In maart 2005 zal de Partito della Rifondazione Comunista (Partij van de Communistische Herfundering, PRC) zijn zesde nationaal congres houden. De precongresperiode start in januari 2005. Bijgevolg zullen er intense drie maanden volgen met afdelings- en provinciale partijcongressen.
Gedurende de laatste 18 maanden heeft de partijsecretaris Bertinotti een scherp draai naar rechts gemaakt. In oktober kwam dit tot uiting toen de PRC een officiële overeenkomst tekende met de vier partijen van de ‘Olijfboomcoalitie’ en met de voormalige voorzitter van de Europese Commissie, Romano Prodi. Dit akkoord zegt dat een coalitie van negen partijen genaamd de ‘Grote Democratische Alliantie’ tijdens de komende algemene verkiezingen zal meedoen met Prodi als kandidaat eerste minister. Als Berlusconi bij de verkiezingen van 2006 wordt verslagen, dan zullen deze negen partijen een coalitieregering vormen.
Deze rechtse draai van Bertinotti betekent dat de PRC vastgebonden zal zijn in een regering van klassencollaboratie, een coalitie waarin de heersende klasse de linkse partijen zal gebruiken om een beleid door te drukken van privatiseringen, precarisering van de arbeid, aanvallen op de welvaartsstaat enzovoort. Om aanvaard te worden in deze coalitie heeft Bertinotti zijn standpunt over Irak al verlaten. Hij heeft de centrale eis van onmiddellijke en onvoorwaardelijke terugtrekking van de Italiaanse troepen uit dat land laten vallen. Deze draai is een serieuze bedreiging voor de toekomst van de PRC. De betrokkenheid in zo’n coalitie zal onvermijdelijk resulteren in een diepe crisis in de partij, verlies aan steun en diskreditering van de partij, die zou geïdentificeerd worden met het pro-kapitalistische beleid.
Het zou niet de eerste keer zijn dat de partij steun geeft aan zo’n coalitie. Tijdens de jaren ’90 was de PRC betrokken in een parlementaire meerderheid die de regering van Prodi (1996-98) steunde. Hun parlementsleden gaven toen steun aan de regering zonder zelf ministers te hebben. De partij betaalde daarvoor een dure prijs. Na de ondersteuning van een lange reeks aanvallen op de rechten van arbeiders kwam de PRC-leiding onder druk van haar basis en was gedwongen om de coalitie te verlaten. De beslissing om de partijsteun voor Prodi terug te trekken zorgde toen voor een split waarbij de rechterzijde van de partij een eigen kleine groep ging vormen. De PRC kwam zwaar gehavend uit het experiment. Dat verklaart in belangrijke mate waarom de PRC tijdens de volgende jaren niet echt vooruitgang boekte. Ze konden hun invloed niet uitbreiden ondanks de diepe crisis binnen de reformistische organisaties en de golf van massamobilisaties die gedurende de laatste drie jaar over Italië spoelde. Hun verleden weegt zwaar op hun heden. Daarom zullen de kwestie van klassencollaboratie en het vooruitzicht van een coalitieregering de belangrijkste thema’s zijn in het congresdebat.
Toch zullen ook andere belangrijke kwesties worden bediscussieerd. De rechtse draai van Bertinotti werd tijdens een langere periode voorbereid door een algemene campagne van ideologisch revisionisme. Onder het mom van een kritiek op ‘de fouten en horror van de 20ste eeuw’ schrappen ze eigenlijk elk element van marxisme en leninisme en verlaten daarbij een klassenstandpunt. De partij opende zich voor de ideeën van het kleinburgerlijk pacifisme, van de ‘christelijke ethiek van het socialisme’ en al die andere oppervlakkige denkbeelden die zo populair zijn onder zogenaamde radicale intellectuelen en de antiglobaliseringsbeweging.
Crisis binnen de leiding
Binnen de leidende organen ontspon zich een scherp debat tijdens de voorbereiding op de precongresperiode. Uit dit debat kwamen vier verschillende oppositiedocumenten die gepresenteerd zullen worden tegen de ‘Theses’ van Bertinotti. Dat is het gevolg van een versplintering van zowel de oude meerderheid als de minderheid. Bij de twee voorgaande congressen (1999 en 2002) waren er slechts twee documenten, dat van de meerderheid rond Bertinotti en dat van de linkerzijde. In feite verwees men regelmatig naar de linkerzijde van de partij als de ‘Tweede Resolutie’.
In het Nationaal Comité van de PRC kreeg de resolutie van Bertinotti 59 procent steun. De tweede resolutie, gezien vanuit het aantal handtekeningen verzameld onder de partijbasis, was degene van de kameraden die verenigd zijn rond het blad ‘L’Ernesto’ met de naam ‘Essere Comunisti’ (Communisten Zijn). Over het algemeen worden ze afgeschilderd als een neostalinistische fractie. Ze steunen standpunten die op de internationale arena worden verdedigd door de Russische CPRF of de Griekse KKE. Zo spreken ze bijvoorbeeld over de noodzaak van een ‘blok’ landen (Rusland, China enzovoort) tegen het Amerikaanse imperialisme. De fractie ‘Ernesto’ was eigenlijk tot voor kort een deel van de meerderheid rond Bertinotti. Hij dwong hen echter tot oppositie, waarbij ze nu veel ideologische herzieningen van hem bekritiseren. Ook staan ze kritisch tegenover de haast naar een akkoord met de centrum-linkse coalitie en zijn ze eerder voor een gedeeltelijk akkoord om centrum-links te ondersteunen van buitenaf zonder zelf in de regering te stappen, naar het beeld van de ‘uitwendige steun’ die de Indische communistische partijen geven aan de regering van de Congres partij.
Een andere groep die Bertinotti heeft verlaten zijn de ‘Mandelisten’, bekend van hun internationale affiliatie aan het Verenigd Secretariaat. In het Nationaal Comité kregen zij 5,7 procent steun. Voordien waren ze in een alliantie met Bertinotti en eigenlijk deel van de meerderheid die de partij regeert sinds 1998. Slechts heel recent braken ze met Bertinotti. Zij houden vast aan de lijn van het vorige partijcongres en verdedigen een onkritische houding ten opzichte van de antiglobaliseringsbeweging, waarbij ze de idee naar voren schuiven van een zogenaamde ‘nieuwe arbeidersbeweging’. Daarbij hebben ze elke referentie naar het trotskisme laten varen en ‘in principe’ zijn ze niet tegen een alliantie met de burgerlijke partijen.
Terwijl de oude meerderheid versplinterde in zijn verschillende componenten, ondergaat de linkerzijde eveneens een serieuze crisis. De laatste jaren hebben wij, georganiseerd rond het marxistische blad FalceMartello, consistent strijd gevoerd om de sektarische beperkingen van de linkerzijde van de PRC te boven te komen. We hebben ons in het bijzonder verzet tegen de ideeën die naar voren werden gebracht door de officiële linkerzijde van de partij, de ‘Associazione Marxista Rivoluzionaria – Progretto Comunista’ (de Revolutionaire Marxistische Associatie – Communistisch Project). Dit is een split van de Mandelisten. Nu zijn ze verbonden met de Argentijnse Partido Obrero. Een lang debat vond plaats over kwesties zoals het marxistische concept van een Eenheidsfront, over de klassennatuur van de partij DS (voordien bekend als de PDS, de sociaal-democratie) die zij beschouwen als een burgerlijke partij, over tactieken in de vakbonden enzovoort. Ondanks onze pogingen verbeterde deze groep zijn fouten niet en bovendien konden ze onze politieke kritiek niet verkroppen. In 2001 reageerden ze op een bureaucratische manier door onze kameraden uit de linkerzijde van de PRC te zetten.
Na die episode ondergingen ze een reeks conflicten, splitsingen en mensen die gewoon banden met hen verbraken. Dat verminderde hun vertegenwoordiging in het Nationaal Comité van 15 leden tot 9 (7,3 procent). Toen ze uiteindelijk weigerden een serieus democratisch debat te openen om te zien of er een politieke basis was voor een gemeenschappelijke strijd tegen de betrokkenheid van de PRC in een schandalige politiek van klassencollaboratie, kwamen we tot de conclusie dat er met hen geen toekomst is van een linkse oppositie in de PRC. We besloten dat het nodig was om ons eigen onafhankelijk standpunt naar voren te brengen zodat elk lid van de PRC de politieke verschillen kan zien en op basis van een open politiek debat zijn of haar opinie kan vormen.
Daarom dienden we onze eigen resolutie in op de laatste bijeenkomst van het Nationaal Comité. Die resolutie draagt de titel Rompere con Prodi, preparare l’alternativa operaia (Breek met Prodi, bereid het alternatief van de arbeiders voor). In het verleden moest elke tendens die een alternatief document wou indienen voor het partijcongres, de steun hebben van een minimumaantal leden van het Nationaal Comité. Ons document werd enkel ondertekend door twee leden van het Nationaal Comité. Deze keer zeggen de regels voor het congres echter dat elke tendens die de handtekening kan verzamelen van minstens 500 partijleden, zijn document mag voorstellen als officieel congresdocument. Over dat document kan dan gediscussieerd en gestemd worden in de conferenties van de partijafdelingen. Bijgevolg begonnen we een campagne in de partij en onze aanhangers begonnen onmiddellijk het vereiste aantal handtekeningen in te zamelen. Deze campagne werd schitterend gevoerd en in minder dan twintig dagen verzamelden we 790 handtekeningen in 51 verschillende provinciale organisaties van de partij.
Voor ons is dit een groot succes, want dit betekent dat we onze standpunten nu naar voren kunnen brengen in alle partijorganisaties, op alle niveaus. Ondanks ons gering aantal zijn we er van overtuigd dat de beste en meest actieve partijleden aandachtig naar ons standpunt zullen luisteren. Zelfs buiten de PRC zal er aandacht zijn. Nu al hebben de media verslag uitgebracht van de ontwikkelingen, wat toont dat we een gevestigde en erkende tendens zijn binnen de partij. We vertrouwen erop dat wanneer het congres voorbij is, wij niet alleen het positieve resultaat zullen zien van onze resolutie in termen van toegenomen steun binnen de partij, maar ook – en dat is het belangrijkste – dat we stappen vooruit zullen kunnen zetten in ons werk om de ideeën van het marxisme te verbinden met de Italiaanse arbeidersbeweging.
Dit weekend lanceren we onze precongrescampagne en presenteren we ons congresdocument aan het publiek tijdens een meeting in Milaan op 4 en 5 december. Bij de sprekers is onder andere Alan Woods, redacteur van In Defence of Marxism, die zijn internationale groeten zal overbrengen aan de bijeenkomst, waarvan we verwachten dat het een groot succes wordt.