Sinds 2008 staat het wereldwijde kapitalisme onder hoogspanning. De financiële markten kregen een fikse klap, grote banken en bedrijven werden daarop genationaliseerd of via belastinggeld overeind gehouden. De verhoopte heropleving kwam er niet en sinds begin 2011 geven overheden opnieuw miljarden belastinggeld uit om financiële instellingen overeind te houden. De double dip is onderhand een feit.
Op het journaal zien we vooral regeringsleiders die de financiële lawine trachten te stoppen. Opgejaagd door de Europese centrale bank, het IMF en andere ondoorzichtige maar daarom niet minder machtige instellingen wordt getracht miljarden euro’s te vinden, vooral in de zakken van de gewone werkmens. De markt die zichzelf altijd wel zou regelen alsof ze gestuurd wordt door een onzichtbare en rechtvaardige hand is blijkbaar het noorden kwijt. De financiële markten zijn zo stormachtig dat in sommige landen reeds stemmen opgaan om opnieuw de oude nationale munt in te voeren. Geen perspectief dat wij naar voor zouden schuiven maar het illustreert hoe wankel de artificiële Europese constructie is geworden.
“De eurozone bevindt zich in een vicieuze cirkel van schuldencrisis en bankencrisis”, menen de experts. Het pakket maatregelen dat de Europese leiders op 27 oktober hebben goedgekeurd is enkel goed om tijd te kopen, maar biedt geen definitieve oplossing, schrijft de Standaard op 9 november. Een oplossing voor iedereen bestaat er trouwens niet. Wat we vandaag zien komt niet voort uit onverantwoord gedrag van bepaalde volkeren of naties die boven hun stand geleefd hebben. Het heeft alles te maken met een economisch systeem dat op zijn eigen limieten botst. Toch blijft het kapitalisme voor een klein percentage aardbewoners een lucratieve business; zij die in luxe leven en los daarvan over enorme reserves aan kapitaal beschikken waarmee ze zonder veel risico voor zichzelf kunnen speculeren. De queeste van een kleine minderheid mega-kapitaalkrachtigen om via allerhande transacties geld zo snel mogelijk om te zetten in nog meer geld gaat regelrecht in tegen de belangen van de overgrote meerderheid. Het is immers legale maar daarom niet minder misdadige diefstal. Reële rijkdom kan enkel door arbeid tot stand komen. De beurzen functioneren als een gigantische herverdelingsmachine van rijkdom maar dan van arm naar rijk. Spaargelden, pensioenfondsen, belastinggelden gegenereerd door arbeid van miljoenen mensen worden rechtstreeks of onrechtstreeks ingezet in het wereldwijde speculatieve kansspel van de beurzen. Resultaat is dat inkomsten uit kapitaal in de meeste landen toenemen ten nadele van die uit arbeid. Zo is het aandeel van inkomsten uit kapitaal en onroerend goed in het Belgische BNP sinds 2006 groter dan wat we met z’n allen op een jaar verdienen door te gaan werken.
Ook het idee alsof we voor de financiële crisis in een soort hof van Eden leefden strookt niet met de werkelijkheid. Het gevecht om een groter deel van de koek heeft onder de oppervlakte steeds verder gewoed en wordt al jaren vooral in het voordeel van de kapitaalkrachtigen, de heersende klasse, beslecht. Rechts stelt dat de stijging van de uitgaven van de sociale zekerheid de belangrijkste oorzaak is van begrotingstekorten. Met de realiteit hebben die beweringen echter niets van doen. Op de website van het ABVV lezen we het volgende: in percentage van onze nationale rijkdom daalden de uitgaven voor de sociale uitkeringen voor het werknemersstelsel immers van 13,3 procent bbp in 1985, naar 11,6 procent bbp in 2005 en naar 10,7 procent bbp dit en volgend jaar. Dit wil zeggen dat het deel van onze welvaart dat besteed werd aan werkloosheidsuitkeringen, pensioenen, ziekte uitkeringen en kinderbijslag voor werknemers met 20 procent daalde!
In andere landen zijn gelijkaardige evoluties merkbaar met soms schrikwekkende dalingen van de levensstandaard tot gevolg. Gebrek aan investering leidt tot faillissementen en zij die hun job verliezen boeten enorm in aan koopkracht. In de Europese Unie alleen al zijn er nu 10,2 procent of 23,264 miljoen werklozen volgens de laatste cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat. De politiek van Europa om via verregaande besparingsprogramma’s de begrotingstekorten van haar lidstaten drastisch terug te dringen gaat opnieuw vooral ten koste van de arbeidersklasse. Als alle Europese landen tegelijk de buikriem aanhalen, is economisch herstel uitgesloten, zo blijkt uit een studie van de Universiteit Gent. Daarin werden over een periode van bijna dertig jaar de besparingsoperaties in meer dan twintig westerse landen nagegaan. Conclusie: zware besparingen deden de staatsschuld van landen meestal niet dalen. En al helemaal niet als de economische groei stilvalt, een probleem waar de EU vandaag net mee kampt. Freddy Heylen van de Universiteit Gent zegt dat “de Griekse schuld zal blijven stijgen, wat het land ook aan besparingen doorvoert. Hetzelfde zien we in Portugal gebeuren. (...) Als alle landen de buikriem aanhalen, dan gaat het slecht aflopen voor Europa. (...) Een zware kwijtschelding van de schulden is onvermijdelijk.”
Tegen een achtergrond van wereldwijde financiële en economische malaise doet de klassenstrijd opnieuw haar intrede. Een fenomeen waarvan jaren beweerd werd dat het dood en begraven was. Klassenstrijd is nu eenmaal een kenmerk van elke klassenmaatschappij en daarom zeker ook van het kapitalisme. De strijd tussen arbeid en kapitaal is nooit verdwenen maar gaat zoals vele dingen door ups en downs. Meestal wordt er in de door kapitaalsbelangen gedomineerde pers ook pas over klassenstrijd gesproken wanneer arbeiders in verzet komen, terwijl de blinde herstructureringen bij Arcelor, Euroclear, Kraft Food of ING dat ook zijn maar dan van de andere kant.
Aan het begin van een crisis komt het verzet dikwijls nog niet zo aan de oppervlakte en wachten velen angstig af maar wanneer de problemen aanhouden en uitbreiden zoals nu het geval is, krijgen steeds meer mensen er genoeg van. We zien dit op massale schaal in de zwaarst getroffen landen zoals Griekenland, Italië, Portugal, Spanje, maar die bewegingen vinden ook elders hun weerklank. Het merkwaardigste is misschien nog wel de Occupy-beweging in de VS, die geïnspireerd werd door de revoluties tegen de dictators in de Arabische landen en nu op haar beurt als inspiratie dient voor protest in verschillende Europese en andere landen. Net zoals de stroom van financiële transacties zich in deze geglobaliseerde wereld niet laat beperken door nationale grenzen neemt het verzet ook internationale vormen aan.
Wat er zal gebeuren weet niemand precies maar dat de druk op onze levensstandaard de komende periode beduidend zal toenemen staat vast. Indien we ons daar niet tegen verzetten zal de maatschappij blijven verharden, zullen de kansen voor onze kinderen aanzienlijk kleiner worden en zal zelfs de levensverwachting drastisch dalen. Via onderhandelen over cijfers na de komma of 5 minuten meer pauze bewaren we misschien de sociale vrede maar bedotten we uiteindelijk onszelf. Er heerst allesbehalve een vredige sfeer in de samenleving. Er is entertainment om ons dat alles te doen vergeten en vooral te vermijden dat we alles op een rijtje zouden zetten en tot de conclusie zouden komen dat we gereduceerd worden tot opgejaagde loonslaven. Nog niet iedereen is zich even bewust van het terminale zieke systeem waarin we leven. We moeten onze frustraties echter kanaliseren en richten op het hart van het systeem in plaats van op elkaar. Er is genoeg rijkdom om iedereen een menswaardig en aangenaam leven te verzekeren. Alleen met de verdeling ervan zit het grondig mis en de bestaande bestuursmechanismen bestendigen dit. De komende periode zal de arbeidersbeweging zichzelf moeten heruitvinden en zich opnieuw moeten gaan bezig houden met de core-business waarvoor ze oorspronkelijk werd opgericht: het omverwerpen van de dictatuur van het kapitaal en het instellen van een echte, sociale democratie. Zoniet ziet het er somber uit voor de mensheid en het merendeel van de andere soorten op deze planeet.