Bij de Europese verkiezingen in Nederland werd de uiterst-rechtse Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders opeens de tweede partij. Maar liefst 5 zetels heeft deze nieuwkomer nu. Dit kunnen we als een waarschuwing beschouwen. Een waarschuwing voor de linkerzijde dat als zij niet snel met een duidelijk socialistisch programma komen, dat dan de uiterst-rechts PVV verder kan groeien en zijn invloed op de Nederlandse politiek versterken.
De Partij voor de Vrijheid is in de peilingen van Maurice de Hond nu de grootste partij van Nederland, met ongeveer 30 zetels. Nederland heeft te maken met een politieke versplintering. Bij een volgende kabinetsformatie zouden zich Belgische toestanden kunnen voordoen. De traditionele partijen CDA, PvdA en VVD halen samen geen 50 procent van de stemmen meer. Dit duidt op een nieuwe crisis in het traditioneel stabiele Nederland.
De Europese verkiezingen zijn in Nederland altijd verkiezingen geweest met een lage opkomst. Deze keer was de opkomst 36,5 procent. Dat is op zich logisch, aangezien het Europarlement een zwak orgaan is dat ver weg staat van de bevolking. Maar ondanks de lage opkomst waren de verkiezingen wel een belangrijk nieuwsitem. Geert Wilders' Partij voor de Vrijheid haalde 5 zetels in het Europarlement. Hij is daarmee de winnaar van de verkiezingen. De tweede grote stijger is de sociaal-liberale pro-Europese partij D66. De winnaars zijn dus de meest pro- en meest anti-EU-partijen geworden. We kunnen zeggen dat de verkiezingen helemaal gepolariseerd zijn rond pro- en anti-EU standpunten.
De SP stond op 2 zetels en staat daar nu weer. De partijtop spreekt van een overwinning van 0,9 procent winst, maar dat is natuurlijk nauwelijks winst te noemen. Het zou beter zijn als er een discussie in elke SP-afdeling zou komen over welke koers de SP moet gaan varen. De SP neemt namelijk steeds meer eurosceptische nationalistische standpunten op in het programma. Terwijl tijdens de campagne tegen de Europese Grondwet de toon voornamelijk gelegd werd op de sociale consequenties van het EU-neoliberalisme, Lissabon-doelstellingen enzovoort, was de campagne nu "Nederland wil minder Brussel". Dit is zinloos nationalisme. Er wordt gedaan alsof de EU een soort van kwaadaardig orgaan van bovenaf is dat beleid oplegt dat tegen de wensen van de lidstaten ingaat. Terwijl de EU juist het collectieve orgaan van de lidstaten is dat beleid rechtvaardigt tegen de werkende klasse, zoals privatiseringen en flexibilisering. Zonder de EU zouden de overheden van de lidstaten ook allemaal bezuinigingen op de welvaartsstaat en privatiseringen doorvoeren. De Partij voor de Vrijheid baseerde haar hele campagne op een nationalistisch-reactionaire houding tegen Europa. In plaats van punten over te nemen van dit euroscepticisme had de SP een campagne moeten voeren voor een Socialistisch Europa.
De verkiezingen waren gepolariseerd in pro- en anti-EU-kampen. Wij kunnen geen van die kampen kiezen. Wij steunen geen van beide. In plaats van te polariseren rond de kwestie "veel of weinig Brussel" hadden de linkse en socialistische partijen in Europa meer nadruk moeten leggen op socialistische punten. Het Europese Parlement mag dan wel een zwak orgaan zijn, de verkiezingen waren een mooie gelegenheid voor partijen om hun standpunten naar voren te schuiven. Met de crisis in volle gang hadden de linkse en socialistische partijen gelegenheid genoeg om een alternatief te ontwikkelen voor het Europa van de bankiers en het grootkapitaal. De SP heeft dat niet gedaan. Zij baseerde zich op euroscepticisme. Dat was een slechte tactiek, want de echte eurosceptici stemmen op Wilders.
Geert Wilders praat er nu over dat hij misschien wel premier van Nederland gaat worden. Hoewel dit niet waarschijnlijk is, is het niet uitgesloten. De kans is groter dat Wilders in een rechtse regeringscoalitie wordt opgenomen. CDA en VVD zijn mogelijk bereid met hem te regeren. De Partij voor de Vrijheid heeft een bijzondere partijstructuur. Geert Wilders is het enige lid, zelfs de kamerleden voor de PVV zijn geen lid van de partij. Geert Wilders bepaalt alles binnen de partij, terwijl hij zijn inkomsten uit donaties haalt. In de regering zou Wilders op die manier ook veel macht hebben. We zouden kunnen spreken van bonapartistische tendensen, als we dit eenmansprincipe en het repressieve partijprogramma van de PVV naast elkaar leggen.
Maar het is nog niet zover. De volgende Tweede Kamerverkiezingen zijn pas in 2011. De linkerzijde heeft nog genoeg tijd om te herstellen. Het is tijd voor een socialistisch programma om de crisis van het kapitalisme op te lossen, op basis van de sociale strijd. De SP kan hierin een rol spelen door druk te zetten op de PvdA om een eenheidsfront te vormen rond socialistische punten. De PvdA zit nu in de regering en is uiterst impopulair op het moment. Ze kreeg zware klappen bij de Europese verkiezingen. De PvdA zou moeten breken met CDA en een front vormen met de SP. Een duidelijk socialistisch programma is nodig als tegenwicht tegen Geert Wilders en de PVV.
- Geen keynesiaanse halve nationalisaties om het systeem te redden, maar echte nationalisaties onder werknemerscontrole! De banken moeten genationaliseerd worden met minimale compensatie!
- De werkloosheid loopt volgend jaar op tot 10 procent. Er is dringend behoefte aan een stelsel van publieke werken, voor het opknappen van wijken en scholen, voor het verbeteren van het openbaar vervoer en voor het genereren van groene energie.
- Voor investeringen in zorg en in onderwijs! Geen bezuinigingen! Het is schandalig dat een toplaag bankiers geld toebedeeld krijgt, terwijl er op faciliteiten voor werkende mensen en studenten flink bezuinigd wordt.
- Voor een socialistisch Nederland in een socialistisch Europa!