Sinds de herfst van 2019 raast er een golf van opstanden over de wereld. Een van de opvallende kenmerken is dat de bewegingen niet zomaar stilvallen. De massa’s begrijpen dat het veranderen van een president of het verslagen van één bepaalde maatregel niet goed genoeg is om het totaalplaatje te veranderen. Daarvoor zal het gehele politieke regime en het economische systeem eraan moeten geloven.
Met behulp van welke eisen, programma en middelen dat kan gebeuren, is wat de revolutionaire massa’s nu aan het ondervinden zijn. Zeker de bewegingen in Algerije, Libanon, Irak, Chili en Ecuador zijn aan een sneltempo ervaring aan het opdoen, waarvan revolutionairen in andere landen op hun beurt nut zullen hebben.
Een nieuwe Grondwet als doel?
Chili is één van de landen waar de beweging onmiskenbaar revolutionaire proporties heeft aangenomen. Het land werd tot voorbije zomer in de pers geroemd als een ‘liberaal paradijs’. Maar daar heeft de beweging met als centrale slogan “weg met de moordenaar-president Pinera”, een einde aan gemaakt.
De opstand bundelt sociale eisen met een wens om het oude regime eens en voorgoed te ontmantelen. De staat is in essentie immers nog dezelfde als onder de dictatuur van generaal Pinochet. Net op het moment dat deze door de volkswoede verpulverd dreigde te worden, is de elite er in geslaagd om alle politieke partijen het ‘Vredespact’ te laten ondertekenen. Het pact moet uitmonden in een nieuwe grondwetgevende vergadering. De Communistische Partij heeft het akkoord niet ondertekend, maar roept wel op om deel te nemen aan het referendum over de nieuwe grondwet. Daarmee wordt ze medeverantwoordelijk om de ‘sociale vrede’ te bewaren, in naam van het constitutionele proces.
Een nieuwe grondwet is een populaire eis, omdat de Grondwet die in 1980 onder Pinochets dictatuur is geschreven nog steeds van kracht is. De massa’s grijpen deze opening aan om hun aspiraties in een nieuwe constitutie te beitelen. Dat is de schone schijn. In realiteit probeert de elite de opstandige beweging af te leiden naar de veilige kanalen van de ‘democratische’ staatsinstellingen. Op een moment waarin de regering in het nauw wordt gedreven en alle instellingen van de burgerlijke democratie sterk gediscrediteerd zijn, biedt dit een manier om hen opnieuw te legitimeren.
Een grondwet om niets te veranderen
Het gehele grondwetgevende proces is duidelijk gericht op het behoud van het kapitalistische status quo. Het proces wordt over een lange periode gerekt, om demobilisatie in de hand te werken. De verkiezingsmodaliteiten zijn in het voordeel van de traditionele partijen – die volgens een bevraging van het onderzoeksinstituut CEP slechts door 2 procent (!) van de bevolking worden vertrouwd. Tenslotte zullen alle artikels bij tweederdemeerderheid gestemd worden. Dat betekent evenveel als een vetorecht voor een eenderde minderheid.
Zelfs indien er betekenisvolle sociale artikels in de nieuwe grondwet worden gestemd, zullen deze dode letter blijven. De politieke vertegenwoordigers zullen hetzelfde spelletje blijven spelen. Ingefluisterd door de grote vermogens, zullen ze tot de conclusie komen dat er geen geld is voor sociale hervormingen. Op basis van het kapitalisme zullen de sociale problemen blijven bestaan.
Dit wordt intuïtief ook door de Chileense massa aangevoeld. In dezelfde bevraging van het CEP werd er gepolst wat de prioriteiten van de regering moeten zijn. Het resultaat daarvan was: pensioenen (64 procent), gezondheid (46 procent, onderwijs (38 procent) en lonen (27 procent). En wat met een nieuwe grondwet? Deze kwam op een elfde plaats (11 procent).
Nieuwe bouwstenen
De doelstellingen van de beweging, het uitroeien van de sociale ongelijkheid, de armoede en de corruptie, kunnen niet volbracht worden binnen de staatsinstellingen die deze wantoestanden in stand houdt. De weg vooruit is om te bouwen aan een nieuwe democratie. Deze keer moet het de democratie van de werkende bevolking en de armen worden. De eerste bouwstenen voor een socialistisch Chili zijn tijdens de voorbije maanden op spontane wijze gelegd.
De zelf bijeengeroepen cabildos abiertos (open raden) die in de eerste dagen van de opstand in de wijken van de grote steden ontstonden, namen zelf maatregelen om kleine bedrijven te beschermen tegen plunderingen, de bevoorrading te organiseren en zo de revolutionaire tradities uit de jaren’70 in ere te herstellen.
Tijdens de strijd kwamen ook zelfverdedigingsorganisaties uit de beweging naar voren. Spontaan en door de ervaring van de bloederige politierepressie, met de jeugd op de voorgrond, ontstond de Primera Línea (frontlinie). Die verdedigde de beweging tegen de repressie, met rudimentaire maar steeds verfijndere middelen. Zo werd de mogelijkheid behouden om te blijven demonstreren op de Plaza Italia, nu omgedoopt tot de Plaza Dignidad (Plein van de waardigheid). De regering voerde een wekenlange strijd om de controle over de straten te herwinnen en is daar nooit in geslaagd. De frontlinie werd bijgestaan door een tweede, derde en vierde linie, die verantwoordelijk waren voor de medische zorg, de levering van projectielen, enz.
In Antofagasta werd op initiatief van de lerarenvakbond en andere organisaties die de strijd coördineerden, een Comité voor Noodhulp en Bescherming opgericht, dat verantwoordelijk was voor zelfverdediging en medische zorg voor de gewonden in de repressie.
De volgende stap in de verwezenlijking van de revolutionaire aspiraties in om de rug te keren naar de grondwettelijke farce, en deze zelforganisaties uit te bouwen. Via een nationale bijeenkomst kan ze een nationale structuur en vertegenwoordiging krijgen die voor de gehele beweging kan spreken. Dit zou een ‘parlement’ van de daad en de actie zijn, en niet meer van de schone schijn. Gebaseerd op de mobilisatie van de werkende klasse kan dit de plaats zijn waar de noodzakelijke conclusie vorm krijgt: de werkers doen het land draaien, niet de kapitalisten. Weg ermee! Onteigen de grote bedrijven en stel ze ter beschikking van de gehele bevolking en onder de democratische controle van de werknemers.
Vergelijkbaar proces
Het revolutionaire proces is op dit ogenblik het verst gevorderd in Chili. Maar ook in de andere landen zijn dezelfde fenomenen aanwezig. In Ecuador moest president Lenin Moreno in oktober de hoofdstad ontvluchten en kreeg de repressie geen grip op het tegenwerk van de Guardia Indigena. Op een bepaald moment bestormden de betogers zelfs het parlementsgebouw met als doel er een volksparlement te organiseren. Tot de CONAIE (de raad van inheemse volkeren) die aan de wieg van de beweging stond, twee dagen later een pact sloot met als belofte in te staan voor de ‘sociale vrede’.
In Algerije deed de Hirak (beweging) de dictator Bouteflika vallen. Vorige maand riep ze op tot een succesvolle boycot van de verkiezingen. Slechts 39 procent van de bevolking ging stemmen op partijen die een voortzetting van het oude bestuur betekenen.
In Libanon zijn de massabetogingen hervat. Ditmaal tegen Michel Aoun, de vervanger van de afgezette maffia-minister Saad Hariri. Om een beeld te schetsen: Aoun is een oud-minister van het regime. Tijdens de ‘week van woede’ eind januari, werden de hoofdzetels van banken aangevallen. Om de leegloop van hun reserves als gevolg van een negatieve handelsbalans tegen te gaan, weigerden ze geldopname. Op hetzelfde moment stelden de kapitalisten hun vermogens veilig op Zwitserse bankrekeningen. Ondanks deze verdere radicalisering, blijft de eis van de beweging dezelfde: het instellen van een technocratische regering die de etnische tegenstellingen overstijgt. Net als het grondwettelijke proces in Chili, is dit geen geschikte maatregel om de macht uit handen te nemen van de twee heersende families die de Libanese economie op maffiawijze runnen.
Tenslotte laten de Irakezen, en meer in het bijzonder de jonge Iraakse vrouwen, zich niet kennen. De ‘Million-Women March’ kwam er als reactie op de uitspraken van Muqtada Al-Sadr. Die riep op om vrouwen van mannen te scheiden in de demonstraties. De poging tot het zaaien van verdeeldheid mislukte erbarmelijk. Vele mannen trokken mee op in de betoging waar ze een gordel vormden rond de vrouwencolonnes om hen tegen de repressie te beschermen.
Al-Sadr, een imam, riep de voorgaande jaren op tot betogingen rond dezelfde eis: elke zomer is er onvoldoende drinkwater. Dat maakt zijn delegetimering des te betekenisvoller. Het regime en al de religieuze fracties, die door de Amerikanen in het leven werden geroepen na de inval, daveren op haar grondvesten.
De stoom mag zich niet verspreiden
Dat de initiële golf die zich in oktober als een virus leek te verspreiden enigszins tot een halt is gekomen, heeft daar alles mee te maken. Het gebrek aan beslissende doorbraak heeft het opborrelen van bewegingen in de buurlanden vertraagd.
De revolutionaire protesten bevinden zich in een cruciale fase. De massamobilisaties kunnen niet oneindig doorgaan zonder resultaat. In Libanon, Algerije en Irak is er niets dat lijkt op een georganiseerde arbeiderspartij. In Latijns-Amerika zijn die er wel, maar worden ze overheerst door een reformistische kijk. Van de Communistische Partij en het Frente Amplio in Chili, over de CONAIE in Ecuador, deden ze de massa-acties niet escaleren. Van zodra het oude regime met beloften afkwam, gingen ze mee in plannen voor sociale vrede.
Op die manier wordt het kapitalistische systeem niet enkel door de rechterzijde verdedigt. Via hun louter parlementaire manoeuvres, belemmeren ook de links-reformistische partijen de bewegingen om het kapitalisme en haar staat omver te werpen.
Een revolutionaire beweging kan vergeleken worden met een enorme opwelling van stoomkracht. Maar wanneer ze geen richting wordt gegeven door een leidend orgaan, zal ze verloren gaan.
Dat is precies het belang van een revolutionaire organisatie. Op basis van het vertrouwen in de werkende klasse, moet ze in de verwarring van het moment het hoofd koel houden en de weg vooruit tonen. Dat betekent het afwijzen van alle parlementaire en constitutionele manoeuvres en het uitbouwen van de zelforganisatie van de beweging als alternatieve macht. Dat is wat de Bolsjewieken in Rusland zonder verpinken hebben gedaan. Elke hedendaagse revolutionair kan noodzakelijke inzichten uit die ervaring halen.