Verrassend links. Dat is de indruk die het boekje van Patrick Janssens geeft na de eerste, en zelfs de tweede lezing. Natuurlijk werden we de afgelopen jaren op dat vlak niet echt verwend in de SP: in 1990 bombardeerde Frank Vandenbroucke het socialistische denken terug naar de pre-marxistische, utopische fase met zijn fabel over een eiland in “Over dromen en mensen”. En onder de dictatuur van Tobback werden er geen noemenswaardige boeken gelezen, laat staan geschreven.
Afgemeten aan die periode van intellectuele en ideologische dorheid die achter ons ligt leest “Over de grenzen” erg verfrissend. Janssens aarzelt niet om afstand te nemen van het “nieuwe breuklijnen” denken van Elchardus & Co. en erkent opnieuw de tegenstelling tussen rechts en links. De ideologie van de “actieve welvaartstaat” wordt nog wel beleden maar in laag profiel, omdat Janssens in de praktijk hier én over de grenzen ook ziet dat “die haring niet zo goed braadt” zoals ze dat op het Kiel zeggen. In elk geval wordt de loftrompet niet meer gestoken over het “Rijnlandmodel” als “onze” samenleving en wordt het socialisme opnieuw als een project gedefinieerd dat verontwaardigd is over het alomtegenwoordige en nog toegenomen onrecht in de wereld, een project dat de wereld wil veranderen en niet alleen Vlaamse zebrapaden wil herschilderen. Het is duidelijk dat Patrick Janssens tijdens zijn rondgang in de afdelingen geluisterd heeft, écht geluisterd en dat strekt hem tot eer. Maar tegelijk ook is het spanningsveld tussen de bezielende gedachten die de partijvoorzitter formuleert en de politieke praktijk van de SP nog nooit zo groot geweest. Het onbehagen bekruipt je dan: gaan we van hieruit werkelijk verder discussiëren of is het boekje een uit de hand gelopen 1 meitoespraak die op 2 mei alweer opgeborgen wordt?
Maar laten we ervan uitgaan dat we werkelijk “aan zet” zijn, zoals de voorzitter het op de laatste bladzijde formuleert. Zoals reeds gezegd zet “Over de grenzen” vooral in de eerste 20 bladzijden het socialisme opnieuw op de kaart als een bezielend project. Wij citeren onder andere:”Dat de SP zo weinig oog heeft voor internationale solidariteit is eigenlijk bizar ( )”; “ We schijnen vergeten te zijn dat het de Socialistische Internationale was die voor het eerst de arbeiders bijeenbracht in België.” En verder: “We moeten deze draad weer opnemen, ons weer als een internationaal georiënteerde partij gedragen. De toestroom van asielzoekers biedt ons daartoe een historische kans.” Kijk, met dit elan kan je opnieuw jongeren aantrekken tot een socialistisch project! Maar dan begrijpen we écht niet waarover het project van het opdoeken van de Jongsocialisten eigenlijk goed voor is: zou het dan niet beter zijn die beweging nieuwe zuurstof te geven als socialistische en internationalistische jongerenbeweging in plaats van de kaalslag van de “hervormingen” van de laatste 10 jaar in de JS nu te voltooien door de liquidatie ervan ? In plaats van socialisme zonder taboes krijgen de Jongsocialisten van het SP-bureau taboes zonder socialisme voorgeschoteld
Janssens zal ons gelijk geven als ik zeg dat politieke ideeën steeds weer moeten worden getoetst aan de dagelijkse praktijk. Zo ook met de “actieve welvaartstaat”. De voorzitter noemt dit “een wat moeilijk concept, maar weleen concept waarover we het met vakbond, ziekenfonds en partij roerend eens zouden moeten zijn.” Zouden we voor we tot deze roerende eensgezindheid komen niet beter eerst een bilan opmaken ? Wij hebben dat met Vonk eens gedaan op basis van feiten en cijfers in onze brochure “Wie betaalt de rekening?”(1) en wat blijkt ? Het etiket actieve welvaartstaat verbergt een verhaal van toegenomen ongelijkheid, precarisering, plundering van de sociale zekerheid en uit de pan swingende winsten. Wij willen ons niet koste wat kost “vastklampen aan oude dogma’s” zoals men de linkerzijde in de partij gemakkelijkheidshalve in de media voorstelt. Maar wél willen we een discussie over concrete resultaten en gevolgen, zoniet zal de mantra van de actieve welvaartstaat snel zélf vervallen tot een dogma! Patrick Janssens toont in zijn boek op briljante wijze het verband aan tussen veiligheid, gezondheid en de sociaal-economische situatie van het individu. Dit discours is echter onverenigbaar met zijn oproep tot eenheid rond het concept van de actieve welvaartstaat.
Wat volgt is een beetje pijnlijk. Men kan niet schrijven: “Onze jongeren moeten de kans krijgen om, net zoals wij vroeger, de natuur te ontdekken of er gewoon te lopen en te spelen. De jongeren van vandaag moeten ook hutten kunnen bouwen of ravotten in de sloot. Zo leren ze houden van de natuur. Maar jeugdbewegingen vinden steeds moeilijker plaatsen waar ze zich volop in de natuur kunnen uitleven.” En tegelijk het nut van de bos- en zeeklassen in het Antwerpse stadsonderwijs in twijfel trekken. Of de eigen jeugdbeweging Rode Valken geen plaats meer gunnen! Evenmin gaat het op om te pleiten voor een doorgedreven democratisering van het onderwijs en voor meer middelen voor concentratiescholen om dan straks in de Antwerpse gemeenteraad enkele honderden miljoenen aan besparingen in het stedelijk onderwijs goed te keuren
Volgende passages heb ik als stedeling met fluostift aangemerkt, nog eens onderlijnd en er bovendien uitroeptekens van vreugde naast geplaatst: “stadsvernieuwingsfonds, een snufje sociaal impulsfonds, een leegstandstaksje hier en een andere krotbelasting daar, volstaan niet.” Ik ben blij verheugd dat Patrick Janssens het eerste Antwerpse gemeenteraadslid is dat zo duidelijk en ondubbelzinnig zegt dat hij het Antwerpse besparingsplan NIET zal stemmen en dat hij zal strijden voor een kwijtschelding van de Antwerpse historische stadsschuld!
We moeten dus oppassen dat ze binnenkort op het Kiel (en in Deurne-Noord waar ikzelf woon en waar het Vlaams Blok nu al 37% van de stemmen haalt) niet zeggen: “Die Janssens zenen oitleg is wel schoein mor zene spekelaase deugt ni.” Er zal nog een lange en moeilijke weg moeten worden afgelegd om het nieuwe socialistische elan dat in “Over de grenzen” besloten ligt ook in de praktijk te laten doorbreken. Wat dat betreft miste ik in het boek visie over de herstrucurering van de beweging. Is het omdat die zich in de praktijk wel eens blijkt te beperken tot afbouw?
Inzake de relatie met de vakbond zullen we toch wat verder moeten geraken dan de bewering dat “de vakbond het korte termijnconflict gebruikt in haar streven naar sociale vooruitgang terwijl de partij zich constructiever moet opstellen.” De grootste binding tussen de socialistische beweging aan de ene kant en de dagelijkse realiteit op de werkvloer aan de andere wordt nog altijd gerealiseerd door de vakbond. De talrijke desillusies die de werknemers de afgelopen decennia opliepen in de SP als de behartiger van hun belangen op het politieke front droegen niet weinig bij tot de opgang van extreem-rechts én het afkalven van de SP. Indien Patrick Janssens zijn ambitie wil waarmaken om méér te doen dan stemmen af te snoepen van Agalev alléén dan zal hij de binding tussen de socialistische partij en de sociale strijd moeten herstellen.
Tussen allerhande kanalen die Janssens opsomt om de democratie te verdiepen (openbaarheid van bestuur, wijkcomité’s, adviesorganen ) miste ik de eigen partij. Openbaarheid van bestuur en democratie betekenen voor mij ook dat de Antwerpse afdelingen van de SP algemene ledenvergaderingen bijeenroepen, niet alleen om de schepenen aan te duiden maar ook en zéker als er knopen moeten worden doorgehakt over een zoveelste besparingsronde. Ook hoop ik in oktober voor Patrick Janssens te kunnen stemmen als SP-voorzitter omdat hij beter is dan zijn tegenkandidaten en niet omdat hij de enige kandidaat is!
Ik hoop dan ook dat deze eerste zet van Janssens meer zal zijn dan het begin van een “Giuoco Piano Opening” om het in schaaktermen uit te drukken. Die is er alleen op gericht om beide partijen de kans te geven om zich veilig in het centrum te ontwikkelen en geeft doorgaans aanleiding tot een mat spel en een mager resultaat
(1) De brochure “Economische groei, vette winsten wie betaalt de rekening?” is te bestellen bij de redactie en kost 2,5 euro plus verzendingskosten.