In rechtse kringen, maar in tijden van crisis ook ver daarbuiten, hoor je wel eens fulmineren tegen "die buitenlanders die ons werk komen afpakken en onze sociale zekerheid plunderen". Spijtig genoeg vertellen zij die wel beter weten er nooit bij dat arbeidsmigranten meestal naar het Grote Westen afzakken omdat de miserie in eigen contreien ronduit niet meer te harden valt. En nog minder wordt bericht over de uitbuiting die veel buitenlandse werkers te beurt valt en over de miserabele omstandigheden waarin zij vaak moeten werken en leven, ook in België. Wie er écht aan de basis ligt van het ‘Belgische jobverlies’ wordt al helemaal niet geopenbaard.
Belgische postbusbedrijven in Oost-Europa
Met haar geslaagde acties en publicaties tegen sociale dumping in het baantransport legt de afdeling wegvervoer van de BTB (Transportbond van het ABVV) een schrijnende problematiek bloot in dat verband.
De alerte afdeling ontdekte dat Belgische transportfirma's er vaak malafide praktijken op nahouden wat betreft de behandeling van hun chauffeurs. In zijn zwartboek "Ze komen uit het Oosten, ze trekken naar het Oosten", licht de bond toe op welke manier zowel Belgische als Oost-Europese vrachtwagenbestuurders worden bedot.
Het gaat allemaal heel eenvoudig (té eenvoudig) in zijn werk: een Belgisch transportbedrijf richt in een Oost-Europees land een nieuwe firma op. Op die manier kan het Oost-Europese bedrijf chauffeurs inzetten in België, onder andere om zijn internationale transporten te verzekeren. Als die transporten in de eerste plaats de Oost-Europese landen aandoen, lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Maar daar wringt meteen het schoentje, ontdekte de bond tijdens een studiebezoek aan Bratislava in april jl. In veel gevallen bestaan de desbetreffende ondernemingen immers slechts uit een plaatselijk kantoortje, al dan niet met permanentie. In sommige gevallen gaat het zelfs enkel om een postbus of een naamplaatje ergens in een gebouw.
't Is allemaal de schuld van de concurrentie...
... beweren de niet van hypocrisie gespeende transportbazen. De concurrentieklaagzang wordt steeds weer ingezet als het patronaat sociale dumping wil organiseren en dus meer geld verdienen, ook in bedrijven die floreren.
De enige slachtoffers van hun praktijken zijn echter de beroepschauffeurs, in dit geval de Belgische én de Oost-Europese. Enerzijds worden Belgische chauffeurs op economische werkloosheid gezet en steeds vaker verliezen ze hun werk op de internationale transportmarkt doordat nepfirma's die ritten laten uitvoeren door Oost-Europese chauffeurs. Anderzijds verdienen Oost-Europese chauffeurs slechts een aalmoes (een derde of maximum de helft) in vergelijking met hun Belgische collega's en zijn ze bovendien wekenlang van huis weg. Ze worden dus uitgebuit.
Kamperen in de vrachtwagen
De buitenlandse chauffeurs worden aangevoerd met een busje, werken soms verschillende maanden aan één stuk en gaan terug naar huis met het busje dat hun vervangers brengt.
Om de vaak lange periode tussen twee bezoeken aan het thuisfront te overbruggen, zijn ze genoodzaakt te kamperen in hun vrachtwagen langs autostrades of elders op een verzamelplaats, vaak in miserabele omstandigheden, zonder sanitaire voorzieningen enz. Een bezoekje aan de parkings in Charleroi of aan het Antwerpse Asiadok zijn op dat vlak zeer leerrijk gebleken.
De grove borstel door de wanpraktijken!
De spectaculaire BTB-acties om voornoemde sociale dumping aan te klagen, konden terecht rekenen op enorme belangstelling in de pers en op tv. In een sterk gemediatiseerde maatschappij kan die aandacht ertoe bijdragen dat de bevoegde beleidsverantwoordelijken en transportpatroonsfederaties onder druk worden gezet om de syndicale aanklacht au sérieux te nemen. Dank zij zijn volgehouden militante oppositie tegen sociale en syndicale wantoestanden heeft de bond al overwinningen geboekt die niet zo evident zijn in deze arbeidsonvriendelijke tijden. Als BTB-wegtransport ook het gevecht wil winnen tegen de sociale dumping door de malafide bedrijven in de transportsector op te ruimen, blijft die volharding een absolute must.