De eerste mobilisatie van de vakbonden tegen de besparingen was meteen een groot succes. Meer dan 120.000 mensen overspoelden de straten van Brussel. Het was een historische betoging in de geschiedenis van de Belgische arbeidersbeweging: na de Tweede Wereldoorlog was er slechts één syndicale betoging die nóg groter was: in mei 1986 tegen de besparingen van de regering Martens-Gol. Toen waren we met 250.000 in de straten. Met als verschil dat die betoging het orgelpunt was op het einde van een syndicale beweging met stakingen en manifestaties. Dat de betoging van 6 november het begin van een beweging was, toont met kracht de mogelijkheden van de vakbonden om de arbeiders en arbeidsters te mobiliseren.
Voor iedereen die aan de betoging had deelgenomen was het duidelijk dat de arbeidersklasse een enorm gewicht in de samenleving heeft. De grote meerderheid van de Belgische bevolking is immers afhankelijk van haar loon om in haar onderhoud te voorzien en heeft vanuit die positie dezelfde perspectieven. De besparingen maken meer dan ooit duidelijk dat onze belangen recht tegenover die van de grote bazen en de rechtse regering staan!
De betogers van 6 november waren niet alleen de ‘diehard’ militanten. Velen die nooit tevoren hadden deelgenomen aan een betoging hadden zich ingeschreven. In talrijke bedrijven draaide de productie op een laag pitje tot grote ergernis van de patroons. Bij Volvo Gent werden die dag slechts 500 van de 1200 geplande wagens geproduceerd. De productie werd ook in de war gestuurd bij de busfabrikant Van Hool en de truckcabinefabrikant DAF in de Kempen. In totaal namen meer dan 1000 arbeiders uit deze twee bedrijven deel aan de betoging. De bus- en tramchauffeurs van de Lijn en deze van de STIB in Brussel kruisten die dag de armen. In het Luikse draaiden de grote bedrijven op een laag pitje omdat bijna iedereen naar Brussel was getrokken. De grote aanwezigheid van jongere werknemers ontroerde ook de oudere rotten in de vakbond.
De betoging was bij aanvang heel dynamisch en strijdbaar. Door gedurende de hele betoging door elkaar te lopen en zowel een rood als een groen sjaaltje te dragen, maakten syndicalisten van de drie kleuren duidelijk dat ze niet verdeeld willen worden. De vele eigengemaakte kartonnen bordjes en slogans toonden ook duidelijk de eigen betrokkenheid van veel mensen aan. De brede slogans over de ecologische problemen, de sociale toestand in de rest van Europa etc. toonden de link tussen deze besparingsregering en de crisis van het kapitalistisch systeem aan.
De kracht van de mobilisatie verklaart de intense mediacampagne tegen de vakbondsmobilisatie die al een week eerder begon. Zo kopte het gratis krantje Metro op de dag van de betoging: “meerderheid Vlamingen staat niet achter betoging”. Een stelling die het resultaat was van wel heel twijfelachtige onderzoeksmethodes… Na de betoging hadden de regering en de media dan weer het ideale middel gevonden om de betoging te discrediteren door de hele tijd te focussen op de rellen na de betoging. Naar de volgende mobilisaties toe zullen deze aanvallen alleen maar harder worden, maar zullen ook meer en meer mensen de media identificeren als goedkope stromannen van het kapitalistisch systeem.
Hoe de besparingen tegengaan?
De toespraken van de vakbondsleiders waren terecht strijdvaardig. Maar de perspectieven van de vakbondsleiding zijn haar zwakte. Ze denkt nog steeds zoals in de voorbije 30 jaar – een periode dat het kapitalisme niet in zo’n diepe crisis zat, en waar er door onderhandelingen de mogelijkheid was om bepaalde toegevingen te winnen. Ze willen gehoord en serieus genomen worden aan de onderhandelingstafel, om zo enkele maatregelen terug te kunnen schroeven. Die vraag wordt hen ook steeds weer door journalisten onder de neus geschoven: “Over welke punten zou de vakbond bereid zijn te onderhandelen?” Vandaag heeft het kapitalistisch systeem echter nood aan die besparingen, om de winstmarges voor de kapitalisten te verhogen. Dat dit ten koste gaat van de levenskwaliteit van de meerderheid van de bevolking is niet de zorg van het patronaat of haar politieke vertegenwoordigers.
Wat er vandaag op tafel ligt is echter het geheel van de besparingspolitiek. Elke sector van de samenleving wordt zo hard getroffen dat het niet mogelijk is om tot een “aanvaardbaar” compromis te komen. Een studie van de PS heeft berekend dat enkel al de federale besparingsmaatregelen elke persoon 350 euro per jaar zullen kosten. Elk gezin in Vlaanderen zou gemiddeld ongeveer 2000 euro aan inkomen verliezen! En dit is nog maar de eerste besparingsronde, want zoals de ervaringen in Griekenland, Spanje, Italië, Portugal, Ierland Frankrijk etc. aantonen, zorgt die politiek helemaal niet voor een verbetering van de economische situatie zoals De Wever en Co. beweren. Integendeel, de economische problemen en de staatsschulden blijken enkel gestegen te zijn ondanks de besparingen die de Europese arbeidersklasse te slikken krijgt! De eis van de beweging moet daarom zijn om alle besparingsmaatregelen terug te schroeven. En dat zou de val van de regering Michel I betekenen.
Het opperste argument van de regering is dat ze democratisch verkozen is. Maar zoals de PVDA-verkozenen duidelijk stellen: deze regering voert een programma uit dat in geen enkel verkiezingsprogramma stond. Er heeft niemand voor de verhoging van de pensioensleeftijd of de indexsprong gestemd! Op de retoriek van Charles Michel die stelt dat de regering de noodzaak van de besparingen aan de bevolking moet uitleggen, antwoordde PVDA-parlementslid Raoul Hedebouw terecht dat de bevolking maar al te goed de besparingspolitiek begrijpt! Door de besparingen willen de kapitalisten en de regering de arbeidersklasse en de jeugd de crisis laten betalen door onze inkomens, sociale zekerheid, werkomstandigheden en toekomstperspectieven aan te vallen!
Voort met het actieplan!
Het korte overleg met de regering heeft niets opgeleverd, dus zal het actieplan van de vakbonden voortgezet worden. De uitgestoken hand van Charles Michel aan de vakbonden bleek een maneuver om de vakbonden te sussen en mogelijk te verdelen. Indien we niet dezelfde fouten willen maken als in het zuiden van Europa, moeten we vertrouwen hebben in onze kracht. Zonder de arbeidersklasse rijdt er geen trein, meert er geen schip aan, wordt er geen zieke verzorgd en wordt er niets geproduceerd! Onze eis moet niets minder zijn dan de terugtrekking van elke besparing ten koste van de arbeidersklasse.
Indien de regionale stakingen en de nationale staking van 15 december de regering niet van gedachte doen veranderen zal er een nieuw actieplan moeten komen met eerst een 48 uren-, dan een 72 urenstaking, en als dat nog niets uithaalt zelfs een algemene staking van onbeperkte duur tot de terugtrekking van alle maatregelen en de val van de regering. We moeten ook een programma naar voren schuiven dat een alternatief biedt. De belangrijkste industrietakken zoals de banken, de Antwerpse haven, de textiel- en voedingsindustrie, de telecommunicatie etc. moeten genationaliseerd worden en onder democratische controle van de arbeiders geplaatst worden. Alleen zo kunnen we een einde maken aan regering na regering die de wil van de bazen uitvoert.