Op 1 oktober 2019 wordt de 70ste verjaardag van de Volksrepubliek China gevierd. Een dag waarop de Chinese overheid een beeld van een sterk en verenigd China de wereld in wil sturen. Dat verenigd China is uiteraard een illusie. Sinds de Volksrepubliek China in 1949 uitgeroepen werd door Mao Zedong heeft China voortdurend dissidentie gekend. Dissidentie die steevast beantwoord werd met harde repressie.
Zowel de bevolking van Tibet als Xinjiang, twee zogezegde ‘autonome regio’s’, worden nog steeds geconfronteerd met grove schendingen van mensenrechten, een totaal gefnuikte persvrijheid en een gedwongen assimilatie tot de meerderheidscultuur van de Han-Chinezen. Het is dan ook geen wonder dat de voormalige Britse kolonie Hong Kong, na zijn overdracht aan China in 1997, een groeiende mate van repressie en revolte kent. De protesten van het volk tegen de overheid van Hong Kong, en de overheid in Peking in het algemeen, zijn echter geen louter culturele strijd. Het is een strijd voor democratische rechten en vrijheden, voor zelfbeschikking en autonomie tegen een economische en politieke elite die deze rechten liever teloor ziet gaan. Met een pro-China-overheid en een bedrijfswereld die met grote ogen naar China’s megalomane infrastructuurprojecten, zoals het Belt and Road-intitiative kijkt, wordt de stem van meer dan zeven miljoen mensen systematisch genegeerd.
Hong Kong is geen China
De administratie van Xi Jingping voelt, terecht, de tekenen van een komende wereldwijde recessie. Met snelle economische expansie en de ontwikkeling van infrastructuur probeert China zich hiertegen te wapenen. Een groot land als China kent echter verschillende culturen, die in de ogen van Peking een dreiging vormen voor de stabiliteit. Tibetanen en Oeigoeren worden systematisch gediscrimineerd, vervolgd en ‘heropgevoed’ in kampen die angstaanjagend veel op concentratiekampen lijken. De unieke status van Hong Kong, dat met zijn ‘One Country, Two Systems’ nog tot 2047 administratieve en economische onafhankelijkheid geniet, is dan ook een streep door de rekening voor Peking. De jonge generatie voelt zich Hong Kongs in plaats van Chinees. Volgens de laatste peilingen van het Public Opinion Program (zie tabel)
is deze trend ook stijgende naarmate Chinese interventie in de stad groeit. Voor velen zijn de protesten dan ook niet louter een strijd tegen de groeiende Chinese invloed op de politiek van de stad, maar een strijd voor hun toekomst, vrijheid en identiteit.
In 2003 werd er reeds een wet voorgesteld die anti-Peking sentiment strafbaar maakt. Na protest werd deze wet van tafel geveegd. Maar de daaropvolgende jaren werd de strijd grootschaliger en intenser. Met de Lennon Walls (muren vol post-its waarop de wens op democratie wordt geuit) die vandaag weer opduiken, wordt ook het vijfjarig bestaan van de parapluprotesten (vernoemd naar de paraplu’s die gebruikt werden als bescherming tegen traangas) gevierd. Vooral jonge mensen participeerden en mobiliseerden zichzelf in bewegingen. Alhoewel de Demosistō-partij, opgericht door de kopstukken van de beweging, nog in haar kinderschoenen staat, heeft ze op korte tijd veel ruimte gewonnen. Dergelijke organisatie is noodzakelijk om de strijd levendig te houden. Als politiegeweld aanklagen afgeschilderd wordt als sisyfusarbeid, en dissidente stemmen plots verdwijnen, slaagt wanhoop snel toe. Maar de ontwikkeling van een degelijk georganiseerde beweging en klassenbewustzijn kan de beweging levendig houden. Met de recente herrijzenis van de beweging, na controverse over een wet die het uitleveren van dissidenten aan mainland China mogelijk maakt, kan dit snel realiteit worden. Deze wet werd ingetrokken op 4 september, maar de aap is uit de mouw en de protesten lijken niet meteen uit te sterven.
De ‘Lennon walls’
Peking heeft verklaard dat Hong Kong de ‘sociale stabiliteit’ in het land ondermijnt. Hiermee bedoelt het natuurlijk het fragiele autoritaire en kapitalistische status quo dat door jarenlange propaganda en indoctrinatie in stand wordt gehouden. Een idee kan echter maar stand houden tot een beter alternatief zijn weg vindt naar de hoofden en harten van het volk. Dat hier nood aan is wordt duidelijk uit de grootschalige protesten die er reeds in slaagden één miljoen mensen (1 inwoner op 7) gelijktijdig te mobiliseren. Zelfs de rellen uitgelokt door Peking-gesponsorde triades en het brutale politiegeweld lijken enkel het volk te sterken in haar overtuiging dat een permanente afscheuring van China de enige weg voorwaarts is. Boven de hoofden van het volk, achter gesloten deuren, worden plannen gesmeed door de elite. Maar de protesteerders zeggen dat het genoeg is. Doch lijkt het dat de vraag ‘wat is de wens van de protesteerders’ geen eenduidige vraag met een eenduidig antwoord is.
Voor vrijheid in hoofd, hart en werk
Meer dan een miljoen mensen samen op straat
Er is geen centrale revolutionaire beweging, maar een hutsepot van verschillende bewegingen die met hun protesten andere doelen willen bereiken. Niet al deze bewegingen hebben echter de zelfbeschikking van het volk voor ogen. Sinds begin September nemen een aantal vanuit het buitenland gesponsorde bewegingen het voortouw. Zo poseren protesteerders met spandoeken met ‘President Trump, please liberate Hong Kong’. Deze uitingen werden gesponsord door de Hong Kong Autonomy Movement. De VS voorstellen als een vriend van de democratie is echter waanzin. Als Washington intervenieert, is dat om zijn eigen belangen veilig te stellen. Of het nu gaat om Chili in 1973, de oorlog in Irak, de staatsgreep in Honduras of Venezuela, ... , de dubbele standaard is nauwelijks te negeren. Moralistisch preken over Hong Kong terwijl er handelsakkoorden gesmeed worden met het Saudiregime dat de VS olie, een afzetmarkt voor haar wapens en regionale invloed geeft? Wie gelooft dat nog? Bovendien: is vrijheid bekomen door te buigen voor een buitenlandse macht echt vrijheid?
De beweging moet vertrouwen hebben in de bewezen kracht van stakingen en manifestaties en de mogelijkheid tot mobilisatie van het volk. Vrijheid kan enkel bekomen worden van onderuit. Bovendien zou een onafhankelijk Hong Kong geen oplossing bieden voor veel sociale problemen. Met vrijheid van meningsuiting krijg je namelijk geen betaalbare huizen of degelijke lonen. Daarom is het de uitgelezen kans om niet alleen te vechten voor zelfbeschikking van de regio, maar van het hele volk.
Huizenprijzen zijn verdrievoudigd in de laatste 10 jaar. Hong Kong heeft een minimumloon van amper 5 dollar, maar is duurder dan Londen of New York. Huizen zijn daarom zo klein dat ze eerder lijken op kooien. Voor deze kooien moeten arbeiders de langste werkuren wereldwijd werken en vaak tot hun 30ste bij hun ouders blijven wonen. Deze protesten zijn hun laatste kans om hun stad te redden vooraleer ze wordt opgeslokt door China’s totalitair kapitalisme. Ze moeten niet alleen nee zeggen tegen China, maar ook ja tegen een positief beleid, zoals een nieuwe grondwet gevestigd op democratische waarden, het recht op zelfbeschikking en het in handen nemen van het grootkapitaal. Hong Kong moet zijn vrienden niet zoeken bij de buitenlandse kapitalistische grootmachten, maar bij de arbeiders in China, die dezelfde politieke en economische repressie en exploitatie moeten ondergaan. Revoluties kunnen niet gewonnen worden zonder solidariteit. De protesten van Hong Kong zijn daarmee symbolisch voor de strijd van democratie en mensenrechten tegen de wensen van de powers that be. Tegen een kapitalistisch apparaat dat zijn bevolking laat werken volgens het 996-principe: 9 tot 9; 6 dagen per week.
Indien de Chinese overheid, door de protesten in Hong Kong, riskeert dat het mainland instabiel wordt, heeft de beweging een kans. Enkel door de vereniging van de werkende klasse kan permanente vooruitgang geboekt worden in plaats van halfbakken concessies. De traditionele kanalen bieden hiervoor geen mogelijkheid: het Legco (Legislative Council) is volledig in handen van de elites. Het is aan Hong Kong, dat de luxe heeft een klein beetje vrijheid te bezitten, om aan de onderdrukte Chinese werkende klasse te tonen dat Peking kan bloeden.
Dit artikel is deels gebaseerd op een reeks artikels afkomstig van In Defense of Marxism. Een verslag van Amnesty over mensenrechtenschendingen kan geraadpleegd worden op https://www.amnesty.org/en/documents/asa17/0944/2019/en/