Carine Rosteleur, werkzaam in de gezondheidszorg en regionaal secretaris van CGSP ALR Brussel doet een boekje open over de staat van de gezondheidszorg in België.
Annick Hebrant (Vonk): Hoe is het gesteld met de gezondheidszorg in België?
CR: Het gaat hier om de meest kwetsbaren in de samenleving. Ziekte gaat dikwijls gepaard met het verlies van jobs en het terugplooien op vervangingsuitkeringen. Het is een doelgroep waar het mogelijk is om veel te besparen. Het beheer van de gezondheidszorg was de laatste periode onderhevig aan hervormingen. De vorige regeringen, zowel ter linker als ter rechterzijde wilden 1.5 miljard besparen. Ze hebben de totale uitgaven verminderd, bij de verzorgenden en de dienstverlening aan de patiënten. Dit met de bedoeling om het gebruik van medicijnen en zorg af te bouwen, zonder de artsen voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen. Het grootste probleem vandaag is dat de ontslagnemende minister, Maggie De Block, terzelfdertijd verschillende besparingspistes heeft opgestart: de hervorming van het KB van 1978 ivm de zorgverlening, de financiering van de ziekenhuizen, …enz. Kortom: we moeten meer doen met minder geld!
AH: Hoe staat het met het tekort aan dokters?
CR: De minister heeft een numerus clausus ingevoerd, zodat er slechts een beperkt aantal studenten aan medische studies kunnen beginnen. Ze beweert dat er te veel RIZIV- nummers (garandeert de terugbetaling van het ziekenfonds) uitgegeven werden, in verhouding tot het aantal inwoners. Dit is echter een vertekening van de realiteit, omdat een 85-jarige arts, die zijn beroep niet meer uitoefent toch zijn RIZIV-nummer behoudt. Wanneer Maggie De Block beweert dat er té veel artsen zijn omdat er té veel RIZIV-nummers zijn, telt zij diegenen ook mee die geen praktijk meer hebben. Iedereen weet dat er een artsentekort is, vooral in Wallonië en Vlaanderen. De artsen worden er niet jonger op en ze zullen vroeger op pensioen gaan dan in het verleden het geval was. Het is dus duidelijk de politieke wil om het tekort aan artsen te organiseren, met de instemming van de artsensyndicaten die hopen dat een tekort de prijs zal opdrijven.
Nochtans waren er besparingen mogelijk op farmaceutisch gebied. Het KIWI-model (via openbare aanbestedingen het goedkoopste geneesmiddel garanderen), dat in Nederland toegepast wordt, had ook bij ons kunnen ingevoerd worden. Maar Maggie De Block heeft integendeel geheime overeenkomsten gesloten met de farmaceutische bedrijven zodat de grondstoffen van geneesmiddelen die slechts 5 euro kosten, gecommercialiseerd worden tot medicijnen die uiteindelijk voor 5000 of 10 000 euro terugbetaald worden door de sociale zekerheid en de private verzekeringsmaatschappijen. Hetzelfde gebeurt met de brilglazen en de kunstgebitten….Hier had ze belangrijke sommen kunnen besparen ten voordele van de sociale zekerheid en de ziekenfondsen!
Ze heeft er natuurlijk voor gekozen om het geld te halen bij die sectoren waarvan ze weet dat de mobilisatiegraad klein is. Hét voorbeeld zijn de zorgverleners, die aarzelen om te staken omdat ze het gevoel krijgen dat ze hun patiënten in de steek laten. De arbeidsomstandigheden in deze sector zijn de laatste jaren enorm verslechterd. De werknemers zijn uitgeperst en totaal opgebrand (toename van zelfmoorden, burn-out’s, depressies en velen die het beroep verlaten).
AH: Wat kan je ons vertellen over de financiering van de ziekenhuizen?
CR: Alle ziekenhuizen zijn met elkaar in concurrentie wat de verblijfsduur van de patiënt betreft. Als een in Gent opgenomen patiënt met een blindedarmontsteking na 3 dagen ontslagen wordt en een ander ziekenhuis een patiënt met dezelfde aandoening 4 dagen bijhoudt wordt dat ander ziekenhuis als minder efficiënt beschouwd. Gent wordt dan de norm. Als een instelling zich niet confirmeert naar die norm ontvangt ze geen financiering meer. Met als gevolg een neerwaartse spiraal om de patiënten zo vlug mogelijk terug naar huis te sturen! Als de verblijfsduur voor om het even welke reden wordt verlengd dan stopt de financiering omdat het ziekenhuis zich niet aan de norm heeft gehouden. Wanneer patiënten met complicaties moeten blijven dan moet het ziekenhuis dat zelf bekostigen.
De enige uitweg die de ziekenhuizen nog hebben om de besparingen op te vangen is ze te verhalen op hun belangrijkste kosten: de loonkosten van de werknemers. Er wordt bespaard op personeel en op sommige voordelen die ze genieten. Zover staat de gezondheidszorg in België. We investeren niet meer in preventie, we desinvesteren in de curatieve zorg, en vooral in de openbare sector.
AH: Hoe ver staat het met oprichten van ziekenhuisnetwerken, voorzien voor 01/01/2020?
CR: Maggie De Block houdt vol dat het niet werkbaar is wanneer twee naburige ziekenhuizen dezelfde specialiteiten in zorg aanbieden. Volgens haar moeten openbare en private ziekenhuizen in dezelfde regio gegroepeerd worden om de zorg globaal te kunnen plannen. Het ene ziekenhuis zal zich toeleggen op cardiale chirurgie, het andere op nierdialyse bijvoorbeeld.
Tot vandaag heeft elk ziekenhuis zijn/haar directeur. Dat verandert: elk netwerk van een regio zal bestuurd worden door een “super manager”, dit zal de kosten verhogen in plaats van te verlagen!
Een netwerk opbouwen betekent ook dat publieke, private, confessionele en seculiere ziekenhuizen zullen moeten samenwerken. Dat zal onvermijdelijk tot financiële problemen leiden voor de patiënten (de particulieren zijn duurder) en tot vele ethische conflicten (abortus, euthanasie, palliatieve sedatie,….)
AH: Wat met de situatie van de verzorgenden?
CR: Eén van de grote problemen is het tekort aan verpleegkundigen. En we staan pas aan het begin van de crisis! Daar zijn verschillende redenen voor. Eerst en vooral de “baby boom”: een groot aantal verpleegkundigen zal de komende jaren op pensioen gaan. Ten tweede: de verlenging van de studieduur, met als directe gevolg het verminderen van de inschrijvingen voor verpleegkunde. Ten derde: de verlenging van de carrière, werken tot 67 jaar, wetende dat verpleegkundige niet opgenomen is in de lijst van de zware beroepen is totaal onmogelijk! Ten vierde: de lage lonen: vandaag verdient een verpleegster die na 4 jaar studie haar loopbaan begint, extra’s van avond-, weekend- en nachtdienst inbegrepen slechts 1700 euro per maand! En tot slot zijn de psychosociale lasten en de totale werklast té zwaar om dragen. De verzorgenden zijn bang om zich te vergissen en ze zijn gefrustreerd dat zij de patiënten niet langer de zorg kunnen bieden die zij nodig hebben. Voor hen is de manier waarop hen wordt gevraagd de patiënten te behandelen, een “misbruik”. Ze voelen zich geen “behandelaars” meer, maar “misbruikers van patiënten”. Daarom wil niemand dit werk nog doen!
AH: Wat met de strijd van de verzorgenden?
CR.: “De dinsdag van de verzorgende” is een actie die gestart is door de CNE (centrale van christelijke vakbonden). Wij, de socialistische vakbond openbare diensten van Brussel, zijn actief in de coördinatie “De zorg in actie”. Het hoofddoel is het creëren van een netwerk, het samenbrengen van alle belanghebbenden in de gezondheidszorg om de bezuinigingsmaatregelen van deze regering te bestrijden. De volgende stap zal ongetwijfeld niet lang op zich laten wachten! Het is noodzakelijk om alle werknemers uit alle sectoren te organiseren: rusthuizen en verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, medische consultatiebureau’s,…enz.
We hebben de afgelopen zomer acties georganiseerd om de Brusselse en de toekomstige federale regering eraan te herinneren dat we de strijd niet zullen opgeven. We voorzien een grote nationale manifestatie tegen het einde van het jaar om de werknemers de tijd te geven om zoveel mogelijk te mobiliseren. We eisen een herfinanciering van de gezondheidszorg, meer en betere inzet van het personeel, een beter salaris voor alle verzorgenden, een echt beleid van welzijn op het werk en het beëindigen van het onmenselijke management.
AH: Hoe zie je de toekomst? Welke beslissingen dienen genomen te worden?
CR: Wat er in Frankrijk gebeurd is, komt nu ook op ons af. Sommige ziekenhuizen of diensten zullen sluiten. Patiënten zullen naar andere instellingen verwezen worden, 50 of 60 km verder. De afbouw van de sociale zekerheid wordt verdergezet, met onder meer het wegtrekken van geld uit de publieke sector. Alle voorwaarden zijn aanwezig opdat niets meer naar behoren kan functioneren.
Wat de beslissingen betreft: eerst en vooral investeren in de gezondheidszorg in de publieke sector. Er moet een absolute stop komen aan de financiering van private instellingen met overheidsmiddelen! De politici moeten gedwongen worden om een einde te maken aan het concurrentiebeleid tussen de ziekenhuizen. Ten slotte moeten we investeren in preventie, de openbare dienstverlening uitbreiden, meer tewerkstelling en betere opvangstructuren.
AH: En om te eindigen?
CR: Had je me twee, drie maanden geleden, geïnterviewd, dan zou ik pessimistisch geweest zijn. Vandaag ben ik dat niet meer, integendeel! De beweging “Gezondheid in strijd” groeit met de dag, de christelijke vakbond is bezig met te mobiliseren, de bediendenvakbonden zijn ook op de kar gesprongen! En het zijn niet enkel de militanten en activisten van de vakbonden die zich roeren. Alle werknemers uit de gezondheidszorg laten van zich horen! Ze hebben ook de steun van de patiënten en hun families. Op dit moment speelt het hefboomeffect en hebben we de mogelijkheid om een machtsevenwicht tot stand te brengen. Ik denk dat het heel snel kan gaan, wanneer de werknemers goed georganiseerd zijn. Dankzij de omvang van deze beweging en de vastberadenheid van de arbeiders om niet op te geven, heb ik het volste vertrouwen in de toekomst!