Tijdens zijn solidariteitstour in België maakten we van de gelegenheid gebruik om Jorge Martin nogmaals te interviewen over de vooruitzichten voor de revolutie in Venezuela. Hij sprak uitvoerig over de economische sabotage, aanzetten tot arbeiderscontrole in de industrie, de (on)mogelijkheid van een Amerikaanse invasie en de kansen voor socialisme.
Waarom zeg jij dat er een revolutie bezig is in Venezuela?
Je kan zien dat het wel degelijk om een revolutionair proces gaat aan de mobilisaties en de massale deelname van arbeiders en het volk aan de politiek. Tot tweemaal toe hebben ze een rechtse staatsgreep afgeslagen, in april 2002 en opnieuw in januari 2003. Het initiatief voor die mobilisaties ging niet zozeer uit van de politieke partijen, wel van de massa’s zelf. Door de maatregelen die Chavez uitvaardigde, zijn veel gewone mensen zich gaan bezighouden met politiek. Zo heeft hij bijvoorbeeld een nieuwe grondwet uitgevaardigd, de zogenaamde Bolivariaanse Grondwet. Die is echter niet tot stand gekomen zoals gewoonlijk in burgerlijke democratieën, waar de ‘specialisten’ discussiëren in het parlement, nee, in Venezuela zijn er discussies gevoerd door honderdduizenden mensen in de wijken, de dorpen enzovoort. Dat heeft geleid tot een enorme politisering. Gewone mensen lopen dikwijls met die nieuwe grondwet op zak en kunnen eruit citeren als hun rechten worden geschonden.
Het is juist door die verhoogde betrokkenheid dat ze op straat komen tegen de pogingen van de heersende klasse om de regering omver te werpen. Ze willen hun eigen verworvenheden verdedigen. Die sabotage en complotten van de rechterzijde hebben de massa geradicaliseerd. Vaak zijn ze georganiseerd in zogenaamde Bolivariaanse kringen, groepen van drie, tien of meer mensen om de revolutie te verdedigen. Op het hoogtepunt werd er geschat dat er ergens tussen 3 en 10 miljoen mensen zichzelf hadden georganiseerd in zulke Bolivariaanse kringen. Bij zo’n dynamiek van zelforganisatie en massamobilisatie kan je gerust spreken over een revolutie. En er zijn nog andere kenmerken: elementen van arbeiderscontrole in de industrie, splitsingen in de oude organisaties van de gebureaucratiseerde arbeidersbeweging en de vorming van een grote nieuwe linkse vakbond, de UNT.
Chavez is zeker geen socialistisch revolutionair, maar hij is wel een revolutionair, zij het verward. Zelf spreekt hij over zijn Bolivariaanse revolutie. Daarmee verwijst hij naar de 19e-eeuwse revolutionair Simon Bolivar, die heel Latijns-Amerika wilde verenigen tegen de Spaanse kolonisatoren. De maatregelen van Chavez zijn helemaal niet zo revolutionair, het zijn typische taken van de burgerlijk-democratische revolutie: een beperkte landhervorming via de gronden van de overheid, overheidscontrole op de olie-industrie en geen privatisering ervan, democratisering van het onderwijs door programma’s waardoor arme jongeren ook hoger onderwijs kunnen volgen. Maar zelfs die beperkte hervormingen stoten al op grote reactie bij de Venezolaanse heersers en het imperialisme. In derdewereldlanden is immers geen financiële ruimte voor serieuze hervormingen onder het kapitalisme en bovendien vrezen de heersende klasse en het imperialisme – terecht – dat dergelijke hervormingen een heel proces in gang zetten.
Hoewel het programma van Chavez dus een burgerlijk-democratisch programma is en zeker geen socialistisch, is hij zelf helemaal geen instrument van de bourgeoisie. Bij de verkiezingen van 1998 hadden alle burgerlijke partijen zich tegen Chavez verzameld rond één presidentskandidate, die ooit Miss Universe was geweest, zo opportunistisch zijn ze. Geen enkele sectie van de bourgeoisie steunt Chavez. We kunnen hem dus niet gelijkstellen aan figuren zoals Peron vroeger in Argentinië. Die zei zelf tegen de Argentijnse kapitalisten: “Kijk, ik ga jullie 20 procent afnemen om te verdelen onder de armen, anders komt er een revolte en kunnen we het kapitalisme in Argentinië vergeten.” Bij Chavez is dit niet het geval, hij is op een vervormde manier de uitdrukking van de volksmassa’s zelf, niet van de bourgeoisie.
Van begin december 2002 tot eind januari 2003 was er zogezegd een algemene staking in Venezuela tegen president Chavez. Ook de vakbondstop in België beweert dat. Wat betekende die episode echt? Je sprak net over elementen van arbeiderscontrole
De corrupte vakbondsleiding van Venezuela beweerde toen inderdaad dat er een algemene staking was en zij hadden daartoe ook opgeroepen, net zoals ze in april 2002 de staatsgreep hadden gesteund. Maar er was helemaal geen algemene staking. Ik zat in het vliegtuig richting Caracas, de hoofdstad van Venezuela, en ze zeiden dat er een algemene staking was, onder andere op de luchthaven. Maar het luchtverkeer verliep heel normaal en ik had ook geen moeite om van de luchthaven naar de stad te geraken. Het openbaar vervoer werkte, de supermarkten waren open, de overheidsdiensten functioneerden, er was niets te merken van een grote algemene staking. In sommige privé-bedrijven was er wel een patronale lock-out en hielden de fabriekseigenaars de deuren gewoon gesloten zodat de arbeiders niet konden komen werken, bijvoorbeeld in de auto-industrie in Valencia bij de bedrijven Ford, Chrysler, General Motors, Goodyear, Firestone en Pirelli. Dat heeft nochtans niet lang geduurd. De arbeiders dreigden gewoon de fabriek te bezetten als de poorten niet open gingen en toen duurde het niet lang voor de bazen toegaven, uit schrik natuurlijk.
De enige sector waar de lock-out wel tijdelijk werkte was de olie-industrie. Dat was een zware klap voor de economie, want olie is het belangrijkste Venezolaanse product en heel de economie draait er rond. Na een tijd was er geen brandstof meer voor bijvoorbeeld transport van consumptiegoederen. Het gedrag van de saboteurs was zeer gevaarlijk. Je moet weten dat het overheidsbedrijf PDVSA een hoogtechnologisch bedrijf is dat onder meer via satelliet wordt bestuurd. De managers, directeurs en delen van het kader stortten het land moedwillig in economische problemen om zo president Chavez te ondermijnen. Zo vernietigden ze allerlei computerbestanden en wijzigden ze paswoorden om de raffinaderijen te saboteren. En een oliebedrijf is geen auto die je zomaar weer opstart, je mag niet direct opnieuw olie pompen door buizen die leeg staan enzovoort. Die sabotage verklaart voor een groot deel de economische inkrimping in Venezuela vorig jaar.
Toch zijn de saboteurs op een beslissende manier teruggeslagen. In sommige delen van de industrie, zoals de raffinaderij Puerto de la Cruz, zijn de arbeiders al snel zelf de industrie gaan beheren. In andere delen twijfelden ze wat langer omdat het management had gezegd dat Chavez snel afgezet zou worden en dat iedereen die ging werken tijdens de lock-out dan automatisch zijn job zou verliezen wanneer zijzelf weer aan de macht waren. Maar na verloop van tijd hebben de arbeiders samen met loyale soldaten en mensen uit de wijkcomités ook deze bedrijven overgenomen en zijn ze zelf beginnen produceren. Dit was een zeer belangrijke ervaring en een vernietigend argument tegen al degenen die beweren dat arbeiders de industrie niet zonder kapitalisten kunnen beheren. PDVSA is niet zomaar een bedrijf, het is het derde grootste in Latijns-Amerika en hoogtechnologisch. Vaak wordt beweerd dat het industrieel proletariaat geen motor voor verandering meer is. Wel, de oliearbeiders behoren tot de best betaalde loontrekkenden in Venezuela, maar zodra ze in beweging kwamen, namen ze direct het voortouw en toonden ze dat de sleutel tot de Venezolaanse revolutie in hun handen ligt.
Bovendien produceerden ze zonder medewerking van de logge bureaucratie in de oliesector, want die waren in staking. Zij teren normaal gezien als parasieten op de inkomsten uit de olie. Nu produceerden de arbeiders zonder die dure parasieten. Een bedrijf onder arbeiderscontrole is dus niet alleen rechtvaardiger en democratischer, het is ook veel efficiënter en economischer!
Zelfs vandaag, een jaar na de lock-out, heersen er nog vormen van arbeiderscontrole in delen van de machtige oliesector. Arbeiders pikken de bevelen van het management niet langer. Zelfs managers die Chavez zelf heeft aangesteld en die de Bolivariaanse revolutie gunstig gezind zijn, kregen van arbeiders vriendelijk te horen dat de industrie nu anders beheerd wordt. Dat is een kostbare ervaring die verder uitgediept dient te worden.
Zijn er nog voorbeelden van pogingen tot arbeiderscontrole?
Er is ook de beweging van de bezette bedrijven. Enkele KMO’s die gesloten werden, zijn bezet door de arbeiders en mensen van de wijkcomités. Het gaat om een twaalftal bedrijven, waaronder Constructora Nacional de Valvulas, Cristine Carol, Textiles Fénix en Codima. Het gaat nu over een nationale beweging met de bedoeling het isolement van de bedrijven te doorbreken, de strijd één te maken en de druk op te drijven opdat deze bedrijven genationaliseerd zouden worden onder arbeiderscontrole. Voorlopig is er echter nog geen respons van de regering.
Hoe staat het momenteel met de contrarevolutie?
Zij hebben na de mislukking van de lock-out in januari 2003 een serieuze klap gekregen. De middenklassen, hun stoottroepen, zijn gedemoraliseerd. Toch wil dat niet zeggen dat het gevaar nu geweken is. Ze proberen weer op adem te komen en hun troepen te verzamelen om een nieuw offensief in te zetten. Ondertussen proberen ze het regime te destabiliseren, waarvoor ze drie tactieken gebruiken.
Ten eerste de economische sabotage. Net zoals in Chili onder Allende saboteert de heersende klasse de economie om zo het volk te doen morren tegen de president. Zo houden ze systematisch voedsel uit de distributie zodat er schaarste komt en de prijzen de lucht in schieten. In mei 2003 vond men 100.000 kilogram kippen in twee magazijnen in de staat Carabobo. Ze hadden die onttrokken aan de normale distributie, en dat op een moment dat er schaarste heerste op de markt. Ze laten die liever rotten dan te verkopen. De verantwoordelijke bedrijven kregen geen straf, maar moesten wel binnen de 48 uur de kippen op de markt brengen. In juni van datzelfde jaar was de regering gedwongen om 2 miljoen kilo kippen te importeren. De oppositie lanceerde een campagne van desinformatie en zei dat die kippen, vooral van Brazilië, gevoed waren door hormonen en niet veilig waren. Maar niet veel later was het tekort aan kippen plots opgelost, de distributie verliep weer normaal. De Venezolaanse kippenbedrijven stopten immers hun sabotage omdat de importkippen hen nu uit de markt dreigde te concurreren!
Veel arbeiders worden ook moedwillig ontslagen om het op de economische politiek van de regering te steken. Op die manier willen ze de arbeiders demoraliseren en hen laten twijfelen aan het nut van de revolutie. Je kan immers niet overleven op een dieet van alleen revolutionaire ideeën, er moet ook brood op de plank komen. Hetzelfde is gebeurd in de jaren ’80 in Nicaragua. De sandinisten hadden toen ook een belangrijk deel van de economie in privé-handen gelaten waardoor de kapitalisten de economie konden blijven boycotten. Het resultaat was dat de mensen op den duur begonnen te klagen en dat de sandinisten werden verslagen door de rechtse partijen.
Een tweede tactiek van de contrarevolutionairen is het terrorisme. Ze hebben al bommen geplaatst in de Spaanse en de Colombiaanse ambassade en dan beweren ze dat aanhangers van Chavez dit hebben gedaan, terwijl duidelijk is aangetoond dat anti-Chavisten het deden. Ze proberen een oorlog te stoken tussen Colombia en Venezuela, door te zeggen dat Chavez de FARC steunt, een guerrillabeweging die door de VS als terroristen worden bestempeld. Maar dat is een grove leugen. De regering van Chavez heeft zelfs al guerrillero’s die de grens met Venezuela overstaken, gearresteerd en aan Colombia uitgeleverd. Ikzelf zou dit zeker niet gedaan hebben, maar het toont in elk geval dat Chavez de Colombiaanse guerrilla niet steunt.
Ten slotte proberen de contrarevolutionaire een internationale blokkade tegen Venezuela te organiseren, vergelijkbaar met de blokkade tegen Cuba. Ze beweren bijvoorbeeld dat Chavez Al Qaeda steunt en dat zij een trainingskamp hebben op Isla Margarita, wat een totaal belachelijke aantijging is. Als ik een terrorist was, zou ik ook naar Isla Margarita gaan, niet voor terroristische training maar voor vakantie! Het is een vakantiebestemming.
In elk geval is een internationale blokkade tegen Venezuela ook niet zo makkelijk. Washington zou dat wel willen, maar ze zijn te zeer afhankelijk van olie uit Venezuela, zeker met alle problemen in het Midden-Oosten. Chavez zit dus in een redelijk goede onderhandelingspositie en hij heeft totnogtoe goed zijn stempel kunnen drukken op de OPEC, de organisatie van de olieproducerende landen.
Wat moet er dan gebeuren om de revolutie te doen slagen?
Twee zaken. Ten eerste moet de revolutie in de richting van het socialisme gaan door de sleutelsectoren van de economie te nationaliseren onder arbeiderscontrole. De banken beschikken bijvoorbeeld over enorm veel geld, maar ze boycotten de regering. De Nationale Bank – die onder het kapitalisme zogezegd onafhankelijk is, wat betekent dat ze onafhankelijk is van de regering en dus volledig de koers van de kapitalisten volgt – weigert nu geld te geven voor de agrarische hervormingen die de regering wil doorvoeren. Ze laat dus liever de arme boeren verkommeren. Dat is ineens een ontmaskering van waar de Nationale Bank echt voor staat. Chavez dreigt terecht tussen te komen in de Nationale Bank. De overheid moet zelf de controle over de Nationale Bank nemen. Zo zou een wereldwijde trend omgekeerd worden.
Natuurlijk kan het socialisme niet overleven in Venezuela alleen, daarom zouden ze het moeten verspreiden naar andere landen door een krachtige oproep te doen aan de arbeiders en boeren van heel Latijns-Amerika en bij uitbreiding de hele wereld. Isolement zou de dood betekenen voor de revolutie. In Latijns-Amerika is de situatie helemaal klaar voor zo’n oproep tot socialisme, het zou een diepe impact hebben en heel de wereld veranderen.
Zou dat niet een provocatie zijn voor Washington? Wat als de VS het leger stuurt? Zij zijn militair oppermachtig.
De VS heeft geen verdere provocatie nodig. Alleen al het bestaan van Chavez is voor het Amerikaanse imperialisme een provocatie, wat ze al hebben bewezen door hun rol in de twee pogingen tot staatsgreep. Zij zullen dus hoe dan ook proberen Chavez van de macht te krijgen en de democratische verworvenheden terug te draaien.
Het is inderdaad zo dat de VS een militaire gigant is. Ik geloof dat de VS in militair opzicht sterker zijn dan de eerstvolgende twintig landen samen. Maar militaire strategie staat niet los van de politieke situatie. Kijk maar naar Irak. Door hun militaire overmacht zijn de Amerikanen zo over Irak gewalst en hebben ze Bagdad direct veroverd. Toch zitten ze nu vast in een moeras en krijgen ze steeds meer problemen met het verzet. En Saddam was helemaal geen populaire president! Wat zou er dan gebeuren als de Amerikanen zouden tussenkomen in Venezuela om een immens populaire president omver te werpen?
Bovendien zijn Latino’s de grootste minderheid in de VS en zit het Amerikaanse leger vol met hen. Het eerste slachtoffer langs Amerikaanse kant in de oorlog tegen Irak was iemand uit Guatemala die illegaal verbleef in de VS en zich daarom had aangesloten bij het leger. De soldaten gingen al niet graag vechten in het verre Irak. Hoe zouden ze voelen om te gaan vechten in Latijns-Amerika, waar ze zelf vandaan komen? Ze zouden dezelfde taal spreken als de vijand, Spaans, en binnen de kortste keren zou er een opstand in het leger uitbreken. Die opstand zou ook overslaan naar de Latinogemeenschap in de VS zelf, om nog maar te zwijgen over de effecten van zo’n invasie op de rest van Latijns-Amerika!
Dus de revolutie staat er goed voor?
De huidige situatie is gunstig voor de revolutie, maar dat wil niet zeggen dat er geen gevaren zijn. Het kan allerlei kanten op en de uitkomst hangt af van de rol die de leiding speelt.
Het is perfect mogelijk dat Chavez in de huidige omstandigheden meer naar links beweegt. Venezuela bevindt zich in een situatie van revolutie en contrarevolutie, een zet van de contrarevolutie kan Chavez meer naar links duwen. Hij baseert zich op de volksmassa’s en zij worden ongeduldig en kunnen hem dus ook naar links duwen. Dat is trouwens al enkele keren gebeurd. Na de staatsgreep van april 2002 nam Chavez een heel verzoenende houding aan tegenover de samenzweerders, zij zijn nu zelfs nog steeds niet gearresteerd. Maar tijdens en na de patronale lock-out is hij wel meer in de aanval gegaan. Toen de banken wilden sluiten om de regering te boycotten, heeft hij ermee gedreigd dat de overheid zou tussenkomen in de banken en ze onder controle zou nemen. De banken bleven toen open. Hij riep arbeiders ook op om bedrijven die deelnamen aan de lock-out te bezetten.
Het zou niet de eerste keer zijn dat een reformistische regering verdergaat dan de oorspronkelijke bedoelingen. Cuba is daarvan een goed voorbeeld. Fidel en Ché kwamen aan de macht op basis van een programma gelijkaardig aan dat van Chavez, namelijk een burgerlijk-democratisch programma. Fidel sprak zijn bewondering uit voor de Amerikaanse grondwet en zei dat hij helemaal geen communist was. Maar de nationale en internationale context bracht daar verandering in. De reactie van de contrarevolutionairen en van het imperialisme langs de ene kant en de druk van de massa’s langs de andere kant noodzaakten de guerrillero’s om steeds verder te gaan, zodat ze de economie nationaliseerde en een planeconomie invoerden. Dit is op een vervormde manier een bevestiging van Trotski’s theorie van de permanente revolutie. Zolang je binnen het kader van het kapitalisme blijft en de machtsbasis van de heersende klasse, het privé-bezit van de productiemiddelen, niet wegneemt, kan je de sociale problemen van de massa niet oplossen. Een stabiel regime is dan niet mogelijk, daarom moet je van de burgerlijk-democratische revolutie direct overgaan tot de socialistische revolutie.
Chavez blijft momenteel echter handelen binnen de limieten van het kapitalisme. Door de hoge olieprijzen kan de regering nu beschikken over een financiële marge om sociale programma’s door te voeren, zoals de grote alfabetiseringscampagne vorig jaar. Daardoor kon ze haar steun onder de bevolking in stand houden en zelfs uitbreiden. Maar zo’n situatie blijft niet duren. Als de slechte economische toestand aanhoudt door de sabotage, als de werkloosheid hoog blijft, dan zullen de minder bewuste lagen van de bevolking in apathie en wanhoop vervallen, en dan zullen ze de steun voor de revolutie opgeven. Zo zijn al veel revoluties stukgeslagen. Wanneer de demoralisatie begint door te dringen, dan zal de contrarevolutie hard terugslaan. Officieren die nu trouw lijken aan Chavez kunnen dan een staatsgreep plegen. Persoonlijke vrienden van Chavez zoals Arias Cardenas, Vasquez Velasco en Rosendo hebben hem al eens verraden. Allende geloofde ook dat Pinochet trouw aan hem bleef, hij had hem zelf nog aangesteld als generaal. En net zoals in Chili zal de contrarevolutie in Venezuela een slachtpartij worden, de leiding van de arbeiders en het volk zal onthoofd worden want de Venezolaanse heersende klasse heeft al veel angsten moeten doorstaan en voelt zich vernederd.
Natuurlijk is een deel van de beweging zich zeer bewust van die bloeddorstige wraakgevoelens. Daarom beginnen ze meer en meer kritiek te uiten op Chavez omdat hij niet ver genoeg gaat. Ze eisen bijvoorbeeld de arrestatie van de samenzweerders van de vorige pogingen tot staatsgreep. En in de video ‘Een andere weg is mogelijk in Venezuela’ zegt Juan Contreras, een leider van de Simon Bolivar Coördinatie, een revolutionaire organisatie in de wijk 23 Januari, dat indien Chavez voor welke reden ook toegevingen doet onder druk van het imperialisme, dat ze dan los van hem verdergaan. De mogelijkheid bestaat dat de massa dus zelf Chavez langs links voorbijsteekt. Hij heeft al dikwijls de mensen opgeroepen om zichzelf te organiseren en na verloop van tijd creëert dat natuurlijk een eigen dynamiek. De oliearbeiders discussiëren nu over het beheer van PDVSA via arbeidersmanagement.
Het kan dus verschillende kanten op in Venezuela, het is moeilijk daarover een voorspelling te doen. Wat we in elk geval kunnen stellen is dat de contrarevolutie een bloedbad zou aanrichten. Maar als de revolutie wint, dan zou het aanzien van heel Latijns-Amerika en de wereld veranderen en zouden we een nieuwe historische periode betreden.