11.11.11 voert dit jaar campagne voor de Tobintaks. Bij de overgang naar vlottende wisselkoersen begin jaren 70 stelde James Tobin voor om een kleine belasting te heffen op het wisselen van munten. Hij vreesde immers dat muntspeculatie de wereldeconomie zou ontwrichten. Vijfentwintig jaar later, in 1997, geeft de crisis van de Thaise munt aanleiding tot een diepe recessie in Azië. De effecten doen zich voelen tot in Latijns-Amerika, Rusland en zelfs op de westerse beurzen. Ignacio Ramonet, hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique, lanceert een oproep tot een offensief tegen ‘het neoliberalisme’ en de financiële speculatie. De aanval kristalliseert zich in de organisatie ATTAC, met als speerpunt de Tobintaks. Sindsdien is dit een centrale eis van allerlei sociale bewegingen.
Een linkse interpretatie van Tobins eis
Voor ATTAC heeft de taks twee doeleinden. Ten eerste het afremmen van financiële speculatie. Een taks van 0,1% op elke transactie betekent een jaarlijkse heffingsvoet van 0.4% indien de valuta binnen de zes maanden terugkeren. Investeringen op lange termijn zouden dus niet worden gehinderd. Indien de transacties binnen de zeven dagen heen en weer switchen, zoals vandaag voor 80% het geval is, dan bedraagt de jaarlijkse heffingsvoet minstens 10%. Aangezien de winstpercentages bij financiële speculatie eerder laag zijn, remt 10 % belasting zulke risicovolle activiteit zeker af. Het tweede doel is de internationale solidariteit. Een taks van 0,1% zou jaarlijks bijna 100 miljard $ opbrengen. Deze pot kan men gebruiken om de armoede te bestrijden.
80% van de operaties spelen zich af tussen Londen, Tokio, New York, Parijs, Hongkong, Bern en Frankfurt. Het volstaat dus de taks op te leggen in de G7, andere landen van de EU, Zwitserland, Australië, Singapore en Hongkong. Uitwijken naar fiscale paradijzen is geen optie voor het kapitaal omdat daar gewoonweg geen voldoende infrastructuur aanwezig is. Bovendien volgt de Bank for International Settlements elektronisch alle operaties met betrekking tot deviezen. Ontduiking valt bijgevolg makkelijk te controleren. Het enige echte technisch probleem is wie de pot zal beheren (de VN?) en welke criteria zullen worden gebruikt bij de verdeling ervan. Om een vergelijking te maken: het grootste deel van de Amerikaanse ‘ontwikkelingshulp’ gaat naar Israël en Egypte. Geopolitieke belangen primeren m.a.w. op ontwikkeling.
Toch hoeft deze bedenking geen argument te zijn tegen de beweging voor de Tobintaks. Wij steunen elke maatregel die het leven van speculanten zuur maakt. Welbeschouwd is die eis voor de Tobintaks een onderdeel van de nieuwe beweging tegen de ‘globalisatie’. Momenteel richt deze zich nog op veronderstelde ‘uitwassen’ van het kapitalisme zoals speculatie en uitbuiting van ‘het Zuiden’. De strijd voor een belasting op kapitaal is een belangrijke factor in de bewustwording van een groeiend aantal activisten en sympathisanten, omdat zij in die mobilisatie worden geconfronteerd met het verzet en de macht van de burgerij. De harde ervaring van de sociale realiteit doet in de eerste plaats het bewustzijn van de massa vooruitgaan. Ze moet de limieten ervaren.
De functie van marxisten
Daarom is het enigszins verwonderlijk dat de ‘marxisten’ van de Franse partij LO-LCR bij een resolutie in het Europees Parlement over een onderzoek naar de mogelijkheid van de Tobintaks tegenstemden of zich onthielden. Was de resolutie te gematigd? Ja en neen. Men dient ze ook niet louter als een tekst te benaderen, maar in relatie tot de reële beweging. Niemand weet dat er een zinsnede in vermeld staat die zich uitspreekt ten voordele van ‘volwaardige en gezonde kapitaalmarkten’ (die overigens ook van publieke aard kunnen zijn). Iedereen herinnert zich wél dat er vier stemmen te kort waren om de balans te doen keren ten voordele van de resolutie. Een meerderheid ten voordele van deze resolutie zou de dynamiek van de straat (betogingen, petities, acties) aan-zwengelen en de rechterzijde tot een defensieve houding dwingen. Met dit fundamentalistisch standpunt bewees uiterst links opnieuw haar contraproductief extremisme.
Anderzijds moeten we ons niet kritiekloos laten meesleuren door de mobilisatie voor de Tobintaks. Speculatie is immers niet de oorzaak van sociale onrechtvaardigheid. En het financiële kapitaal staat niet los van het productieve kapitaal. De Tobintaks mag dus geen doel op zich zijn. Bovendien is het goed mogelijk dat bij aanhoudende financiële perikelen de burgerij zelf zo’n taks invoert om de financiële markten te stabiliseren. Indien de beweging op dat moment geen juiste visie heeft op het functioneren van het kapitalisme en de tactiek van de burgerij, dan zal deze maatregel de grond van onder haar voeten halen. Reden te meer voor marxisten om deze beweging te verrijken met hun analyses.