“Wil je in mijn woonkamer komen?”, vroeg de spin aan de vlieg, “het is het mooiste kamertje dat je ooit hebt gezien.”
(Uit The spider and the fly van Mary Howitt)
De vakbondsleiding van alle drie bonden schrok nogal vorige week toen ze hoorde van de plannen van de kersverse minister van Pensioenen, Van Quickenborne. De liberale minister goot het jongste regeerakkoord in wetteksten en wil de pensioenhervorming nog voor het einde van het jaar gestemd zien in het parlement. Met een pennentrek wordt het volledige pensioen van politie- en spoorwegpersoneel op 60 jaar geschrapt.
De pensioenen van langdurige werklozen, gebruikers van tijdskrediet en loopbaanonderbreking, en begunstigden van brugpensioen worden verlaagd. De bonden schatten dat honderdduizenden mensen tot 10 procent van hun pensioen zullen verliezen. Wie beweerde er weer dat de soberheid niet ging raken aan de koopkracht van de werkende bevolking?
Na het succes van de betoging van 2 december in Brussel zette het Gemeenschappelijk Vakbondsfront in op ‘overleg’ met de regering en diende het ook een stakingsaanzegging in “met het oog op een algemene staking en/of sectorale stakingen, uiterlijk op maandag 30 januari 2012”.
“Het enige lichtpunt”, stellen het ABVV, ACV en ACLVB, “is de opening die de nieuwe regering, onder onze druk, zaterdag in het parlement maakte, voor overleg met de sociale partners. We gaan die voluit gebruiken om bijsturingen te bekomen. Dit moet op korte termijn tot concrete resultaten leiden.” Dat was net voor de verklaring van Van Quickenborne. De vakbondsstrategie die erin bestaat om de begroting ‘bij te sturen’ via het overleg blijkt een doodgeboren kind te zijn. De vakbondstop heeft zich na 2 december zwak opgesteld. In plaats van resoluut te kiezen voor een actieplan dat uitmondt op een eerste 24-urenstaking werd er gekozen voor ‘onderhandelingen’. Zwakheid zet altijd aan tot agressie.
Bij het ACV zegt voorzitter Marc Leemans: “Wij hebben het overleg alle kansen geboden, maar na de jongste provocatie van Van Quickenborne sluit ik niet uit dat er dit jaar nog stakingsacties komen.”
Anne Demelene, algemeen secretaris van het ABVV, noemt de plannen van Van Quickenborne een "echte provocatie". Volgens ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw zijn de plannen van Van Quickenborne "vragen om moeilijkheden". Dit is volgens hem "nooit gezien”.
Een regeringsstrategie
Probeert Van Quickenborne als liberaal minister misschien het overleg tussen de vakbonden en de regering te dwarsbomen? Is het een poging van de Open VLD om de PS een zoveelste hak te zetten? Zowel PS-minister Onkelinx als SP.a-er Johan Vande Lanotte scharen zich volledig achter de nieuwe pensioenminister. “Alles wat hij nu indient, is besproken in de regering. We moeten snel gaan, we hebben geen keuze", klinkt het in de Wetstraat. Ook het patronaat stemt volledig in met deze aanpak.
Dat is verhelderend. Het is dus een afgesproken strategie waar de hele regering achter staat. De regering speelt slim in op de bijna hypnotische aantrekkingskracht dat ‘overleg’ uitoefent bij de vakbondsleiding. Overleg en aanwezigheid in de overlegorganen is al lang voor te veel vakbondsverantwoordelijken een doel op zich. Deze vakbondsleiding droomt van een terugkeer naar de sociale relaties van de jaren ‘60 en ‘70.
Vandaag dient het ‘overleg’ om te beslissen hoe de soberheid zal worden doorgevoerd en met welke snelheid de maatregelen worden toegepast. Van Quickenborne windt er geen doekjes om: “Er is dus nog overleg mogelijk, maar ik wil ook geen illusies wekken. Wat in het regeerakkoord staat, zal bewaard blijven.” De syndicale inspraak beperkt zich tot het bespreken van eventuele overgangsmaatregelen.
De sociale relaties worden net zoals de politieke relaties bepaald door krachtsverhoudingen. Macht, de dreiging ermee en het gebruik ervan, is wat uiteindelijk alle belangrijke zaken in de maatschappij beslecht. In heel Europa, eigenlijk in de hele wereld, is er vandaag een titanische strijd aan de gang tussen de werkende bevolking en de rijke elite. Een strijd tussen de 99% en de 1%. De crisis van het kapitalisme duwt het patronaat naar een ongekend offensief tegen het sociale stelsel.
Strijd is onvermijdelijk
Deze strijd kan niet worden vermeden. Ze moet met open ogen gevoerd worden. Ofwel winnen zij en verliezen wij. Ofwel winnen wij en verliezen zij. Zo moet de vraagstelling worden geformuleerd. Niet op een andere manier. De patroons en de rechterzijde zijn bereid deze strijd te voeren tot het einde. De reformistische socialistische partijen klagen wel over de ‘markten’ maar leggen zich bij hun dictaten neer. Het patronaat gebruikt de gewillige SP.a- en PS-leiders wegens hun invloed die ze nog hebben in de arbeidersklasse. Van zodra ze niet meer nuttig zijn, worden ze overboord gegooid. De vakbondsleiding houdt aan het overleg vast zoals een drenkeling zich vastklampt aan een vermolmde plank in een woelige zee. Als ze strijd voeren is het dikwijls schoorvoetend en onder druk. Van zodra de kans wordt gezien om weer aan de onderhandelingstafel te zitten wordt de strijd afgeblazen. Je kunt immers niet altijd blijven strijden, luidt het cynisch. De verrassing van de vakbondstop over de houding van de regering is de verrassing van leiders die in hun illusies van ‘overleg’ geloven.
Deze onderhandelingen zijn dus een valstrik. Het gezang van de Lorelei moest de schippers tegen de klippen doen varen. Net zoals de verleidende en vleiende woorden van de spin uit het gedicht van Mary Howitt alleen maar tot doel hebben de vlieg in haar web te lokken.
Hier hoopt de regering het vakbondsfront te verdelen, het gematigder ACV los te weken van het strijdbaardere ABVV, de gematigder centrales op te zetten tegen de radicalere beroepscentrales, de Vlamingen tegen de Walen enzovoort. Een oud liberale minister van Binnenlandse Zaken, Jean Gol, gaf ooit toe dat in België geen enkele regering stand kon houden zonder de steun van minstens één van de grote vakbonden. Als de vakbonden verenigd zijn in vastberaden actie, dan beven de regeringen en het patronaat.
De vakbonden staan nu voor een belangrijke keuze. In plaats van te hopen op overlegde bijsturingen moeten alle inspanningen worden gericht op het voorbereiden van een succesvolle algemene staking. Een vervroeging van de voorziene datum (30 januari) moet nu ook serieus worden overwogen. Een brede informatiecampagne op de vloer en in de wijken, met personeelsvergaderingen tijdens de werkuren, moet nu worden gestart. Nu moet het duidelijk zijn dat de algemene stakingsdag plaatsvindt.