“Hebt u mannen met lange baarden gezien op de betogingen in Tunesië?” vroeg een Tunesische vrouw. “Nee? Inderdaad! Wij hebben ze niet nodig om onszelf te bevrijden van de tirannie.” Samen met 800 mensen betoogde deze vrouw vorige zaterdag in Brussel. Vooral Tunesiërs, maar ook Algerijnen, Marokkanen, Irakezen en Palestijnen vormden het gros van de betoging. Betoging zei u? Wel, het leek meer op een festival van vrolijke en uitbundige Tunesiërs. Het soort actie waar iedereen met iedereen praat en vooral met de mensen die ze niet kennen. “Eindelijk vrij” kwam altijd maar terug in de gesprekken. Verrassing ging gepaard met een plotse trots het eerste Arabische volk te zijn dat er in is geslaagd een dictator van zijn troon te stoten. Alleen en zonder buitenlandse ‘hulp’. Op een bepaald moment werd zelfs de slogan geroepen (in het Frans) “Contagion, contagion” (“besmetting”, hiermee verwijzend naar de uitbreiding van de Tunesische ‘virus’ van de opstand naar buurlanden waar ook dictators de plak zwaaien). Ook de slogan “Wij zijn allen Tunesiërs” werd met plezier herhaald.
De regionale impact van de opstand werd goed begrepen door de actievoerders. Naast het veel gezongen nationale volkslied waren er andere slogans zoals: “Wij hebben geen angst meer”, “Ben Ali moet betalen voor zijn misdaden”, “Geef de door Ben Ali gestolen goederen terug aan het volk”, “Maghreb United”, “Dank aan de Tunesische soldaten”, “De macht voor het volk” en ook “Weg met Gannouchi” (de zeer tijdelijke president die Ben Ali heeft opgevolgd). Het pamflet dat Vonk/Unité Socialiste uitdeelde riep op voor het einde aan het regime zelf en niet alleen het einde van een dictator en een paar van zijn handlangers. Het hele systeem van onderdrukking moet worden ontmanteld. Dit werd echt goed onthaald. We verdeelden zo een 400 exemplaren van het pamflet dat ook nog de Arabische marxistische website extra in de kijker zette. Interessant was hoe veel mensen beseften dat de revolutie verder moest gaan. Een betoger legde ons uit dat “wanneer je kanker hebt het niet voldoende is het meest zichtbare gedeelte ervan weg te snijden. Je moet de wortels wegsnijden van de ziekte. Indien dit niet wordt gedaan, komt de kanker terug”.
Wanneer sommige Marokkaanse jongeren hun nationale vlag tevoorschijn haalden, prikten ze er een affiche op met de slogans “Weg met de tirannie, weg met de onderdrukking”. Plots stonden ze stil toen een oude man met een strenge blik naar hen toe kwam stappen. Na een korte stilte stelde hij: “Indien je de zaken moet veranderen, beperk je dan niet tot een verandering aan de top. Alles moet opgekuist worden. Van de zolder tot de kelder en dan terug”. Aangemoedigd door de woorden van deze oude man begonnen ze wee te zingen. Een andere jonge Marokkaan vertelde ons: “Zij, de Tunesiërs, hebben er nauwelijks vier weken over gedaan om van Ben Ali bevrijd te zijn. Zou het niet prachtig zijn mocht vanaf nu elke maand een tiran in de Arabische wereld omvergegooid worden?”
Uren na het einde van de betoging stonden de Tunesiërs nog te discussiëren. Niemand wou naar huis. Velen wensten maximaal te genieten van dit moment van vreugde. Discussies op straat of op de stoep werden nu en dan onderbroken door spontaan geroep. Nochtans heerste er in deze enthousiaste gesprekken voldoende realisme. “Nu moeten we ervoor zorgen dat niemand beslag legt op onze overwinning, de overwinning van het volk.”
Zie de foto’s van de betoging: