Deze maand veertig jaar geleden werd Congo onafhankelijk. België is echter nooit helemaal weggeweest van het Congolese toneel en sinds het aantreden van de nieuwe regering lijkt de Belgische belangstelling voor Centraal-Afrika opnieuw toe te nemen. Vonk sprak hierover met Ludo De Witte, auteur van “Crisis in Congo” (1996) en “De moord op Lumumba” (1999)
Vonk: Veertig jaar geleden barstte in België ook de grote staking tegen de Eenheidswet los. De Belgische arbeidersbeweging en de Congolese bevolking waren dus gelijktijdig verwikkeld in een strijd met het Belgische establishment. Hoe komt het toch dat die twee objectieve bondgenoten elkaar nooit hebben gevonden?
LDW: “Sinds de Tweede Wereldoorlog was er bij de Belgische progressieven té weinig aandacht voor het koloniale vraagstuk. Enkel in La Gauche (het toenmalige blad van de linkerzijde in de Belgische Socialistische Partij, nvdr.) verschenen er wel eens interessante en onderbouwde artikels en dat blad stuurde soms ook een verslaggever ter plaatse. Maar ook die stroming opteerde toch voor een louter nationale opstelling ten tijde van de Grote Staking tegen de Eenheidswet. Dat heeft de Belgische regering toegelaten de Congo-crisis af te wikkelen in de schaduw van de interne Belgische sociale crisis. Dit werd nog maar eens bevestigd door het relaas dat Serge Moureaux (oud PS-kamerlid wiens vader ten tijde van de toenmalige regering Eyskens minister van onderwijs was, nvdr.) onlangs gaf in Le Journal du Mardi. Serge Moureaux vernam destijds van zijn vader dat reeds in de zomer van 1960 de fysieke eliminatie van Lumumba binnen Belgische regeringskringen werd besproken, maar ook dat ten gevolge van de stakingen waarmee de regering haar handen vol had deze eliminatie sinds december 1960 geen essentieel dossier meer was. De dagelijkse opvolging van de Congolese affaire werd overgedragen aan het ministerieel comité van Afrikaanse Zaken dat daardoor meer armslag kreeg buiten de aandacht van de publieke opinie.”
Vonk: Zien we recenter niet opnieuw tekenen van een relatieve onbekendheid van de Belgische progressieven met Congo? Toen Moboetoe nog aan de macht was leek het UDPS van Etienne Tshisekedi dé grote gangmaker van de oppositie te zijn. Maar wanneer het regime uiteindelijk zijn doodsstrijd levert komt daar “uit het niets” het guerillaleger van Kabila aanzetten
LDW: “Men heeft zich inderdaad blind gestaard op de parlementaire machinaties in Kinshasa. Anderzijds was de sociale basis van Kabila in 1996 toch zeer beperkt en was het de steun van de Rwandezen en de Oegandezen die hem op weg heeft gezet. Maar in de loop van dit proces heeft Kabila gaandeweg de steun verworven van de Congolese bevolking en heeft hij zich kunnen losmaken van de agenda van zijn oorspronkelijke broodheren met het latere conflict tot gevolg. Enorme troef in heel die ontwikkeling is dat Kabila de enige Congolese leider is die steeds consequent geweigerd heeft om compromissen af te sluiten met Moboetoe.”
Vonk: Onlangs hebben de Europese ministers van Buitenlandse Zaken de ontwikkelingshulp aan Congo gedeblokkeerd nadat ze het regime in Kinshasa toch jarenlang uiterst vijandig hadden bejegend en in quarantaine hadden geplaatst. Betekent deze ommezwaai dat men nu beseft dat Kabila een blijver is en dat men eieren kiest voor zijn geld ?
LDW: ”Het oorspronkelijke plan van Rwanda en Oeganda om Kabila snel ten val te brengen en dat werd gesponsord vanuit de Verenigde Staten is inderdaad uitgedraaid op een patstelling. Dit komt omdat Kabila door en meerderheid van de bevolking – ook in het bezette Oosten van het land, zo wijzen recente onderzoeken uit – als de vertegenwoordiger van de Congolese soevereiniteit gezien wordt. Het Westen heeft Kabila dus schromelijk onderschat en is gedemoraliseerd geraakt door het wegvallen van militaire pionnen zoals het regime van Habiyarimana in Rwanda en de Interahamwe milities, en nu het debacle van Rwanda en Oeganda. Daardoor komt België weer op het voorplan. In Afrika wordt België makkelijker beschouwd als een klein land dat zijn koloniale ambities heeft laten varen en dus ongevaarlijker is. Daardoor krijgt het soms meer voor elkaar. Je merkt een duidelijke wil van de paarsgroene regering om opnieuw vaste voet aan de grond te krijgen in Centraal Afrika. Vandaar ook het charme-offensief met de verontschuldigingen die Verhofstadt uitsprak in Rwanda en het oprichten van een parlementaire commissie die de moord op Lumumba moet onderzoeken.”