"SP moet de tegenstelling arbeid versus kapitaal opnieuw centraal stellen"
Ergens halverwege de cité van Winterslag en de dorpskom van Zonhoven vinden we de groepspraktijk waar ook dokter Yves Grouwels spreekuur houdt. Vonk sprak een uur met hem over zijn poging om zich op te werpen als tegenkandidaat van Patrick Janssens in de "strijd" (?) voor het voorzitterschap van de SP. De 45-jarige Yves Grouwels is sinds 1989 lid van de SP maar was voordien reeds actief in de Doorbraak groep rond priester Jef Ulburghs. Vandaag is hij gemeenteraadslid in Genk en ondervoorzitter van de plaatselijke SP-afdeling.
Vonk wou met dit dubbelinterview Grouwels/Janssens nagaan welke keuze de SP-leden zouden gehad hebben indien de SP eindelijk eens de zelfzekerheid zou gehad hebben meerdere kandidaten voor het voorzitterschap toe te staan...
Vonk: Mogen wij u kameraad noemen?
Yves Grouwels: (Beetje verbaasd) Uiteraard!
Vonk: Kameraad Grouwels, onze eerste vraag is de evidentie zelve. Wat was uw motivatie om u kandidaat te stellen voor het SP-voorzitterschap?
YG: Het feit dat de leiding iemand ging halen van buiten de SP, of althans toch iemand die nog niet in de SP gemiliteerd heeft is en blijft een kaakslag voor al die militanten die al jaren lid zijn. Ik vond dat we daarop enkel konden reageren door een tegenkandidaat naar voren te schuiven.
Vonk: U hebt dat dan gedaan vlak na de kandidatuur van Patrick Janssens?
YG: Neen, er is nog wat tijd overheen gegaan. Op 3 september werd er in de media gewag gemaakt van de kandidatuur van Janssens na zijn gesprek met de Jongsocialisten. Vlak daarna verschenen er een aantal interviews en in het weekend na 3 september werd dan de gedachte van een tegenkandidatuur ontwikkeld. Er ging dan natuurlijk nog wat tijd over voor het bestuur van de afdeling bijeengeroepen kon worden. Ik wou mij uiteraard geen kandidaat stellen zonder de steun van mijn eigen afdeling. Eens dat gebeurd was restten ons nog 4 dagen om aan de voorwaarden te voldoen.
Vonk: En die zijn?
YG: De steun verwerven van minstens 10 afdelingen uit minimaal twee provincies die samen tenminste 5000 leden vertegenwoordigen. Wij zijn uiteindelijk gestrand op 14 afdelingen uit 4 provincies met samen 3580 leden. In Willebroek hebben we het pleit nipt verloren met 2 stemmen in het bestuur. Die afdeling heeft 1500 leden en had ons dus over de streep kunnen trekken.
Vonk: Betekende het aanvaarden van jouw kandidatuur voor de betrokken afdelingen automatisch een keuze voor jou en tegen Janssens?
YG: Neen, de SP-voorzitter wordt rechtstreeks verkozen door de leden, niet door de afdelingen of de federaties. Het komt de afdelingen alleen toe een kandidatuur al dan niet te valideren. Maar deze gang van zaken is relatief nieuw in de SP, namelijk sinds de statutenwijzigingen van 1994. De afdelingen zijn met de werkwijze nog niet echt vertrouwd en we hadden té weinig tijd om misverstanden uit te klaren. Tevens hebben heel wat afdelingen de gelegenheid niet gehad zich uit te spreken omdat er in die korte tijdspanne niet overal een bestuursvergadering voorzien was.
Vonk: Er moet dus meer tijd worden voorzien om een tegenkandidatuur te stellen?
YG: Kijk, je kan natuurlijk ook zeggen dat je niet moet wachten tot de nationale leiding een kandidaat naar voren schuift vooraleer je jezelf kandidaat stelt. De realiteit is echter dat het al dan niet stellen van een kandidatuur veel te maken heeft met de aard van de kandidaat die door nationaal naar voren wordt geschoven. Moest men bvb. Steve Stevaert hebben voorgesteld dan zouden wij nooit een tegenkandidaat gesteld hebben. Men heeft ons echter direct te verstaan gegeven dat de statuten zéér strikt zouden worden nageleefd. Dit wijst op de nog steeds verkrampte reflex van een leiding die alles tot in de kleinste details in de hand wil houden. Jammer, want diverse kandidaten zouden het zo noodzakelijke interne debat hebben aangezwengeld en diverse opinies hebben laten opborrelen. Wat niet eens wegneemt dat Patrick Janssens allicht toch gewonnen zou hebben, zij het dan niet met stalinistische monsterscores.
Vonk: Wat die manifestatie van diverse opinies betreft, hoe sta jij tegenover het tendensrecht, het buitengooien van hele afdelingen zoals Oostende en Vilvoorde en/of het buitenpesten van Patsy Sörensen en de BSV te Antwerpen?
YG: Met de argumentatie die men gebruikt heeft om de SP-afdeling Vilvoorde op te heffen zou men de héle SP kunnen ontbinden. Voorts vind ik dat discussie onontbeerlijk is in de partij en dat die discussie gestimuleerd wordt door stromingen die zich groeperen rond een of meerdere tendensbladen. Ik vind het jammer dat Nieuw Links (waar ik nog aan meegewerkt heb) ter ziele is gegaan en meen dat Vonk hierin nu een rol kan spelen. Heel die discussie over tendens of fractie is trouwens steriel. Is de partijleiding zelf geen fractie misschien? Waar ik wél tegen ben is dat soort "PVDA-tactieken" waarbij gewone militanten tegenover een georganiseerde groep komen te staan.
Vonk: Voor zover wij ons daar ooit aan bezondigd hebben is die periode nu afgesloten. Zij die daar indertijd liefhebber van waren hebben nu hun eigen mini-PVDA'tje opgericht... Maar laat ons het hebben over het programma van de SP. De neergang van de socialistische partij maakt duidelijk deel uit van een internationale tendens. In de intentieverklaring van Patrick Janssens lezen we dat het buitenland bewijst dat de sociaal-democratie een rol van betekenis kan spelen. Maar wat we nu -vooral in Duitsland- merken is het debacle van de zogenaamde Derde Weg die ook jaren geleden reeds door de SP werd ingeslagen...
YG: De SP moet zich linkser opstellen en opnieuw durven doordringen tot de kern van de maatschappelijke tegenstellingen. Deze kern is dat een kleine groep zich blijft verrijken terwijl steeds meer mensen het moeilijker krijgen, in België en mondiaal. De SP moet de tegenstelling arbeid versus kapitaal dus opnieuw centraal stellen. Men kan niet blijven verkondigen dat inkomsten uit arbeid teveel worden belast of dat arbeid teveel kost zonder er tevens bij te vertellen dat het kapitaal veel te weinig belast wordt. De belastingen die wettelijk gezien wel betaald moeten worden, worden dan nog massaal ontdoken en de fiscale administratie krijgt onvoldoende middelen om de fraude aan te pakken. De index wordt uitgehold en de vervangingsinkomens blijven achteruitboeren. Zonder te beweren dat wij niet moeten inspelen op "nieuwe" thema's zoals milieu, voeding en mobiliteit blijft de kwestie van het inkomen toch een centraal gegeven in het opbouwen van een menswaardig bestaan.
Vonk: U bent dus voorstander van een vermogensbelasting?
YG: Een vermogensbelasting lijkt mij een essentieel instrument, samen met de registratie van de vermogens. We moeten wel een vrijstelling inbouwen tot aan een bepaalde bedrag, omdat het niet de bedoeling kan zijn de middenklassen tegen ons in het harnas te jagen. Men beweert dat het kapitaal de grens zou overvluchten. Dat zal wel zo zijn, maar anderzijds zie ik dat in Nederland zo'n vermogensbelasting bestaat en dat dit toch niet direct een arm land is. Tevens moet de belastingsadministratie voldoende middelen krijgen om de vluchtwegen die in opdracht van de rijken gecreëerd worden via de accountantskantoren af te sluiten.
Vonk: Hoe zou u in uw rol van SP-voorzitter de relatie zien tussen SP en PS?
YG: De communautaire gevoeligheden zijn historisch gegroeid. In een bepaalde fase kon je mijns inziens gewoon niet anders dan een aantal zaken op te splitsen al was het maar om de gemoederen terug tot rust te laten komen en de basis te leggen voor nieuw overleg. Ik stel de huidige federalisering dus niet meer in vraag maar vind een vernieuwde vorm van overleg en samenwerking met de PS een noodzaak. De sociale zekerheid moet zeker aan de inkomstenzijde niet worden opgesplitst. Dit neemt niet weg dat er aan de uitgavenzijde ruimte kan bestaan om eigen accenten te leggen, ik denk bvb. aan de Vlaamse eerstelijnszorg die meer in het verlengde ligt van de Angelsaksische traditie dan van de Franse.
Vonk: Het laatste halfjaar werden er nogal wat syndicale delegees aan de deur gezet. Tijd voor nieuwe wetgevende initiatieven van SP-zijde?
YG: Ik merk dat de syndicale macht op twee manieren wordt uitgehold: de onverzettelijken worden eruit gegooid en de anderen tracht men te lijmen door hen te promoveren of op een of andere wijze in het bedrijf te integreren. Dit zijn beide zeer gevaarlijke evoluties. Aan de wilde afdankingen van delegees moet paal en perk worden gesteld. Wat baat het sociale wetten uit te vaardigen zonder delegees die erop toezien dat ze ook daadwerkelijk worden toegepast? Ik ben voorstander van de heropnameplicht bij een uitspraak van de arbeidsrechtbank in het voordeel van de delegee. Maar is het werkbaar? We zouden eens moeten onderzoeken hoe het in andere landen gesteld is. Misschien zou een periode van "onschendbaarheid" van een jaar of zo voor een afschrikkingeffect kunnen zorgen omdat het de patroon moeilijker zou maken op korte termijn van zijn "lastige" delegees af te raken.
Vonk: Hoe gaat u stemmen op het komende partijcongres?
YG: Ik zal Patrick Janssens veel moed toewensen en ik hoop dat hij zijn beste voornemens zal kunnen realiseren. Zoals ik al zei was mijn kandidatuur immers vooral een reactie op de manier waarop de partijleiding de hele zaak gespeeld heeft.