Een gouden raad

In de bouw ligt de syndicalisatiegraad veel hoger dan het landelijk gemiddelde om voor de hand liggende redenen. Immers, bouwvakkers worden regelmatig geconfronteerd met administratieve rompslomp (weerverlet, economische werkloosheid enzovoort) en de vakbonden vervullen de rol van sociaal secretariaat. Hiervoor bestaan echter alternatieven. Het is mogelijk om stempelgeld te krijgen via de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen. Voor het uitbetalen van de getrouwheidszegels kan een beroep worden gedaan op de Patronale Dienst Organisatie en Controle en de tussenkomst bij de hypothecaire lening wordt dan weer door het Fonds voor de Bouw uitbetaald.  Ook voor pensioen, brugpensioen e.d. kan je je tot de overheid wenden. Al deze interessante tips vinden we terug in een pamflet van Vlaams Belang volksvertegenwoordiger Linda Vissers onder de catchy titel “Werken in de bouw zonder vakbond: dat kan!”. Het bericht werd ook op de website van de kersverse Vlaamse Solidaire Vakbond gepost[1]. Een zekere PV  is alleszins al blij met deze informatie

“…vele bouwvakkers kunnen en zullen op deze manier hun vergoedingen innen. Velen zijn immers enkel lid om dit papierwerk in orde te maken. En ze laten uitschijnen dat het moeilijk is. Voor premies van stakingsacties moeten wij bouwvakkers niet gesyndiceerd zijn (wij staken nooit). Ons lidgeld wordt enkel gebruikt om stakingspiketten te vergoeden en zakken te vullen van politieke tegenstanders.”

Hij wordt bijgevallen door CB:

“Ik ben momenteel onder de christelijke vakbond juist en alleen voor het gemak,
maar echte hulp heb ik in de tientallen jaren dat ik al lid ben niet echt ervaren.
Alleen lidgeld betalen voor de premies en vergoedingen regenverlet en getrouwheidspremies vind ik nu toch wel een tikkeltje te veel aan het worden (de crisis laat zich ook in mijn geldbuidel voelen)”

Twee reacties op 200.000 bouwvakkers (waaronder toevallig één door een naamgenoot van de schoonbroer van Filip De Winter) zijn uiteraard niet spectaculair. Maar kan je PV en CB ongelijk geven?

Het Gentse systeem

De constructie waarbij vakbonden worden betrokken bij de organisatie van werkloosheidsuitkeringen - “The Ghent system” - is geen hersenspinsel van een of andere communist, maar werd uitgedokterd door de liberale Gentse professor Louis Varlez. De ideeën van deze alom gerespecteerde academicus inspireerden wetgevers in heel Europa. Uiteraard is het Gentse systeem tot stand gekomen op een moment dat de staat nog niet zo uitgebouwd was als nu. Kunnen we deze publiek-private samenwerking met de representatieve organisaties niet beëindigen?

Zal een overheidsdienst  performanter zijn? Velen die reeds met de Hulpkas in contact kwamen, associëren deze instelling  – misschien ten onrechte -  met de Albanese administratie onder Enver Hoxa. En staan werkgevers te springen om de vakbonden te dumpen? Wanneer je de scheiding tussen vakbond en staat doorvoert, wordt de kans op confrontatie groter en zullen sociale acties waarschijnlijk langer duren.

Het verschrompelen van de vakorganisaties zou ook betekenen dat de paritaire comités en de fondsen voor bestaanszekerheid verdwijnen. De loon- en arbeidsvoorwaarden zullen dan  niet langer worden geregeld via het palaver van de cao-onderhandelingen, maar eenzijdig worden vastgelegd door de overheid. Zolang rechts de lakens uitdeelt, is dat interessant voor VBO/VOKA. De dag dat er echter een linkse regering aan de macht komt...

Een nieuwe vakbond… een nieuw geluid

De Vlaamse Solidaire Vakbond die zo gedienstig is om bouwvakkers te adviseren, werd op 11 juli 2011 met steun en sympathie van het Vlaams Belang opgericht. Het uitgangspunt van de organisatie is ‘solidariteit’; ze bekent zich m.a.w. tot het ‘solidarisme’. Dit is een stroming die binnen het  Vlaams nationalisme altijd al populair is geweest als alternatief voor het socialisme en het communisme.

Op internationaal vlak werd recent een samenwerkingsakkoord gesloten met ‘Solidarity’[2] . VSV wordt een ‘filiaal’ (sic) van deze Britse extreem rechtse trade union en zou onder de vlag van Solidarity opkomen bij de volgende sociale verkiezingen.

Naar Straatsburg?

Voor de sociale verkiezingen 2012 heeft VSV zich een aantal doelen gesteld. Zo zullen er  symboolkandidaturen worden ingediend. Omdat de kandidaten van VSV niet tot de representatieve organisaties behoren (ABVV, ACV en ACLVB) zullen de kandidaturen  worden geweigerd waardoor de solidaristen dan de kans krijgen om deze discriminatie aan te vechten. De kans op slagen is echter vrij gering omdat reeds bij de vorige sociale verkiezing nul op het rekest werd gehaald. Waarschijnlijk wil men nu verder gaan. Na uitputting van de nationale rechtsmiddelen kan een vordering worden ingesteld bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (wegens schending van artikel 11 EVRM). Het Hof baseert zich echter doorgaans op de uitspraken van het Committee on Freedom of Association van de Internationale Arbeidsorganisatie. Dit heeft al vele malen bevestigd dat de sociale dialoog mag worden beperkt  tot ‘representatieve organisaties’ waardoor VSV uit de boot valt.  Maar misschien wordt op een ander doel gemikt.

De hond in het kegelspel

De beroepen tijdens de sociale verkiezingen worden behandeld door de arbeidsgerechten en hierin zetelen ook rechters/raadsheren in sociale zaken aangeduid door werknemersorganisaties. Dit wekt volgens sommigen de schijn van partijdigheid en het is dan ook maar de vraag of deze regeling de toets door het EHRM zal doorstaan. Maar zelfs indien België wordt veroordeeld, zullen de gevolgen beperkt zijn. Het volstaat het Gerechtelijk Wetboek aan te passen en de voorzitter in dergelijke aangelegenheden alleen te laten zetelen. De belangrijkste collateral damage zou zich echter wel eens op een ander vlak kunnen situeren.

Met dank aan Marc Eyskens werd medio jaren tachtig het vakbondsmonopolie doorbroken.  Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, kunnen kaderleden zogenaamde ‘huislijsten’ indienen voor de verkiezing van personeelsvertegenwoordigers in de ondernemingsraden.  VSV heeft aangekondigd om deze weg te zullen bewandelen.

Vooral in de bouwsector zou dit voor enige commotie kunnen zorgen. De representatieve organisaties dienden tot op vandaag nooit lijsten in en er werden dus nog geen sociale verkiezingen ingericht. De vertegenwoordiging van de werknemers werd waargenomen door de vakbondsafvaardiging.  Het is niet uitgesloten dat VSV nu de status quo doorbreekt waardoor  in sommige bouwbedrijven de procedure volledig zal worden gevoerd. Maar of de werkgevers dat zullen toejuichen… De kans is reëel dat VSV’ers dan aan den lijve zullen ondervinden wat ‘echte’ discriminatie is.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken