niet is, kan ontstaan. Zeker onder de zware druk van een lange sociale en economische crisis. Dit is een van de hoofdkenmerken van de zeer vluchtige politieke situatie in Europa. Indien de PS geen linksere koers voert, niet in woorden maar vooral in de praktijk, in de eerste plaats op regionaal vlak, gaat haar geloofwaardigheid er niet op vooruit gaan. De PS blijft denken en handelen binnen de krijtlijnen van een kapitalisme in crisis. Niets duidt er op dit ogenblik op dat dit aan het veranderen is. Dit gaat nog meer politieke ruimte geven aan de PTB in de volgende periode.