De linkse partijen zijn de grote winnaars van de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen in Nederland. Scherper gesteld, de regeringspartijen gaan allemaal achteruit, de ene meer dan de andere, en de oppositie gaat vooruit.

Laat ons eerst eens kijken naar de cijfers. De PvdA heeft 1988 zetels gehaald, 670 meer dan in 2002. Het zetelaantal van de SP is met 333 zetels meer dan verdubbeld. GroenLinks gaat lichtjes achteruit naar 401 zetels. De regeringspartijen CDA, VVD en D66 gaan sterk achteruit. De CDA verliest bijna driehonderd van de 2050 zetels, de VVD 128 van de 1374 en D66 meer dan tachtig van de 227. De lokale ‘Leefbaar-partijen’ (lees, extreem-rechts) gaan ook achteruit: Leefbaar Utrecht gaat van veertien naar drie zetels, Leefbaar Hilversum van negen naar vijf. Naar Rotterdam, het Antwerpen van Nederland wat betreft succes van extreem-rechts, werd met bijzondere aandacht uitgekeken. Daar kon de Lijst Pim Fortuyn zich min of meer staande houden met een verlies van drie zetels naar 14, maar moest ze wel haar status van grootste partij afstaan aan de PvdA, die 18 zetels haalde.

Aan de kiezers werd ook gevraagd hoe ze nu zouden stemmen voor een landelijke regering. Als er nu gestemd zou worden, verliest de regeringscoalitie 16 van de 77 zetels en daarmee hun meerderheid, en zou de linkse oppositie een meerderheid van 76 zetels op 150 halen. Een 46 procent van de mensen ziet Wouter Bos van de PvdA als de meest geschikte premier, en huidig premier Balkenende kan slechts op 23 procent rekenen. Verder werd de kiezers ook gevraagd hun stem te verklaren. Daaruit blijkt dat de linkse stemmers in groten getale een signaal willen geven aan het huidige kabinet. Onder SP'ers is dat 76 procent, onder PvdA'ers 70 procent en onder kiezers van GroenLinks is dat 45 procent. Indien er nu landelijke verkiezingen zouden komen, komt LPF op nul zetels uit, en stijgen SP en PvdA verder.

Wat de opkomst betreft was er een lichte stijging tegenover het historische dieptepunt van 2002 (van 58 procent naar 59 procent), maar ligt deze nog steeds beduidend lager dan pakweg half jaren ’80. Eigenlijk is de grootste partij in Nederland de partij van de thuisblijvers: 41 procent stemde niet. Dit is een algemeen verschijnsel dat men overal kan terugvinden waar geen stemplicht is, pakweg zoals in de VS. Deze ‘depolitisering’ is een trend die sinds midden jaren ’80 aan het doorzetten is. Het toont dat politiek vandaag veel mensen niet echt kan begeesteren door een gebrek aan toekomstproject.

Onder de oppervlakte

Deze bedenkingen verklaren echter niet het succes van links. Vanuit het cijfermateriaal kunnen we een aantal vaststellingen doen. Veel mensen wilden een signaal sturen naar de rechtse regering, namelijk hun beleid afstraffen. Na Pim Fortuyn en het polariseren van het migrantenprobleem is er een sterke zwenking naar rechts geweest. Als gevolg daarvan heeft deze regering steeds de migrantenproblematiek gebruikt om een asociaal beleid te voeren. De aandacht werd gekanaliseerd naar mensen met een andere huidskleur, die zogezegd de oorzaak van de sociale problemen zijn.

Terwijl het debat over allochtonen woedde, zette de rechtse regering de hakbijl in de sociale zekerheid. De armoede stijgt. De Nederlandse ervaring bewijst opnieuw welke klasse rechts en extreem-rechts verdedigen, en dat is zeker niet de werkende klasse! De zwenking naar links kwam er dus doordat mensen aan den lijve ondervonden wat zo’n rechts beleid betekent voor hun levenskwaliteit. De mensen zagen dat dit voor hen geen lotsverbetering bracht, en de kiezers lieten ook in niet mis te verstane aantallen weten wat hun voornaamste zorgen waren. Uit een peiling bleek dat de voornaamste redenen voor stemgedrag werkgelegenheid (62 procent), armoede (59 procent) en verkeersproblemen (57 procent) zijn. Na drie jaar rechts-liberaal beleid ging het niet zoals in 2003 om veiligheid (dat thema kwam zelfs niet meer voor in de top vijf), maar wel om sociaal-economische thema’s.

Uit onderzoek is ook gebleken dat veel meer allochtonen gingen stemmen dan vier jaar geleden. Volgens een studie van het Instituut voor Migratie en Etnische Studies van de Universiteit van Amsterdam stemde maar liefst 80 procent van de niet-Europese kiezers op de PvdA. In grote steden als Amsterdam en Rotterdam (het voormalig extreem-rechtse bastion) liep dit percentage zelfs op tot 85 procent. Ze reageren daarmee op het feit dat rechts hen voorstelt als de grote schuldenbok, terwijl intussen hun levensomstandigheden verder achteruitgaan. De depolitisering is dus zeker niet absoluut, tenminste niet als mensen het idee hebben dat hun stem wel verschil uitmaakt.

Intussen heeft de PvdA echter verschillende rechtse ideeën overgenomen, getuige de overeenkomsten in het programma van PvdA en Leefbaar Rotterdam, en het breed uitsmeren in de pers daarvan. Het ‘aan zich binden van de ontevreden mensen’ is natuurlijk een kiesstrategie als een ander, maar in Vlaanderen is alvast bewezen dat links extreem-rechts niet kan bestrijden door zijn thema’s en programmapunten gedeeltelijk over te nemen. Extreem-rechts bestrijd je niet met een rechts beleid maar door een duidelijk en gedurfd links alternatief.

Tenslotte mag men niet uit het oog verliezen dat er sinds 2004 een sterke politieke bewustwording is uitgegaan van de vakbonden onder druk van het ‘concurrentiebeleid’ van de rechtse regering. Ook vanuit die hoek kon men dus een afstraffing van rechts verwachten. Eigenlijk is de linkse zege de vertaling van de sociale strijd van de afgelopen jaren en vooral van de enorme syndicale protesten sinds 2004. De sterke resultaten van PvdA tonen overigens dat dit nog steeds de grootste arbeiderspartij is van Nederland. GroenLinks (met haar belangrijke ex-communistische component) en SP blijven kleine broertjes, hoewel de SP met haar radicale retoriek en basiscampagnes zeker buitenproportioneel op het politieke debat kan wegen.

Een Linkse Regering?

PvdA, GroenLinks en SP zouden nu samen makkelijk de regering kunnen laten vallen. De SP heeft ook in die richting een hint gegeven door er – terecht – op te wijzen dat de gemeenteraadsverkiezingen eigenlijk een afstraffing zijn van het nationale beleid. SP-leider Marijnissen vindt dat het kabinet gevolgen moet verbinden aan het verkiezingsresultaat. "Alle regeringspartijen hebben verloren, het is een kabinet zonder volk." Een homogeen linkse regering zou mogelijk zijn, als de linkse partijen daar campagne voor zouden voeren.

Dit zou echter meteen ook historisch zijn. Indien dit echt de strategie van de PvdA was geweest, was het al gebeurd. Dit is niet het geval. De PvdA-leiding wil immers vooral ‘staatsmanschap’ tonen en het spel spelen volgens de regels van het burgerlijk parlementarisme. Dat de bevolking daardoor nog tot 2007 een rechts beleid moet dragen – terwijl ze zich daar democratisch hebben tegen uitgedrukt – is blijkbaar voor de staatslui van de PvdA bijzaak. Wouter Bos & co weigeren het mandaat dat de Nederlanders hen geven. Ze weten immers dat wanneer ze de regering-Balkenende zouden doen vallen, dit een enthousiast en radicaliserend effect zou hebben op de socialistische achterban. Daardoor zouden basismilitanten en syndicalisten aangemoedigd zijn om sterke eisen naar voren te brengen en zwaar op het beleid van een linkse regering wegen. Zo zou de PvdA-leiding naar een confrontatie met het patronaat en de rechterzijde gestuurd worden, en dat wil ze absoluut vermijden. Het liefst zou ze braafjes een of andere vorm van het oude ‘Poldermodel’ voortzetten zodra ze aan de macht is.

Het meest waarschijnlijke scenario is dus dat links gewoon wacht tot de verkiezingen van 2007 en dan haar slag slaat. Zoals gezegd, een homogene linkse regering behoort tot de mogelijkheden indien er vandaag gestemd zouden worden. PvdA, SP en GroenLinks zouden dan samen een absolute meerderheid in de tweede kamer halen. Aangezien zo'n regering tot stand zou komen als politieke vertaling van de syndicale en sociale strijd sinds 2004, zouden de partijen allerminst een ‘blanco cheque’ meekrijgen. De werkende klasse zal een hoop verwachtingen op die cheque schrijven.

Dit zijn hoopgevende prognoses. Alleen is het grote probleem dat het programma van alle sociaal-democratische partijen vandaag reformistisch is. Dit wil zeggen dat zij geloven in ‘een derde weg’, een ‘kapitalisme met menselijk gelaat’, in een ‘corrigeren’ van het kapitalisme, maar fundamenteel het kapitalisme niet meer bestrijden. In die zin staan zij erg ver van hun socialistische roots, de ene al wat verder dan de andere. Het is door deze gematigde opstelling dat zij steeds opnieuw de deur openzetten naar rechts en electoraal een op-en-neer-beweging kennen, omdat ze binnen het kapitalisme de grote verwachtingen die mensen hebben niet kunnen waarmaken. Ze weigeren de confrontatie aan te gaan met het patronaat en echt de radicale veranderingen die de mensen verwachten door te drukken. Kapitalisme behouden en radicale veranderingen ten behoeve van de gewone loontrekkende mensen zijn nu eenmaal niet te verzoenen. Reformistische partijen missen keer op keer de kans om echt een verschil te maken, waardoor de rechterzijde zich kan herstellen.

De PvdA-leiding zal bij een zege in 2007 proberen te manoeuvreren. We zien dit nu al bij de vorming van lokale besturen, waar ze zeer schuw is tegenover talrijke coalities met SP, aangezien dit hen volgend jaar nog meer in de richting van een linkse regeringscoalitie zou duwen. Dus zal de aanzet vanuit de SP moeten komen. Bij een klinkende overwinning zou de SP een voorstel tot een links eenheidsfront moeten lanceren. Niet gewoon omwille van de linkse eenheid maar op basis van een duidelijk eisenplatform waarin de noden van de werkende mensen centraal staan. Daarvoor kan de SP bijvoorbeeld een campagne in de wijken voeren om een behoeftenregister op te stellen van de belangrijkste noden in de volkswijken.

Zo’n voorstel tot coalitie met een gemeenschappelijk eisenpakket zou de PvdA-leiding voor het blok plaatsen, maar op veel sympathie kunnen rekenen van de achterban. Dit voorstel alleen al zou meer dan waarschijnlijk een verdere electorale opgang betekenen voor de SP. Indien de PvdA dit voorstel verwerpt, bekent zij duidelijk kleur en wil zij niet fundamenteel de maatschappij veranderen. Zo kan de SP zich als volwaardig echt links alternatief opwerpen. Indien de PvdA dit voorstel wel zou aanvaarden, zou dat fantastisch zijn: hoewel de leiding in wezen niet de intentie zal hebben dat gemeenschappelijk programma uit te voeren om de rechtervleugel KO te slaan, zal dit van onderuit, vanuit de bevolking, grote verwachtingen losweken. Bijgevolg zou het de strijd voor maatschappijverandering aanzwengelen.

Er kunnen echter ook andere redenen bestaan om deel te nemen aan het bestuur, namelijk opportunistische redenen, regeren om te regeren. Principiële standpunten worden dan begraven omwille van het regeren zelf. Spijtig genoeg is die tendens al aanwezig in de SP. In Nijmegen voeren ze de besparingspolitiek uit die is opgelegd door de regering. Ze gaan hier zelfs akkoord met de privatisering van de busmaatschappij. Met dit soort beleid wordt SP gewoon de volgende reformistische partij naast PvdA en GroenLinks, en ze zullen daarvoor achteraf bij de verkiezingen de rekening gepresenteerd krijgen. Hieruit blijkt duidelijk dat de linkerzijde en de arbeidersbeweging niet zozeer een nieuwe partij nodig hebben, maar wel een links-socialistisch programma!

In elk geval juichen wij de electorale overwinning van links toe. Nederland leunt daarmee aan bij de opkomst van linkse stromingen in de hele wereld, en het sterkst in Latijns-Amerika. Enkele jaren geleden huilden velen over de verrechtsing, met de blitzkrieg van Pim Fortuyn en de zege van Balkenende. Wij wezen er toen op dat die verrechtsing helemaal niet zo eenduidig was als het leek en dat je onder de oppervlakte moet kijken. Scherpe polarisering naar rechts en naar links horen bij de aard van de historische periode waarin we zitten: de nieuwe crisis van het wereldkapitalisme. Mensen zijn op zoek naar een uitweg en dat maakt de situatie zeer beweeglijk. Maar uiteindelijk kan er slechts één kamp triomferen: links óf rechts. Enkel de praktijk en het programma van het marxisme kan een duurzame linkse overwinning vrijwaren. Word daarom actief, organiseer je op basis van een marxistisch programma voor maatschappij verandering en sluit aan bij de International Marxist Tendency!

Lees ook onze oudere artikelen over Nederland in ons archief

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken