In het recht van de Europese Unie wordt met geen woord gerept over de werkstaking. Desondanks heeft het Hof van Justitie zich onlangs in twee arresten uitgesproken over collectieve acties. In beide gevallen beten de vakbonden in het zand.

De feiten

In de zaak Laval (C-341/05) stond een Lets bouwbedrijf tegenover een Zweedse vakbond. Laval had contracten voor een aantal werven in Zweden. De Letse arbeiders werden betaald volgens de Letse cao. De bonden eisten echter dat de Zweedse cao zouden worden toegepast, maar de onderhandelingen mislukten. Daarop werd een werf hermetisch afgesloten zodat de Letse bouwvakkers niet konden werken. De politie weigerde om tussen te komen omdat de staking rechtmatig was. Een bemiddelingspoging mislukte en de actie nam nog in hevigheid toe. Ook werknemers van Zweedse onderaannemers (zoals elektriciens) weigerden om nog langer op de werf te werken. Mede door deze solidariteitsstaking besloot Laval om alle activiteiten te stopen en werd failliet verklaard.

In Viking (C-438/05) werd een gelijkaardig ‘probleem' behandeld. Het Finse Viking verzorgt ferrydiensten tussen Tallin (Estland) en Helsinki. De matrozen van de Rosella (een schip van Viking) waren aangesloten bij FSU, een dochtervakbond van ITF (the International Federation of Transport Workers' Union). ITF heeft een politiek van ‘Flags of Convenience' (FOC). De organisatie wil dat er een band bestaat tussen de vlag en de eigenaar. Vaak worden immers vlaggen gebruikt van landen als Liberia, Panama enzovoort, om de lonen te drukken. Door middel van acties (met o.a. solidariteitsstakingen en boycots) probeert ITF eigenaars te verplichten om hun politiek te wijzigen.

Zolang de Rosella onder Finse vlag voer, was er geen probleem. Omwille van financiële beslommeringen werd echter besloten om het schip uit te vlaggen. ITF reageerde hierop met een FOC-campagne. Dat impliceert onder andere dat zo'n schip overal waar het aanmeert, wordt geboycot door al degenen die aangesloten zijn bij ITF (bv. havenarbeiders, dock pilots).

Het verdict

Zowel in Laval als in Viking stapten de werkgevers naar de rechter. In beide gevallen werd het Europese Hof van Justitie geraadpleegd door middel van een prejudiciële vraag en in beide gevallen werd besloten dat de acties strijdig waren met diverse bepalingen van het Europese gemeenschapsrecht (o.a. het vrij verkeer van diensten).

Dat de bonden in de zaak Laval het deksel op de neus kregen, stond in de sterren geschreven. Het Zweedse recht is immers niet aangepast om sociale dumping te voorkomen. In België is dat wel het geval. Door de wet van 5 maart 2002 moeten werkgevers die gebruik maken van gedetacheerde arbeidskrachten de algemeen bindend verklaarde cao naleven. Een bijkomend punt dat de rechters van het Hof van Justitie niet al te gunstig zal gestemd hebben, betreft de actievorm. Een blokkade van een fabriek impliceert geweld en dat is niet populair in juridische middens. Ook een Belgische rechter zou dit niet tolereren.

Voor ons zal het arrest dus op het eerste zicht weinig gevolgen ressorteren. Ook Viking kan worden gerelativeerd. Het volstaat dat ITF zijn hoofdkwartier buiten de Europese Unie verplaatst en geen sporen nalaat bij het verspreiden van de consignes opdat het al moeilijk(er) zal worden om zich tegen de bonden te keren. Geen paniek dus, of toch...

Het gevaar

Het gevaar van deze twee arresten zit hem niet in de uitspraak, maar wel in hoe een en ander wordt verwoord en in wat niet wordt gezegd. Optimisten zullen er op wijzen dat het Hof de nadruk legt op het feit dat het stakingsrecht als een fundamenteel recht wordt bestempeld en dat zelfs een poortblokkade niet an sich wordt verworpen. Maar...volgens datzelfde Hof is het stakingsrecht niet zo fundamenteel dat het Europese recht buiten werking kan worden gesteld. Zo mag de vrijheid van dienstverlening alleen maar worden beperkt in zoverre een rechtmatig doel wordt nagestreefd en de actie gerechtvaardigd is door het algemeen belang. Dat impliceert dus dat een staking tegen een werkgever die bijvoorbeeld zijn gedetacheerde arbeiders 20 uur onafgebroken zou laten werken wel kan, maar voor een staking om betere/andere loonvoorwaarden te bekomen, moet er nog iets meer zijn. De beperking (van het Europese recht door de collectieve actie) moet "geschikt zijn ter bereiking van het ermee beoogde doel en mag niet verder gaan dan met het oog daarop noodzakelijk is" (sic). Anders gezegd: het Hof van Justitie smokkelt een proportionaliteitstoets in het arbeidsrecht binnen en dat is gevaarlijk.

Het Hof zelf zal daar wel omzichtig mee omspringen, maar de kans is groot dat een nationale rechter in deze uitspraak een rechtvaardiging zal vinden om deze toets ook buiten de transnationale staking toe te passen. Doel en middelen worden dan tegenover elkaar afgewogen. De bonden die in de zaak-Zaventem (aansprakelijkheidvordering wegens een wilde staking op de luchthaven) zijn betrokken, mogen zich al zorgen beginnen maken. Het doel was immers waarschijnlijk niet evenredig met het middel (een staking op een piekmoment). Pikant detail: het European Committee of Social Rights (dat functioneert in de schoot van de Raad van Europa) heeft deze toets in het verleden steeds verworpen. De Europese Unie en de Raad van Europa staan dus tegenover elkaar.

Een bijkomend punt dat zorgen baart, is het feit dat het Hof naar de blokkade verwijst, maar (nog) niets zegt over de boycot. De Zweedse bonden hadden immers niet alleen de site geblokkeerd, maar werknemers van onderaannemers weigerden ook om op de werf te werken. Een gelijkaardige situatie vinden we terug in de zaak Viking. Daar betrof het maar de oproep tot solidariteit, maar wat zal er gebeuren wanneer er uit solidariteit het werk wordt neergelegd? Stel bijvoorbeeld dat Antwerpse dokwerkers weigeren om een schip onder Bulgaarse vlag te laden omdat hun Bulgaarse collega's worden onderbetaald. Hoe zal hierop worden gereageerd?

Er bestaan geen dwangmiddelen om werknemers manu militari aan de slag te laten gaan. Het ‘probleem' kan uiteraard worden opgelost door de vakbond die de staking heeft erkend een schadevergoeding op te leggen. Maar omdat onze vakbonden geen rechtspersoonlijkheid hebben, kan men geen beslag leggen op hun goederen, tenzij... Europa dit dan zou eisen. Het gevaar bestaat met andere woorden dat via een omweg Europa het stakingsrecht en de werking van vakorganisaties zal ondergraven.

Naar een sociaal Europa

Europa is een louter economisch project. Het ‘sociale' Europa is er alleen maar op de website van de EU en in de glossy brochures van de Commissie. Op het terrein is daar niet veel van te merken. Supranationale vakorganisaties als ETUC en ITUC zouden hiervoor moeten ijveren, maar bakken daar in de praktijk niet veel van. Figuren als John Monks, secretaris-generaal van het Europees Vakverbond, vind je terug in allerhande panels (van werkgeversorganisaties, van liberale denktanks enz.), maar moet je voor het uitbouwen van een Europese vakbond tot een tegenmacht ook bij hem zijn? De inertie van het Europees Vakverbond is des te erger omdat de werknemers niet alleen moeten afrekenen met hun natuurlijke tegenstrevers, de werkgevers, maar ook nog met een Europa dat op maat is geschreven van deze laatsten. Daaraan iets veranderen, zal niet eenvoudig zijn. Het veronderstelt alleszins dat de Europese vakbonden weten waar ze heen willen. Dat lijkt anno 2008 evenwel nog niet het geval.

5 februari 2008


Patrick Humblet komt op 12 februari in Antwerpen spreken over het stakingsrecht.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken