Tot zondag trekt de Giro, een rittenkoers van drie weken, door Italië. Daags na een zware en ijskoude rit door de Alpen, werd de renners de langste etappe van de wedstrijd voorgelegd: maar liefst 258 km of zesenhalf uur fietsen. Dit ontketende de woede van de vermoeide coureurs, die bij de start van de etappe in een spontane stakingsactie uitmondde. De renners wilden dat de etappe fors ingekort werd of ze zouden niet starten.
Naar verluidt steunden de renners van 18 (van de 20) teams de eis. Daarop volgde een verhitte discussie tussen de vertegenwoordigers van de rennersvakbond CPA onder de renners en Mauro Vegni, de Giro-baas. Uiteindelijk bond de organisatie in, en werd de rit tot 126 km ingekort. Waarop Vegni als een losgeslagen raket allerlei bedreigingen naar de renners in het rond slingerde. Eerst werd hun het prijzengeld ontzegd, daarna dreigde hij renners voor het gerecht te slepen. Dat laatste zal nogal moeilijk zijn aangezien hij zelf de wensen van de renners (tegen zijn zin) heeft ingewilligd.
Veiligheid in het gedrang
Het toont aan hoe strak gespannen de zenuwen zijn. Dat heeft alles te maken met het kapitalistische functioneren van topsport. Vanuit die optiek moet sport spektakel verkopen. Het creëerde een dopingcultuur om de fysiek zware parcours als eerste te overleven. De laatste jaren is vooral de veiligheid van de renners een centraal thema geworden. En met rede. Er zijn tergend veel zware valpartijen geweest. Die brengen steeds weer zware breuken, soms blijvende trauma’s en te vaak de dood met zich mee. Zo kwam de Belgische wielrenner Wouter Weylandt in 2011 dodelijk ten val tijdens een heel moeilijke afdaling in de Giro. Vorig jaar overleed de beloftevolle Bjorg Lambrecht na een zware val in de Ronde van Polen. Tot overmaat van ramp lijken sommige parcours samengesteld om ‘spectaculaire’ vallen te veroorzaken en worden massale valpartijen vaak gebruikt in promofilmpjes voor koersen.
Daarbovenop komt de druk die de economische crisis met zich meebrengt. Veel renners zitten zonder contract voor het volgende seizoen omdat ploegen failliet zijn door het verminderde sponsorgeld. Sommigen hebben tot 70 % loon ingeleverd en er wordt gefluisterd dat heel wat renners maandenlang niet betaald zijn.
Vervolgens worden ze in de hectiek van een wielerpeloton gegooid, ook wanneer de ene na de andere renner de koers moet verlaten door een coronabesmetting. Nog voor de gebeurtenissen van de 19e etappe, verlieten twee ploegen de wedstrijd uit eigen beweging na enkele positieve tests. Een aangeslagen ‘ontsnappingskoning’ Thomas De Gendt zei voor de start van de 12e rit :
"Ik moet eerlijk zijn: mijn hoofd staat niet echt naar koersen na het nieuws van de 17 besmette agenten. (...) Dat de agenten enkel de Giro-E [een recreantenversie voor elektrische fietsers] begeleid zouden hebben? Ja, ja, ja, ja... Dat is een uitleg die ze er aan geven. (...) Er zijn al meer dan 10 gevallen geweest en gisteren hoorde je verschillende renners hoesten. (...) [J]e kunt ook doorgaan tot het te laat is. Of ik me dan onveilig voel? Het gaat de verkeerde kant uit. Het is niet zozeer voor mezelf, maar ook voor mijn familie. Ik wil niemand aansteken. Daar zit ik mee.”
Dit is een situatieschets waar veel arbeiders zich in kunnen vinden.
Een prille maar rijke ervaring
Op een wereldwijd gevolgde podcast Lanterne Rouge werd er uitvoerig over de actie gediscussieerd. Daar werd begrip getoond voor de eisen van de renners en het ontstaan van de actie werd uit de doeken gedaan. Zo mondde de podcast onverwacht uit in een heuse vorming over ‘hoe staken?’. Ze kwamen tot het besluit dat de actie beter wat professioneler werd georganiseerd (eerder dan de avond en ochtend ervoor via Telegram chat-groepen) en dat de renners een echte vakbond nodig hebben (de huidige rennersvakbond is immers een lege doos).
Tegelijkertijd meende één van de sprekers dat hij de staking niet volledig kon steunen omdat ze niet unaniem was. Het is duidelijk nog wat wennen dat ook wielrenners overgaan tot staken. Deze redenering gaat immers voorbij aan het feit dat zulke acties bijna niet unaniem kunnen zijn door de druk die de bazen op de werknemers leggen. Een verhouding van 18 stakende ploegen tegen 2 ‘koerswilligen’, is in realiteit een bijzonder sterke verhouding.
En dat bleek ook uit het resultaat: de Giro-baas moest zwaar tegen zijn goesting inbinden. Die zei daarover:
"Ik ben echt zeer kwaad over de gang van zaken. Het peloton toont geen respect voor de organisatie. We bekijken dit met onze advocaten. (...) Enkelen willen niet starten en de rest volgt dan."
Nochtans staan wielrenners niet meteen bekend als de meest collegiale figuren. Er wint tenslotte maar één iemand. Dat is net zo in de klassenstrijd. Vandaag wonnen de werknemers, en verloor de baas.
Deze opmerkelijke actie zal een voorbeeld zijn voor alle werknemers wiens veiligheid en gezondheid omwille van commerciële redenen in het gedrang komen. De stakende wielrenners zijn alvast uitgenodigd op de eerstvolgende staking van de maaltijdkoeriers van Deliveroo en Uber.