Woensdag 8 januari voerde het Platform tegen de oorlog (de 150 organisaties die de anti-oorlogsmanifestatie van 17 november schraagden) actie aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Centraal in de actie stond het thema dat door dit blad en deze website in de anti-oorlogsbeweging is gebracht, namelijk het gebruik van de Antwerpse haven voor Amerikaanse oorlogstransporten.
Een zeskoppige delegatie van de actievoerders werd ontvangen door Annemie Neyts. Zij verving minister Michel, die zich momenteel in Congo bevindt. We presenteerden mevrouw Neyts enkele zeer concrete feiten over de oorlogstrafieken in de Antwerpse haven: de openbare aanbestedingen van het Amerikaanse leger voor het vervoer van oorlogsmaterieel vanuit België naar de Golf, en de betrokkenheid van de in Antwerpen gevestigde rederij CP-Shipping.
Annemie Neyts toonde zich 'verrast' door dit feitenmateriaal. Zij beweerde niet te weten dat het gesprek hierover zou gaan. In haar antwoord somde zij op welke diplomatieke initiatieven er door België en Europa allemaal genomen werden en worden om een oorlog te vermijden. De centrale bekommernis van ons buitenlandministerie is dat "de geloofwaardigheid van het multilaterale systeem" (de VN) te allen prijze moet worden gevrijwaard. Dit staat natuurlijk haaks op de bekommernissen van de anti-oorlogsbeweging en van het overgrote deel van de Belgische en Europese publieke opinie. Die vindt het véél belangrijker dat er te allen prijze vermeden wordt dat er oorlog komt.
Bovendien merkten wij ook op dat er heel wat andere VN-resoluties zijn die al decennia lang zonder gevolg blijven. Denken we maar aan de VN-resoluties over de door Israël bezette Palestijnse gebieden. Als het over geloofwaardigheid moet gaan, ligt er daar dus zeker een prioriteit.
Ook de sancties moeten volgens Neyts voldoende geloofwaardig blijven. We mogen daarom nu niet zeggen dat we onder geen beding ten oorlog zullen trekken. Deze houding werpt vruchten af, aldus Neyts: de wapeninspecteurs kunnen nu plaatsen bezoeken waartoe zij in 1998 geen toegang konden krijgen.
Dat kan allemaal wel zijn, maar het concrete resultaat is tot nader order dat de wapeninspecteurs nog niets noemenswaardigs – en eigenlijk zelfs helemaal niets – gevonden hebben. Anderzijds gaan de Amerikaans-Britse oorlogsvoorbereidingen onverminderd door en worden zij zelfs in een hogere versnelling geschakeld.
Ook het onder Amerikaanse druk in VN-resolutie 1441 opgenomen principe dat "Saddam Hoessein moet bewijzen dat hij geen massavernietigingswapens heeft" is een merkwaardige en onheilspellende omkering van de bewijslast die de kans op 'overtreding' wel zéér groot maakt.
Maar Neyts spande toch wel de kroon toen zij stelde dat "private maatschappijen nu eenmaal geen strobreed in de weg gelegd kan worden als zij willen intekenen op openbare aanbestedingen van Amerikaanse wapentransporten via de Antwerpse haven".
Het is nochtans een duidelijke politieke, en geen zakelijke optie van België en Europa om toe te staan dat een vreemde mogendheid (de Verenigde Staten) wapens op ons grondgebied gereed houdt, en dat deze wapens te allen tijde via onze wegen, spoorwegen en havens overgebracht mogen worden om ingezet te worden in allerlei gewapende conflicten, al dan niet in NAVO- of VN-verband.
Het is een politieke optie die niet strookt met de opvattingen van de meerderheid van de Europeanen, die hevig gekant zijn tegen de ronduit imperialistische oorlogsvoorbereidingen van de Verenigde Staten.
Minister Michel liet vanuit Kinshasa weten dat hij zelf met ons wil praten, en nodigt ons vrijdag uit voor een gesprek. Wordt dus vervolgd.