In juni 2013 brak er een sociaal conflict uit in de Antwerpse haven. Door de zogenaamde “Wet Major” mag er binnen het havengebied alleen worden gewerkt met erkende havenarbeiders. In het distributiecentrum Logisport (een dochter van Katoen Natie) worden de pakjes voor e-commercebedrijven echter in- en uitgepakt door bedienden wat volgens de bonden niet kon. Zoals het aan de dokken de gewoonte is, werd er wat met de spierballen gerold. In verschillende vestigingen van Katoen Natie werd het werk neergelegd uit solidariteit. Als reactie hierop kregen een aantal stakers een dagvaarding in de bus met als inzet een forse schadevergoeding. Na enkele dagen werd er echter een gewapende vrede gesloten en de dagvaardingen werden verticaal geklasseerd. Recent is er een dergelijk document opgedoken en dat levert boeiende lectuur op.
Mag men staken uit solidariteit?
De solidariteitsstaking is omstreden. Werknemers leggen immers het werk neer ten voordele van derden. Sommige juristen zijn radicaal tegen en menen dat een werkgever die hiermee wordt geconfronteerd stakers disciplinair kan sanctioneren of schadevergoeding kan vorderen. In de dagvaarding waarvan sprake, stellen de advocaten van Katoen Natie dat staken weliswaar een recht is, maar dat hiervan misbruik kan worden gemaakt. Als men deze redenering volgt, kunnen bv. personen die elders werken dan bij Logisport het werk niet neerleggen om druk uit te oefenen; zij hebben immers geen persoonlijk belang. De schade die voortspruit uit een dergelijke actie kan worden verhaald op de stakers.
Een dergelijke interpretatie is voor discussie vatbaar. In eerste instantie is sinds het Cassatiearrest van 21 december 1981 (SIBP v. De Bruyne) de reden waarom het werk wordt neergelegd niet langer relevant. Waarom zou een solidariteitsstaking dan niet kunnen, temeer omdat het in dit geval het een solidariteitsactie betrof tussen werknemers van eenzelfde groep? Een bijkomend argument kunnen we terugvinden bij het Freedom of Association Committee van de Internationale Arbeidsorganisatie. Dit heeft in het verleden al het verbieden van solidariteitsstakingen aan de kaak heeft gesteld.
Eind goed, al goed. Het opschorten van de vijandelijkheden verhinderde dat de rechter de zaak ten gronde zou behandelen zodat deze zich niet heeft kunnen uitspreken over de legitimiteit van de staking. Maar… de kans is groot dat in een volgend conflict met copy-paste een meer verfijnde versie van de dagvaarding zal worden opgedist die dan misschien wel zal worden behandeld.
Misbruik van de procedure
Het bedreigen van een werknemer met een aansprakelijkheidsvordering van enkele tienduizenden euro’s is zeer efficiënt. Je moet al zeer sterk in je schoenen staan om uit schrik niet opnieuw aan de slag te gaan. Het is dan ook maar de vraag of door een dergelijke techniek het stakingsrecht niet volledig wordt ondergraven. Wie doet er echter iets aan? Dan maar een stakingswet of toch maar niet? Entre les deux mon coeur balance.
Wetten worden gemaakt door politici en daar knelt het schoentje. In oktober gaf Fernand Huts, de flamboyante patron van Katoen Natie - een feestje. Tweehonderd genodigden – waaronder the usual suspects van fatsoenlijk en minder fatsoenlijk rechts - verdrongen zich om een kunstwerk van de Nederlander Joep Van Lieshout in te wijden. De prominenten kregen een helm op het hoofd, een bezemsteel in de hand en wandelden voorafgegaan door een fanfare en vendelzwaaiers die Fahne hoch, die Reihen fest geschlossen naar een tribune waarna een blauw (nep)kanon werd onthuld. Wie de foto’s van dit spektakel heeft gezien, zal zich waarschijnlijk geen illusies meer maken over wie zou profiteren van een stakingswet (zie http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20131013_00789040).