De verkiezingen van 17 maart zijn met grote voorsprong gewonnen door Mark Rutte’s VVD, die nu samen met D66 de formatie gaat starten van een kabinet-Rutte IV. De grote nederlaag voor de ‘linkse’ partijen toont aan dat er grote nood is aan een klassenalternatief voor Rutte.
De VVD is zelfs twee zetels gestegen sinds de vorige verkiezingen. Dit heeft uiteraard te maken met de rol van Mark Rutte als premier in coronatijd, de ‘staatsman’ die de Nederlandse natie weer naar het ‘oude normaal’ gaat brengen. Zoals verscheidene politiek analisten zeggen, is er sprake van een ‘rally around the flag’-effect, waarbij mensen in tijden van crisis bescherming zoeken bij hun leiders, die daardoor sterk winnen aan populariteit. Wat ze er echter vergeten bij te vertellen, is dat dit effect mede mogelijk is gemaakt door de ‘linkse’ oppositiepartijen PvdA en GroenLinks, die het afgelopen jaar continu hebben opgeroepen tot ‘eenheid’ en hebben afgezien van serieuze kritiek.
Nu het vaccinatieprogramma eindelijk een beetje op gang gekomen en er wordt gesproken over heropeningen in de zomer, werkt de VVD met het perspectief van een post-coronagroeiperiode. Aangezien er wereldwijd een trend is van het inzetten van publiek geld om de economie overeind te houden en de staatsschulden te laten stijgen, heeft de VVD nu afstand genomen van grote bezuinigingen op de korte termijn. Ze bepleit zelfs een lichte stijging van het minimumloon en een sterke overheid, om de consumptie van de bevolking op peil te houden.
Deze metamorfose is een breuk met de voorgaande periode van Klaas Dijkhoff en zijn rechtse ‘proefballonnetjes’. In feite was het Wopke Hoekstra van het CDA die deze rol probeerde over te nemen.. Zijn pleidooien tegen minimumloonsverhoging, voor verkorting van de WW en ‘meer vaste contracten’ door juist vaste contracten te flexibiliseren, kregen weinig bijval in deze onzekere periode. Het CDA, ooit de hoofdpartij van de Nederlandse bourgeoisie, verloor nog vier zetels en kwam uit op slechts 15 zetels.
De tweede winnaar van de verkiezingen is D66, die op 23 zetels staat. Sigrid Kaag wist uiteindelijk goed de ‘progressieve’ en liberale stemmen te verzamelen rondom haar partij. In de meeste grote steden wist ze te winnen met een duidelijk pro-EU en ‘groen-liberaal’ programma. Ook onder jongeren was de partij het grootst. Kaag als individu speelde hierin een belangrijke rol. D66 voerde campagne in een stijl die deed denken aan Hillary Clinton met Kaag als een politiek sterke vrouw, maar daarnaast was gewoon duidelijk waar men op stemde: een burgerlijk-liberale partij die de regering in wil.
Daarin verschilt de partij het meest van GroenLinks. Jesse Klaver probeert zich als linkse oppositieleider met radicale ideeën te presenteren, maar probeert tegelijkertijd de meest loyale steunpilaar voor Rutte te zijn en allerlei akkoorden te sluiten met het kabinet. Het effect van een paar jaar geleden is nu uitgewerkt. GroenLinks heeft het sterkst verloren in Amsterdam, waar het de grootste lokale coalitiepartij is, die allerlei impopulaire maatregelen heeft doorgevoerd zoals enorme stijgingen van de parkeertarieven, een zogenaamd ‘duurzame’ maatregel. GroenLinks is nu weer gedaald naar 9 zetels.
De PvdA hoopte te herstellen van haar enorme nederlaag in 2017, die het gevolg was van het bezuinigingsbeleid van Rutte II. De door de toeslagenaffaire besmette Asscher vervangen door Liliane Ploumen heeft niet geholpen. De partij is op 9 zetels blijven steken en kreeg meer dan de helft van haar steun van stemmers boven de 50.
De SP, de partij die had kunnen profiteren van de onvrede met Rutte rond de bezuinigingen op de zorg, de toeslagenaffaire en andere zaken, heeft hierin gefaald. Met 9 zetels (en eveneens qua ledental) is ze weer terug rond het niveau van 2002. Hoewel ze zeker goede standpunten had en een belangrijke rol speelde in het aan het daglicht brengen van de toeslagenaffaire (in het bijzonder Renske Leijten), miste er een groter ‘verhaal’ dat een groot deel van de werkende klasse en linkse jongeren had kunnen mobiliseren rondom een positieve campagne voor een socialistisch alternatief. De campagne van de SP was vlees noch vis: enerzijds heeft ze een links-reformistisch economisch programma, vooral gericht op de armste lagen van de werkende klasse, anderzijds heeft ze een gematigder standpunt over minimumloon dan de FNV en sluit de partijleiding regeren met de VVD niet uit.
Zo zien we dat de steun van GroenLinks en PvdA voor het vorige kabinet-Rutte en het voorsorteren van de SP op mogelijke regeringsdeelname niets hebben geholpen. Deze partijen zijn gezamenlijk historisch klein, terwijl D66 een flink deel van hun stemmen heeft afgesnoept.
De enige positieve ontwikkeling ter linkerzijde is de eerste zetel voor de partij Bij1. Deze partij kan een duidelijk geluid tegen discriminatie in de Tweede Kamer brengen, dat breekt met de concessies die ‘links’ gedaan heeft aan de rechtse demagogen. Het partijprogramma van Bij1 heeft ook belangrijke antikapitalistische standpunten. Indien de zetel gebruikt zal worden om ook deze te verkondigen, zou dit een effect kunnen hebben, vooral op de SP.
Het grootste zogenaamde ‘oppositiegeluid’ zal echter dat van de uiterst-rechtse demagogen zijn. Geert Wilders’ PVV is de derde partij geworden, met 17 zetels. Deze partij heeft het best de onvrede met Rutte’s beleid weten te kanaliseren, door een giftige mix van (demagogische) kritiek op het zorgbeleid en de benadeling van kleine ondernemers in vergelijking met grote bedrijven, met het meest extreme racisme.
Thierry Baudets FvD is gestegen tot 8 zetels. Numeriek is dit misschien een grote stijging, maar vergeleken met de doorbraak tijdens de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 is de partij met de recente partijcrisis een flink deel van haar steun kwijtgeraakt. De partij is in handen van de ‘ideologen’ en leunt sterk op de anti-lockdowners, anti-vaxxers, ‘wild geworden kleinburgers’ e.d. De ‘gematigden’ hebben als JA21 3 zetels gehaald. Deze worden nu als ‘redelijk rechts alternatief’ beschreven door de burgerlijke media, maar in feite hebben hun woordvoerders Nanninga en Eerdmans een lange geschiedenis van racistische politiek. Laten we niet vergeten dat FvD een paar jaar geleden ook beschreven werd als het ‘redelijke alternatief voor de PVV’!
Niet treuren, maar organiseren!
Een groot deel van de arbeidersbeweging en ‘links’ is uitermate bedroefd en pessimistisch. Die emotie is begrijpelijk. Men had immers graag een andere uitslag willen zien na drie kabinetten-Rutte. Echter, dit rechtvaardigt niet de cynisch-pessimistische houding dat er nooit iets zou kunnen veranderen of dat de Nederlandse bevolking door en door conservatief en racistisch zou zijn. Dit soort geklaag over de Nederlandse ‘volksaard’ bestond ruim 100 jaar geleden ook al, en is meerdere malen door de geschiedenis gefalsificeerd.
Mark Rutte heeft gewonnen in coronatijd. Een succesvol vaccinatieprogramma en heropening van de economie kunnen tot een goede beginperiode van het nieuwe kabinet leiden. De internationale situatie is echter niet zo gunstig en er zijn veel economische problemen die zich nog zullen ontvouwen in de komende jaren. Op een gegeven moment zal het nieuwe kabinet overgaan tot bezuinigingen. Dan zal de vraag gesteld worden wie de rekening voor de crisis moet betalen: de kapitalisten of de werkende klasse? Het zijn dit soort dingen die leiden tot een verandering van het bewustzijn.
Het is duidelijk dat wat er mist, een socialistische partij van de werkende klasse is, een partij die op basis van een klassenprogramma een alternatief kan vormen voor Mark Rutte. Niet alleen een partij voor de armste bevolkingsgroepen, maar voor de gehele werkende klasse. De PvdA was dat in het verleden, maar nu al lang niet meer. De SP ontwikkelde zich in die richting, maar is dit nu ook niet te noemen. Een overwinning voor de linkse elementen in de SP kan echter wel een aanzet in die richting geven.
Zolang dit alternatief er niet is, zullen we nog veel horen over strijd over ‘cultuur’, tussen conservatieve en progressieve mensen. Dit schept verwarring en vertraagt weer de vorming van het klassenbewustzijn. Echter, uiteindelijk zal dit zich ook ontwikkelen, zoals de geschiedenis in alle landen (waaronder Nederland) ons leert.
Het is de taak van de marxisten in de arbeidersbeweging om daarop voor te bereiden. De slechte staat waarin ‘links’ verkeert, zou juist een extra stimulans moeten zijn om ons te organiseren en voor te bereiden op de grote gebeurtenissen van de toekomst. Sluit je bij ons aan en vecht voor de socialistische revolutie!