"Het is geen personentwist, maar een conflict tussen links en rechts in de partij "
Een diepe breuk is ontstaan in de Parti Socialiste van Tubeke. De rechtstreekse aanleiding is de samenstelling van de lijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2000. Een aantal media en de rechterzijde in de Partij proberen het conflict te herleiden tot een gekibbel tussen personen. Niet toevallig vallen de breuklijnen van deze tweespalt samen met deze die de partijafdeling in 1997 verdeelde naar aanleiding van de sluiting van de Forges de Clabecq. Toen sprak een groot gedeelte van de PS arbeidersbasis en de jongeren zich uit tegen de sluiting en voor de steun aan de actie van de vakbonden. Er was toen al een duidelijke breuk tussen de linker- en rechterzijde van de partij. Sindsdien staat Tubeke in het oog van veel politieke en syndicale stormen.
Bij de sluiting van de Forges was Fabian Defraine voorzitter van de Jeunes Socialistes. Vanaf het prille begin tot aan het bittere einde van de strijd stond hij samen met een groep jongeren pal aan de kant van arbeiders en hun delegees, ook tijdens het proces tegen ‘de 13 van Clabecq’. Vandaag is hij voorzitter van de Parti Socialiste van Tubeke. Hij gaf ons de volgende analyse.
"In mei van vorig jaar werd Alain Rosenauer (kabinetschef van Minister Daerden) gevraagd om een lijst voor te stellen aan het koepelcomité van de drie onderafdelingen van de PS van Tubeke (Tubeke, Saintes en Clabecq). Dit was voorzien tegen september, maar de lijst kwam er pas in december 1999. Veel militanten vermoedden dat Alain Rosenauer achter de rug van de partijafdeling onderhandelingen was begonnen met een rechtse afsplitsing van de partij, Alternative Socialiste (1), die zes jaar geleden samen op de lijst pronkte van de huidige PSC burgemeester Raymond Langendries. En inderdaad, op 13 december werd ons op het partijbestuur een lijst voorgesteld, waarvan de samenstelling een duidelijke ruk naar rechts aankondigde. Op de lijst prijkten veel onbekenden. Alle militanten die de laatste maanden en jaren linkse standpunten hadden ingenomen, waren op de lijst geweerd. Vooral de militanten die het catastrofale rechtse gemeentebeleid op de korrel hadden genomen ontbraken. Tegelijkertijd stelde Alain Rosenauer de lijst open voor de rechtse afsplitsing van Alternative Socialiste, waarvan de gemeenteraadsleden, schepen en OCMW-voorzitter medeverantwoordelijk zijn voor het asociale beleid in de gemeente. Dit beleid houdt o.m. de sluiting in van het gemeentelijk zwembad, dat een belangrijke sociale rol vervulde. Kinderen konden er voor 45 fr. zwemmen. De armste gezinnen, in het bijzonder deze van de sociale woningwijk "le Clos", voelden zich terecht beetgenomen. De belastingen gingen de laatste zes jaar de hoogte in. Het is onnodig te vertellen dat dit het hardst aankwam bij gezinnen met de laagste inkomens. Het beheer van het OCMW is ronduit een ramp. Als gevolg hiervan ging zelfs de sociale hulp achteruit. De gemeentelijke respons op de overstromingen was slecht en zette veel kwaad bloed op bij de bevolking.
Ik had zelf net voor de laatste wetgevende verkiezingen het federale coalitiebeleid van de PS sterk bekritiseerd. Veel militanten zijn mij toen bijgetreden. Als gevolg hiervan had Alain Rosenauer mijn ontslag gevraagd als voorzitter. Zelfs Minister Flahaut beweerde op het federaal congres van de Parti Socialiste dat ik een vriendje was van Roberto D'Orazio, de bekende socialistische vakbondsleider van de Forges de Clabecq, en dat hij geen stap meer in Tubeke zou zetten zolang ik voorzitter was van de partij! Op het bestuur werd de voorgestelde lijst met 2/3 van de stemmen verworpen, evenals de heropname van Alternative Socialiste. De lijst werd wel doorgestuurd naar de afdelingen, die zich ook moesten uitspreken. Net na nieuwjaar verschijnt er een interview in de plaatselijke pers, waarin Alain Rosenauer aankondigt dat hij voorstander is van een nieuwe meerderheid met Langendries. De meerderheid van het bestuur eist van de koepelvoorzitter een rechtzetting in de pers. Hij weigert. Zeer snel, in nauwelijks twee dagen, worden 126 handtekeningen ingezameld (meer dan de nodige 1/5 van de leden) ter ondersteuning van een motie van wantrouwen tegen de koepelvoorzitter en voor een nieuwe algemene vergadering. Hij weigert opnieuw hierop in te gaan. De twee onderafdelingen van Tubeke en Saintes beslissen dan zelf een algemene vergadering bijeen te roepen. Ondertussen hebben wij ook een lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen samengesteld (met veel linkse militanten en jongeren, maar waarbij Alain Rosenauer ondanks alles ook onze lijst trekt). Deze lijst krijgt de steun van 2/3 van het koepelbestuur. Op de algemene vergadering van de twee onderafdelingen stemt 90% van de meer dan 100 aanwezige militanten (zowat ¼ van het aantal leden) voor onze lijst en voor de motie van wantrouwen tegen de koepelvoorzitter.
Een paar dagen later praat Alain Rosenauer opnieuw met de pers: "Ik zal die lijst niet trekken". Zes gemeenteraadsleden en twee OCMW raadsleden die allemaal Alain Rosenauer steunen, lanceren een niet statutaire petitie waarin ze een oproep doen voor "verdraagzaamheid en eenheid ". ' Tja, welke militant zou zoiets niet willen tekenen. Maar het was een bedrieglijk manoeuvre. Aan de keerzijde van de petitie, die 249 leden ondertekenden, stond een andere tekst, waarin de steun wordt betuigd aan de acht betrokken raadsleden (en we hebben er 14). Deze tekst wordt nu gebruikt als politiek platform om de partij in Tubeke opnieuw "samen te stellen", te "vernieuwen ", lees: te openen naar de afgesplitste rechterzijde die gedurende zes jaar medeplichtig was aan een asociaal beleid. De PS-federatie van Waals Brabant, waarvan A. Rosenauer tevens voorzitter is, geeft in dit conflict haar officiële maar totaal onstatutaire erkenning aan de tendens van Rosenauer. Vorige week werd een akkoord ondertekend met de leden van Alternative Socialiste voor hun terugkeer in de partij. Een bondgenootschap voor een nieuwe meerderheid met Langendries staat in de startblokken. En ondertussen slaat de geruchtenmolen op hol :de twee afdelingen Saintes en Tubeke zouden snel ontbonden worden. Dit is nog niet gebeurd. De reden is dat wij kunnen genieten van een grote steun onder de leden en onder de arbeidersbevolking van de gemeente in het algemeen. Zij weten dat wij voorstander zijn van een ander beleid in Tubeke. In tegenstelling met het rechtse beleid van Langendries, willen wij meer geld besteden aan de sociale infrastructuur en zullen wij het gevecht aangaan voor de vermindering van de lasten op de armste gezinnen en meer middelen voor de gemeente. In tegenstelling tot burgemeester Langendries, die in 1997 de arbeiders van de Forges niet heeft gesteund tegen de sluiting, willen wij wel steun verlenen aan de strijd van de arbeiders.
1997 was een beslissend moment in de geschiedenis van de partijafdeling. Toen was de partij als het ware in twee gesplitst. Aan de ene kant Alain Rosenauer, die toen kabinetschef was van de Minister President van het Waalse gewest, Robert Collignon. Hij verdedigde de sluiting van het staalbedrijf door dik en dun. Aan de andere kant gerevolteerde arbeiders en jongeren, die de kant hadden gekozen van de strijd van de arbeiders van de Forges. Vandaag zien we die tweespalt in een andere vorm opnieuw opdoemen. Maar geloof me, het gaat hier om precies dezelfde kampen binnen de partij. In de komende dagen verdelen we een brief aan de militanten en daarna een pamflet aan de hele bevolking van Tubeke om de politieke redenen uit te leggen van de verdeeldheid. Wij zullen erin benadrukken dat wij de enigen zijn die de partij kunnen vertegenwoordigen in de gemeente. We gaan nu het gevecht aan voor het hart en de geest van arbeidersbevolking en de jongeren van Tubeke."
(1) Alternative Socialiste werd gevormd op initiatief van een zeker Picalausa, net voor de vorige gemeenteraadsverkiezingen. Het was een rechtse afsplitsing van een twintigtal mensen. De verkiezing in de gemeenteraad en OCMW raad heeft de groep uitsluitend te danken aan de voorkeurstemmen van Langendries. Deze behaalde op zijn eentje meer dan de helft van alle uitgebrachte stemmen. De PS zakte toen van 51% naar 28%, de beloning voor 12 jaar ononderbroken machtsuitoefening.