Niemand had kunnen verwachten dat de verkiezingsrace voor de nieuwe leider van de Britse Labour Party zo spannend zou worden. De voorzittersverkiezing was een wedstrijdje ver-plassen tussen Blairistische kandidaten, totdat een groep parlementariërs besloot dat het misschien iets minder saai zou worden als de 'ouderwets linkse' Jeremy Corbyn ook mee zou mogen doen. De gevolgen hadden ze niet kunnen inschatten.
De voorzittersverkiezing in de Britse Labour Party leek een heel saaie vertoning te worden. Vier kandidaten die als Blairisten beschouwd kunnen worden, met slechts minimale verschillen, waren weinig inspirerend voor de vakbondsactivisten en jongeren die een alternatief zoeken voor de huidige Conservatieve regering. Een incidentele verandering op het laatste moment gooide alles om.
Jeremy Corbyn, een linkse Labour-parlementariër met een geschiedenis als anti-oorlogsactivist, stelde zich last-minute kandidaat voor Labour-leider. Via sociale media kwam er veel steun en zijn campagneteam probeerde druk uit te oefenen op verschillende Labour-parlementariërs om hun handtekening te zetten. Het systeem is zo dat er tenminste steun van 35 Labour-parlementariërs nodig is om kandidaat te kunnen worden. Verschillende parlementariërs zetten hun handtekening om verschillende redenen; om het debat iets interessanter te maken of om de schijn op te houden dat er veel keuze was. Niemand van hen had ook maar het idee dat Corbyn de verkiezing zou kunnen winnen. Deze historische toevalligheid leidde ertoe dat Corbyn kandidaat Labour-leider werd.
De laatste keer dat er een linkse kandidaat meedeed aan de verkiezingen voor Labour-leider, was in 1988 met Tony Benn. Sindsdien is de partij steeds meer naar rechts opgeschoven. Vooral de verkiezing van Tony Blair in 1998 versnelde dat proces. Blair was de facto een Tory-infiltrant in de partij, die probeerde de historische banden met de vakbonden te breken. Daarnaast leidde hij Groot-Brittannië de Irak-oorlog in, waarbij honderdduizenden mensen om het leven kwamen.
Onder Blair en zijn opvolgers Brown en Miliband bleef de partij erg dicht bij de Conservatieven staan qua standpunten, hoewel Miliband af en toe nog wel eens linkse uitspraken deed. Het partijapparaat was onder controle van de rechterzijde en de macht van de vakbonden werd aan banden gelegd. Recentelijk werd getracht om de macht van de bonden nog verder in te perken door het kiessysteem voor de voorzittersverkiezingen aan te passen. De stem van de vakbonden als blok werd afgeschaft en vanaf nu kon iedere sympathisant bij de verkiezingen meedoen door zich slechts voor 3 Britse ponden te registreren. Deze maatregel werd ingesteld om de macht van de Blairisten verder te versterken en die van de vakbonden in te perken. Het heeft echter het totaal tegenovergestelde effect gehad. Door deze maatregel zijn de sluizen opengezet en heeft een nieuwe laag geradicaliseerde jongeren zich kunnen registreren en een stem uitbrengen op Corbyn. Tevens heeft het geleid tot de terugkeer van linkse ex-leden die zich uit afkeer van Blair en co. hadden afgewend van de partij. De dag voor de deadline, 12 augustus, sloten 160.000 mensen zich aan. Dat is echt ongezien. Een meerderheid onder hen zou volgens peilingen voor Jeremy Corbyn stemmen. Alle bonden aangesloten bij de TUC, op één na, roepen op om voor Corbyn te stemmen. Zelfs de bonden (Brandweer bvb.) die in het verleden hun steun aan Labour hadden ingetrokken en hun lidmaatschap opzegden, overwegen nu opnieuw aan te sluiten… als Jeremy wint.
Een groeiende onvrede uit zich
Aangezien de Labour Party onder Ed Miliband zo gematigd was, werd ze door grote delen van de werkende klasse en Britse jongeren nauwelijks meer als een alternatief voor de Tories gezien. Tijdens de laatste parlementsverkiezingen verloor de partij bijna al haar parlementariërs in Schotland, wat traditioneel een Labour-bolwerk was. De Scottish Nationalist Party (SNP), een nationalistische burgerlijke partij, zette de afgelopen jaren een links gezicht op om zich als alternatief voor Labour te profileren. Toen Labour zich bij het Schotse referendum van september 2014 achter de 'Better Together Campaign' schaarde, samen met de Conservatieven, was voor veel Schotse arbeiders en jongeren de maat vol en stemden ze voor de SNP.
In de rest van Groot-Brittannië uitte deze onvrede zich via verscheidene andere kanalen. Zo geniet Russell Brand, die stelde dat er een revolutie noodzakelijk is, veel aanhang. De Green Party heeft met haar oproep tot een politieke revolutie en een alternatief op de kapitalistische economie ook een meer anti-establishment imago gekregen. Dit heeft geleid tot een aanwas van jonge leden. Verder zijn er sinds de verkiezingen grote anti-bezuinigingsdemonstraties geweest die veel jonge ongebonden mensen trekken. Totnogtoe uitte de onvrede zich dus op verschillende manieren, maar niet via de Labour Party.
In het verleden (zoals in de jaren '70) leidde het oplaaien van de klassenstrijd tot een verschuiving naar links binnen de vakbonden, die zich vervolgens weerspiegeld zag binnen de Labour Party. Nu is het juist de maatregel geweest om de vakbonden uit te sluiten (het nieuwe kiesstelsel binnen de partij), die ervoor gezorgd heeft dat een verschuiving van de Labour Party naar links een reële mogelijkheid is. De massale onvrede in Groot-Brittannië heeft nu een uitlaatklep gevonden in de stem voor Jeremy Corbyn. Zijn bijeenkomsten worden massaal bezocht, vooral door jonge mensen die het helemaal gehad hebben met de 'oude politiek' (terwijl Corbyn er zelf van beschuldigd wordt 'ouderwets' te zijn).
Hysterie en zuiveringen
Toen Corbyn in de peilingen omhoog schoot, ontstond er een massahysterie bij de rechterzijde van de Labour Party en de grote media. Het was immers nooit de bedoeling dat een linkse, socialistische kandidaat zou mogen winnen. Leuk voor het debat, maar uiteindelijk was het plan om een politicus te doen winnen die de partij nog verder in de richting van de conservatieven zou bewegen. Enkele linkse uitspraken van Ed Miliband werden aangehaald om te 'bewijzen' dat het nodig was om ook te appelleren aan de ‘aspiraties van middenklassekiezers' die niet gediend zouden zijn van een linkse Labour Party. Dit terwijl het grote verlies in Schotland naar een partij gegaan is die zich duidelijk links van Labour geprofileerd heeft.
Alle Labour-kopstukken werden opgetrommeld om mensen te ontmoedigen op Corbyn te stemmen, inclusief de gehate Tony Blair zelf. De partij zou compleet vernietigd worden en nooit meer de verkiezingen kunnen winnen. Het effect van Tony's interventie is echter het tegenovergestelde geweest. Het heeft enkel meer mensen aangezet om op Corbyn te stemmen.
Verder is er uiteraard een campagne van de pro-establishment media, zoals Rupert Murdochs ‘The Sun’, die Corbyn een 'linkse terroristen-vriend’ noemde. Dezelfde hysterie zagen we enkele jaren terug met het nieuws rond Venezuela en kwam naar het Europese continent overgewaaid met de reacties op de Syriza-overwinning in Griekenland. Deze hysterie weerspiegelt de angst van de heersende klasse voor de overwinning van kandidaten die enigszins voor een verandering van het economische systeem zijn.
Toen de hysterie van de kopstukken de opmars van Corbyn niet kon stoppen, besloot de Labour-bureaucratie over te gaan tot zuiveringen van geregistreerde sympathisanten. Dit was zogenaamd een actie tegen 'infiltranten', maar is in de praktijk een aanval van de bureaucratie tegen Corbyn-aanhangers. Er zijn al meer dan 3.000 leden die niet hebben mogen stemmen, of van wie zelfs de stem na het uitbrengen is geannuleerd. Dit omdat mensen bijvoorbeeld in het verleden actief zijn geweest voor de Green Party of een socialistische organisatie. Het meest hypocriete is dat de rechterzijde van Labour klaagt over infiltratie door buitenstaanders, terwijl zij zelf het kiessysteem heeft aangepast (geïnspireerd door de 'primaries' in de VS). Daarnaast heeft de rechterzijde zelf een pressiegroep binnen de partij, genaamd 'Progress', die pleit voor marktwerking, privatiseringen e.d. De vraag is wie de echte infiltranten zijn in een partij die de arbeidersklasse hoort te vertegenwoordigen.
Ons standpunt
Als marxisten staan wij volledig achter Corbyn in deze voorzittersverkiezing. Onze Britse kameraden doen mee in de campagne en roepen op tot een stem op hem. Een overwinning van Corbyn zou de Labour Party flink naar links doen opschuiven. Gezien de vijandigheid van de Blairisten is het niet onmogelijk dat dit tot een scheuring leidt. Dit gebeurde eerder in de jaren '70, toen de rechtervleugel van Labour het niet eens was met de wending naar links en zich afsplitste als Social Democratic Party. Indien er een afscheuring plaatsvindt, zou dit enkel de partij nog meer naar links doen opschuiven. Het zou geen slechte ontwikkeling zijn. De Labour Party werd immers opgericht als partij voor de werkende klasse. Het zijn de Blairisten die de werkelijke infiltranten zijn.
Wat betreft de politieke ideeën van Corbyn, hebben we echter wel het een en ander op te merken. We steunen volledig zijn anti-oorlogs- en anti-bezuinigingspolitiek, net als zijn voorgestelde maatregelen zoals het afschaffen van de collegegelden en het verbieden van nulurencontracten. Zijn idee is echter dat deze maatregelen te realiseren zijn door middel van hervormingen binnen het kapitalisme, zoals een zwaardere belasting op multinationals en rijke individuen, het aanpakken van belastingontduiking en het stimuleren van de economie door investeringen.
Ontwikkelingen in Frankrijk en Griekenland hebben recent reeds getoond dat dit soort maatregelen onuitvoerbaar zijn. De Franse president Hollande wilde een belastingverhoging voor de rijken invoeren. Het gevolg was dat ze hun vermogen in andere landen plaatsten of zelf naar Groot-Brittannië verhuisden. De ervaringen van de Syriza-regering in Griekenland hebben laten zien dat er geen compromis mogelijk is met de vertegenwoordigers van het financieel kapitaal. Indien Corbyn een Labour-regering zou leiden, zou hij dat enkel succesvol kunnen doen indien hij bereid is om zwaardere maatregelen te nemen, aangezien de City zich niet zomaar zal overgeven. Hij zal de grote banken en multinationals moeten nationaliseren onder werknemerscontrole, om het verzet van het kapitaal te breken en de basis te leggen voor een democratisch geplande economie. Het is de taak van de marxisten om de campagne voor Corbyn te steunen, en tegelijkertijd te wijzen op de noodzaak van een duidelijk socialistisch programma.