1300 stakers van het Antwerps stedelijk onderwijs stapten woensdag 23 maart op in een betoging door het stadscentrum. Het personeel van het stedelijk onderwijs is het beleid van het stedelijk onderwijs duidelijk beu. In september van vorig jaar werd het stedelijk onderwijs nog omgevormd tot een ‘autonoom gemeentelijk bedrijf’, privatisering zeg maar. In de betoging was vooral Algemeen Directeur Frank Noten de kop van jut. De man had de vakbonden eerst geschoffeerd door een nieuw arbeidsreglement voor te stellen dat de rechtspositie van het personeel volledig zou uithollen. Tijdens de onderhandelingen nam hij een aantal maatregelen terug, om dan in de pers lustig te vertellen dat wat hij nu niet kon veranderen volgend jaar wel zou lukken. Het is de arrogantie van de manager, zoals we ze kennen uit de bedrijfswereld.
Tijdsbesteding
De essentie van de discussie gaat over de tijdsbesteding van de onderwijskrachten. Wettelijk wordt die ‘opdracht’ gemeten aan het aantal uren dat hij of zij les geeft. In werkelijkheid is dat slechts een deel, niet eens de helft van de tijd die een leerkracht aan zijn job besteedt. Alle onderzoeken tonen aan dat leerkrachten gemiddeld meer dan 40 uren per week werken. Leerkrachten hebben wel het voordeel dat ze het deel van hun werk dat niet bestaat uit lesgeven thuis kunnen doen en zelf kunnen beslissen over hun tijdsindeling. Dat wil de leiding van het Stedelijk onderwijs veranderen. Nu al vertelden de betogers ons dat directies hen verplichtten op school aanwezig te zijn buiten de uren dat ze les geven. Op onze verbouwereerde vraag “om wat te doen?” vertelden ze dat daar geen uitleg bij werd gegeven. Zij moesten op school beschikbaar zijn. Dat zijn volkomen zinloze toestanden die ingaan tegen het bestaande arbeidsreglement. Daarom wil het bestuur van het stedelijk onderwijs het arbeidsreglement veranderen. Het wil het personeel kunnen verplichten buiten hun lesuren of pedagogische vergaderingen op school aanwezig te zijn, ook tijdens weekends, ook tijdens de schoolvakanties.
Kwaliteit
“Het ergste is nog dat geen enkel van die maatregelen de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt.” Aan het woord is een jonge lerares in de betoging. Uit alle peilingen blijkt dat de Vlaamse leerkrachten het zeer goed doen. We scoren goed op internationale rankings en de leraar is ook een van de beroepen waar de bevolking het meeste vertrouwen in heeft. Modern onderwijs vraagt wel veel meer samenwerking van de lesgevers en opvoeders, maar dat groeit best van onderop. Directies kunnen daarvoor beter gelegenheid scheppen en steun geven dan allerlei reglementen uitvaardigen. Goede directies doen dat ook. Maar de aanpak van de managers uit het Antwerps Stedelijk onderwijs past hierop als een tang op een varken. Als er één soort werk is waar het funest is dat een klein groepje aan de top wil voorschrijven hoe ieder individueel personeelslid zich moet gedragen, dan is het wel onderwijs. Onderwijs is ergens een zeer individueel soort werk. Geen twee leerlingen zijn gelijk en hetzelfde geldt voor leerkrachten. De bemoeienissen van het stedelijk management zien de leerkrachten als pesten en als een miskenning van hun professionalisme. En helaas is dit geen typisch Antwerps fenomeen. In heel het Vlaamse onderwijs steken dergelijke methodes, rechtstreeks overgenomen uit het bedrijfsleven, de kop op.
Idealisme
Onderwijs is een van die beroepen waarvan gezegd wordt dat het niet alleen een job is maar ook een roeping. Dat is een argument dat heel dikwijls misbruikt wordt om de leerkracht werk te laten doen zonder dat er een wettelijke basis voor is. Maar wees gerust, de overgrote meerderheid van de leraren is bereid door het vuur te gaan voor hun school en hun leerlingen. Waar de onderwijskrachten echter een hekel aan hebben is het feit dat steeds meer taken op hun schouders terecht komen die niets met onderwijs te maken hebben (o.a. administratie). Dat in de scholen een middenkader wordt gevormd met de uren en middelen die wettelijk zouden moeten besteed worden aan het lesgeven. Tegelijkertijd worden de klassen groter, wordt de problematiek van de jeugd ingewikkelder, zeker in een grootstad. Velen zijn uitgeblust, vallen ziek of verlaten gewoon het onderwijs. Een derde van de Vlaamse jonge leerkrachten verlaat het onderwijs binnen de vijf jaar en zoekt een andere job. In Antwerpen is dat percentage nog hoger. Een lerarentekort dreigt. Dat zou een vicieuze cirkel kunnen teweegbrengen waarin de overgebleven idealisten moeten instaan voor nog meer leerlingen en het nog moeilijker zouden krijgen.
Eisen
De enige oplossing ligt in de opwaardering van het onderwijsambt. Er moet geïnvesteerd worden in het onderwijs, niet bespaard. Als het beleid (of het nu stedelijk of Vlaams is) nieuwe taken oplegt aan scholen moet het daar ook de nodige middelen tegenover stellen. De situatie van het onderwijs nu – en niet alleen in Antwerpen – doet denken aan de toestanden in de paramedische sector die geleid hebben tot de ‘witte woede’. Als er nu geen opwaardering van het onderwijs komt zal de toekomst alleen maar erger worden. Het personeel beseft dat. Op de betoging waren 1300, in grote meerderheid jonge aanwezigen op een totaal van 4700 personeelsleden in het stedelijk onderwijs. Dat is een zeer hoog percentage, ondanks het feit dat enkel de socialistische vakbond ACOD Onderwijs opriep tot staking. Tot op de laatste dag had het management bovendien geprobeerd het personeel af te dreigen en stokken in de wielen te steken. Ondanks het feit dat er slechts een halve dag staking was (het was een woensdag), werd aan het ministerie bijvoorbeeld een werkonderbreking van een volledige dag doorgegeven. Dat heeft allemaal tot niets gediend, het personeel is het beu en rekent op haar vakbond om verandering te brengen. Het Antwerpse ACOD Onderwijs krijgt zo een grote verantwoordelijkheid. De huidige actie is gegroeid uit een verdedigende reflex, na de aanval van het management op het arbeidsreglement. De zwakte van de actie was dat er geen of nauwelijks offensieve eisen werden naar voren gebracht. Tegenaanval is nochtans de beste verdediging, zeker als je weet dat de achterban je volgt. Sommige eisen voor de opwaardering van het onderwijsambt kunnen natuurlijk enkel gesteld worden samen met de rest van het Vlaamse onderwijs omdat ze gebonden zijn aan Vlaamse wetgeving. Het kan echter geen kwaad om ook het bestuur van de stad Antwerpen voor haar verantwoordelijkheid te stellen. In het verleden speelde het onderwijs van de stad een voortrekkersrol. Het was niet alleen kwalitatief hoogstand, maar ook sociaal onderbouwd. De recente ‘verzelfstandiging’ van het stedelijke net heeft er alleen voor gezorgd dat de stad minder geld investeert in onderwijs. Dat moet veranderen!