Vorige zaterdag (16 mei) kwamen in Linshui (in het Oosten van de provincie Sichuan) duizenden manifestanten op een gewelddadige manier in botsing met de autoriteiten. De manifestanten eisten dat een gepland treinspoor voor de hogesnelheidstrein in Linshui zou worden aangelegd. Hun actie werd beantwoord met matrakken en rubberkogels. Volgens meldingen zijn honderden manifestanten gewond geraakt door de politie. Het hardhandige optreden van de Chinese overheid tegen protesten toont de instabiliteit en de zwakte van het regime.
Inwoners van Linshui werden oorspronkelijk verteld dat een nieuwe spoorweg hun district zou doorkruisen. De gemoederen raakten verhit toen echter bleek dat de nieuwe treinverbinding niet door hun district, maar door de naburige stad Guangan - tevens de geboorteplaats van Deng Xiaoping en het administratieve centrum van de regio - zou getrokken worden. Het protest was wat ongewoon, aangezien het hier een protest voor een ontwikkelingsproject betrof. Meestal zien we dat protesten in China gericht zijn tégen het duizelingwekkende aantal bouwprojecten. Vaak worden die projecten, waarmee de overheid de economie boven water wil houden, beschouwd als schadelijk voor de lokale gemeenschap.
Ongeveer 20 000 manifestanten trokken de straten van Linshui op om hun steun te tonen voor de oorspronkelijke plannen van de regering. Een brief van één van de inwoners van Linshui aan de autoriteiten stelde “dat er twee spoorwegen door Guangan lopen. Wij zijn het enige district in de regio dat geen enkel treinspoor heeft.” De 12 000 km aan treinsporen die de regering de laatste zeven jaar hebben laten aanleggen, hebben broodnodige investeringen en toerisme gebracht naar de regio's die langs die spoorwegen liggen. Hoewel de schaal van ontwikkelingsprojecten sinds 2008 enorm was, is de ontwikkeling niet evenredig gevolgd, waardoor veel gemeenschappen achterop hinken. Om die reden willen de inwoners van Linshui zo graag een spoorweg door hun district.
Het protest begon vreedzaam, maar dat veranderde toen de politie willekeurig manifestanten begon te slaan met matrakken. Het politiegeweld lokte een gewelddadige reactie uit bij de manifestanten. Het protest draaide uit op rellen die tot een stuk in de nacht aanhielden. Politiewagens gingen in vlammen op en betogers gooiden stenen naar de oproerpolitie. Er zijn geruchten dat er doden zijn gevallen onder de betogers.
Deze militante uitbarsting van verzet is een uiting van de onderliggende stemming in China. Een gelijkaardige situatie deed zich vorige maand voor in de provincie van Guangdong toen een protest tegen de bouw van een verbrandingsoven uitdraaide op geweld nadat de politie extreem agressief reageerde op het bij aanvang vreedzame protest.
Deze explosieve uitbarstingen op lokaal niveau gebeuren in een context van groeiende opstandigheid bij de werkers. China krijgt recent te maken met een toenemend aantal stakingen. In 2014 waren er minstens 1 378 stakingen en protesten van de arbeidersbeweging. Dat is dubbel zoveel als in 2013 (656) en drie keer zoveel als in 2012 (382). In het laatste kwartaal van 2014 zagen we een enorme stijging, met maar liefst 569 geregistreerde stakingen. Dat is vier keer meer dan dezelfde periode in 2013.
De sterke groei van de Chinese economie begint te vertragen. Hierdoor worden meer en meer werkende mensen gedwongen om te vechten voor hun lonen, hun sociale verworvenheden en hun pensioenen. China slaagde er in de crash van 2008 te vermijden door een grote Keynesiaanse stimulus via enorme projecten op vlak van infrastructuur. Met dit oplapwerk kon China tot op heden de crisis wat bedwingen. Vandaag zien we een crisis van overproductie op de voorgrond treden. In 2014 werd China geconfronteerd met de laagste groei sinds 1990 en het gebruik van de productiecapaciteit is gedaald tot 70 procent. Volgens officiële verwachtingen zou de Chinese economie elk jaar moeten groeien met 7,2 procent om de 10 miljoen werknemers die elk jaar hun intrede doen op de markt van een baan te voorzien. Dit zal onrealistisch blijken, wat de onrust nog zal aanwakkeren. De wereldeconomie zal verder vertragen, waardoor China door de afnemende export de problemen in de toekomst alleen maar groter zal zien worden.
Zelfs tijdens de economische boom waren velen teleurgesteld en kwaad, omdat de welvaart disproportioneel ten goede kwam aan de elite. De Chinese werkers zagen de hypocrisie van “communistische” politici die met Bentleys rijden. De bureaucraten consulteerden zelden de gemeenschappen waarin de ontwikkelingsprojecten plaatsvonden, wat regelmatig tot hevig protest leidde.
De corruptie die gepaard gaat met deze ontwikkelingsprojecten gaat in rechte lijn tot bij de top van China's politieke kaste. De voormalige minister van de spoorwegen, Liu Zhijun, ontving 100 miljoen dollar aan smeergeld en zit nu zijn straf uit in de gevangenis. Het is niet onwaarschijnlijk dat het ook smeergeld was dat de plannen van de spoorweg in Linshui deed wijzigen.
De corruptie en de privileges van overheidsambtenaren leggen voor veel jongeren en werkende mensen de rotheid van het regime bloot. Combineer dit met een vertragende economie en je hebt hét recept voor massale onrust in China. De protesten in Linshui zijn hier een uiting van, die duizenden actief en gewelddadig deed rebelleren tegen de staat. Het establishment is zich zeer goed bewust van deze onstabiele situatie en van het feit dat ze in deze periode van crisis van het kapitalisme niet in staat is om betekenisvolle toegevingen te doen aan de werkende klasse. Dat is de reden waarom de recente protesten met zo'n agressieve repressie worden neergeslagen. De repressie van de staat toont niet de kracht van het Chinese kapitalisme, maar haar zwakte. Hetzelfde fenomeen zien we in heel de kapitalistische wereld, waar regeringen in crisis de democratische rechten aanvallen en steeds meer hun toevlucht nemen tot gebruik van de gewapende arm der wet om de massa's in toom te houden.
Een ander voorbeeld van deze repressie zagen we in april 2014. Tijdens een staking in Yue Yuen, een Chinese schoenenfabrikant, gingen meer dan 40 000 arbeiders in staking wegens een conflict over hun pensioenen en sociale verworvenheden. Hiermee was deze staking de grootste in de recente Chinese geschiedenis. Het antwoord van de heersende klasse was onmiddellijk repressie. De politie sloeg arbeiders in mekaar en ging de fabriek in met politiehonden om te eisen dat iedereen onmiddellijk terug aan het werk ging.
De inwoners van Linshui willen economische welvaart en zij zullen teleurgesteld geraken in de komende periode. De opstandige stemming die we in Linshui zien, zal uiteindelijk geuit worden in het hele land. Dit betekent dat de Chinese werkende klasse, de grootste werkende klasse ter wereld, zich begint te bewegen in de richting van massale, collectieve strijd. Wanneer dit beest losbreekt, zal geen enkele repressie in staat zijn om het te stoppen.