We bevinden ons in het tijdperk van de wereldrevolutie. Wanneer wij dit stellen – en we doen dit al enkele jaren – dan zullen velen de wenkbrauwen fronsen. Jaar na jaar wordt deze stelling echter bevestigd voor ieder die over de grens wil kijken, voor elke internationalist.
Het afgelopen jaar waren er tal van linkse overwinningen in de wereld. De socialisten kwamen in Spanje aan de macht en trokken als eerste hun troepen uit Irak. Enkele weken geleden haalde links in Portugal een monsterscore van 60 procent. In India zijn de communistische partijen sterk doorgebroken. In Zuid-Korea zitten voor het eerst afgevaardigden van een arbeiderspartij in het parlement. Uruguay verkoos voor het eerst een socialist als president en een kwart van de bevolking stroomde de straat op om dit te vieren. Zo kunnen we nog een tijdje doorgaan.
Een kritische lezer zou kunnen opwerpen: “Wat heeft dit met revolutie te maken? Het zijn toch geen revolutionairen die verkozen zijn? Het zijn gewoon reformisten. Zij willen hoogstens kleine sociale veranderingen doorvoeren binnen het kapitalisme.” En dat is waar. Toch drukt hun verkiezing uit dat een groeiend deel van de bevolking uitkijkt naar het socialisme als oplossing voor onze problemen. Sinds het ontstaan van de arbeidersbeweging heeft het socialisme zich als diepste referentie gevestigd in het bewustzijn van de werkende mens. In sommige periodes lijkt die referentie bijna van de aardbol te verdwijnen. De grootste verantwoordelijken daarvoor zijn de leiders van de reformistische partijen en van de vakbonden, de Blairs en de Vandenbrouckes, die hun beloftes niet inlossen en mee de aanvallen op onze levensstandaard uitvoeren. De jaren ’90, na de val van de Berlijnse muur, waren zo’n duistere periode waarin het kapitalisme de grote overwinnaar leek. België zit gedeeltelijk nog in de jaren ’90. Maar internationaal is het tij aan het keren richting wereldrevolutie.
De ontwikkelingen in Venezuela zijn hier de meest vergevorderde uitdrukking van. Het begon daar ook met de verkiezing van een reformist, Hugo Chavez, tot president in 1998. Al sinds het begin van deze eeuw zeggen wij dat in Venezuela een revolutie aan de gang is, en dat de arbeidersbeweging op basis van haar eigen programma deze revolutie moet steunen. Zelf spreekt Chavez over de Bolivariaanse Revolutie. Onmiddellijk kwam uit extreem-linkse hoek de kritiek dat Chavez gewoon een bourgeois is en dat er helemaal geen revolutie is “want er is geen strijd voor socialisme en er is geen revolutionaire partij!” Als de gebeurtenissen niet in de vastgestelde categorieën van extreem-links passen, dan is er voor hen geen revolutie. Ook al denkt de meerderheid van de Venezolanen daar anders over. Het fundamentele kenmerk van een revolutie is immers dat de massa zich ineens zeer sterk met politiek gaat bezighouden en dat er een enorme politisering en radicalisering van de gewone mensen optreedt. En ze wachten daarbij niet op de revolutionaire partij.
Lessen uit de praktijk
Het revolutionaire proces in Venezuela is door verschillende fases gegaan, die we hebben beschreven op onze website en in ons blad. Hoewel de regering van Chavez slechts minimale hervormingen wilde doorvoeren zoals een landverdeling onder de arme boeren (enkel met grond van de overheid!) of controle van de staat op de olie-industrie, botste ze steeds op de contrarevolutie. De Venezolaanse kapitalisten, bankiers en grootgrondbezitters willen hun rijkdom immers behouden, ze willen zelfs niet de kleinste toegevingen doen. Onder leiding van hun meesters in Washington organiseerden ze daarom allerlei pogingen om de massabeweging te breken: een staatsgreep in april 2002, economische sabotage door de bedrijven te sluiten, inhuren van extreem-rechtse bendes en Colombiaanse paramilitairen om onrust te zaaien, een referendum tegen Chavez op basis van grootschalige fraude met handtekeningen enzovoort. Maar telkens werden ze teruggeslagen door de massabeweging. De Venezolaanse president citeerde hierover de Russische revolutionair Trotski: “De revolutie heeft de zweep van de contrarevolutie nodig om vooruit te gaan.” Elke poging van de heersende klasse om Chavez omver te werpen, had een radicaliserend effect op de massa, die vaak met miljoenen op straat kwamen en zich organiseerden.
Door die ervaringen begonnen ze steeds radicalere lessen te trekken. Een van de belangrijkste lessen begrepen ze de laatste maanden: niet iedereen in de leiding van de Bolivariaanse beweging verdedigt de belangen van de gewone mens. Er is een bureaucratie die de revolutie wil afremmen, zoals de mensen in Venezuela zelf zeggen “haaien met rode baretten” (een rode baret is het symbool van de Chavisten). Daarom werd hun slogan “er is een revolutie binnen de revolutie nodig!”.
Chavez weerspiegelt die radicalisering van de massa. In het begin veroordeelde hij in zijn toespraken vooral ‘het neoliberalisme’. Sinds vorig jaar ging hij een stap verder en stelde dat het neoliberalisme slechts een verschijningsvorm is van het kapitalisme en dat we dus het kapitalisme moeten bekritiseren. Op het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre eind januari zette hij dan de volgende stap. Tijdens de slottoespraak voor duizenden activisten sprak hij deze woorden:
“Elke dag ben ik meer overtuigd, ik twijfel er niet meer over dat, zoals vele intellectuelen hebben gezegd, het kapitalisme moet overstegen worden. Maar het kapitalisme kan niet overstegen worden binnen het kapitalisme zelf, maar door socialisme, echt socialisme, met gelijkheid en rechtvaardigheid. Ik ben er eveneens van overtuigd dat dit mogelijk is op een democratische manier, maar niet het soort democratie dat opgelegd wordt door Washington.”
Een president en de leider van de grootste revolutionaire beweging op dit moment roept op tot socialisme. Dat zijn woorden van wereldbetekenis. Eind februari herhaalde hij deze oproep tijdens een internationaal congres over ‘sociale schuld’ en tijdens zijn wekelijks TV-programma ‘Alo Presidente’, dus voor miljoenen kijkers! Hij vertelde dat binnen de Bolivariaanse beweging het debat over socialisme geopend is. Elke rechtgeaarde socialist en revolutionair kan niet anders dan juichen bij deze woorden.
Chavez verklaarde op TV dat hij tot deze overtuiging is gekomen na vele jaren politieke strijd:
“Ik ben overtuigd geraakt op dit moment in mijn leven – en ik ben nu vijftig jaar – na zes jaar als president, na bijna dertig jaar van politieke strijd, sinds 1977 toen we een eed zwoeren met een kleine groep landgenoten, soldaten, om de eerste nucleus te creëren – we waren slechts met vijf – van wat later de Bolivariaanse Revolutionaire Beweging ‘200’ zou worden. Na zoveel lectuur, debatten, discussies, vele reizen doorheen de wereld enzovoort, ben ik overtuigd, en ik denk dat deze overtuiging voor de rest van mijn leven is, dat de weg naar een nieuwe, betere en mogelijke wereld, niet het kapitalisme is. De weg is het socialisme!”
Deze woorden bevestigen op een briljante manier wat wij al langer zeggen: een leider van de nationaal-democratische revolutie kan op basis van ervaringen evolueren tot een socialist. We moeten daar direct bij zeggen dat dit geen automatisme is. Chavez trekt steeds radicalere conclusies maar er is niks dat zegt dat hij dit moet doen! Er zijn genoeg voorbeelden in de 20ste eeuw van nationaal-democratische leiders in de Derde Wereld die uiteindelijk capituleerden onder druk van het imperialisme. Wij hebben altijd al de indruk gehad dat Chavez op een eerlijke manier vecht voor de belangen van de verdrukten. Zeker niet altijd met de juiste methodes, hij is geen marxist. Voor veel extreem-linksen maakt het feit dat hij geen marxist is hem automatisch tot een verrader, een bourgeois. In de besloten wereld van extreem-linkse sekten is alles immers heel eenvoudig: ofwel is het zwart, ofwel is het wit. De realiteit is daarentegen een bonte schakering van kleuren. Voor een marxist komt het erop aan telkens opnieuw die concrete realiteit te bestuderen en daaruit praktische conclusies trekken om de wereld richting socialisme te stuwen.
Elk revolutionair proces heeft unieke kenmerken, zo ook de Bolivariaanse revolutie in Venezuela. Maar er zijn ook raakvlakken met vroegere revoluties. Chavez ontwikkelt van nationaal-democraat tot socialist. Hetzelfde gebeurde met Fidel Castro. Na de Cubaanse revolutie van 1959 nam Castro mensen uit de bourgeoisie op in zijn regering en verkondigde hij dat hij niet meer wou dan een grondwet invoeren zoals in de VS. Hij vocht voor nationale onafhankelijkheid van het imperialisme en een beter leven voor de arbeiders en arme boeren. Maar Washington en de Cubaanse heersende klasse zagen dat helemaal niet zitten. Ze probeerden de hervormingen te breken. Zo lokten ze een reactie uit van de Cubaanse massa’s, die Castro vooruitduwden naar meer onteigeningen van kapitalisten en grootgrondbezitters. Het spreekt voor Castro dat hij niet zwichtte voor de druk van het imperialisme en overging tot verdere onteigeningen en een genationaliseerde planeconomie. Daarmee werd Cuba een voorbeeld voor de hele wereld.
Hetzelfde is aan het gebeuren in Venezuela. Natuurlijk zijn we er nog niet en kan het proces gebroken worden. Het is de taak van elke revolutionair om de ontwikkeling van Venezuela naar het socialisme actief te steunen en te bevorderen.
Draai naar links
De laatste maanden is het revolutionaire proces in een versnelling gekomen, wat zich uitte in een nieuw decreet over landhervorming en in de nationalisatie van de fabriek Venepal. De nieuwe landhervorming schenkt niet alleen overheidsgronden aan arme boeren. Ook landerijen van grootgrondbezitters kunnen onteigend worden als de eigenaars ze onbenut laten liggen of als de eigenaars ze op een onrechtmatige manier hebben verworven. Bijna 80 procent van de grond is in handen van de 5 procent rijkste landbezitters. De 75 procent armste boeren moeten het samen stellen met een povere 6 procent. Toch laten veel grootgrondbezitters hun eigendom braak liggen omdat ze al genoeg inkomen krijgen uit andere activiteiten zoals speculatie. Bovendien zijn veel gronden onrechtmatig verworven. Net zoals in het Europa van de 19e eeuw hebben de rijke grondeigenaars hun omheining ‘een beetje verschoven’. Als kleine boeren daar tegen protesteerden, dan betaalde de grootgrondbezitter wel even wat geld aan de lokale politie of huurlingen om die klagers ‘vriendelijk’ het zwijgen op te leggen. Nu moeten de grondeigenaars echter aan de linkse regering kunnen bewijzen dat ze wel degelijk hun grond wettelijk hebben verworven. Dikwijls is het hard tegen hard. In januari vielen tweehonderd politieagenten het landgoed El Charcote binnen om een onderzoek te doen naar hun eigendomsrechten. El Charcote is een dochteronderneming van de Britse voedselmultinational Vestey en zij gebruiken al lang illegaal gronden die eigenlijk van de overheid zijn. Een deel van die gronden is sinds 2001 bezet door arme boeren. De linkse regering komt hen nu een hand toesteken.
Nochtans herhalen regeringsfunctionarissen steeds dat zij het privé-bezit van grote landerijen niet in vraag stellen. Ze willen de rijke elite gerust stellen dat ze niet verder gaan. Maar dat is de kwestie niet. Fundamenteel is hoe de arme boeren de daden van de regering interpreteren. Zij voelen zich door de nieuwe landhervorming en de tussenkomst van de regering gesterkt en gaan nog meer gronden bezetten. Chavez roept in zijn toespraken op voor ‘een oorlog tegen de grootgrondbezitters’. En de landloze boeren zetten dit om in de praktijk. Al heel hun leven moeten zij de oorlog van de grote eigenaars tegen henzelf verduren, moeten ze creperen terwijl een kleine minderheid een overdadige levensstijl heeft. Maar nu voelen ze plots dat de machtige arm van de regering hen in de rug dekt. Dus gaan ze in het offensief. Zelfs al zegt de regering dat ze het privé-bezit van landerijen niet in vraag stelt, haar daden verhevigen de klassenstrijd op het platteland en keren de krachtsverhoudingen in het voordeel van de revolutie.
Hetzelfde geldt voor de nationalisatie onder arbeiderscontrole van de papierfabriek Venepal. Na een lange strijd van de arbeiders heeft de regering deze fabriek onteigend. Ze is nu bezit van de gemeenschap maar de arbeiders die er werken beslissen mee wat er gebeurt. Dit is een gebeurtenis van immense betekenis. Voordien bleef de Bolivariaanse revolutie mooi binnen de limieten van het kapitalisme. Ze voerde de taken van de nationaal-democratische revolutie uit (cf. de Franse revolutie): landhervorming, democratisering, nationale onafhankelijkheid enzovoort. Met nationalisatie onder arbeiderscontrole gaat de regering voor het eerst over tot socialistische taken: het privé-bezit wordt onteigend en onder controle geplaatst van zij die er werken. Natuurlijk is dit nog maar één fabriek. De eigenaars werden zelfs royaal vergoed. En de regering herhaalt dat dit slechts eenmalig is. Dus joelen extreem-linksen: “Zie je wel, het zijn verraders, bourgeois!” De matigende woorden van de regering doen echter weinig terzake, en het gejoel van extreem-links nog minder. In Cuba zei de regering in 1959 ook dat ze enkel het bezit van de dictator Batista gingen nationaliseren, maar het volk duwde hen telkens verder. Essentieel is hoe de arbeiders in andere fabrieken deze daad interpreteren. Zij zien de overwinning bij Venepal als een voorbeeld. Bij de fabriek Constructora Nacional de Válvulas, verbonden aan de olie-industrie, is bijvoorbeeld al een strijd bezig rond dezelfde eisen. De houding van de marxisten moet zijn om van deze ene overwinning duizend overwinningen te maken. Voorwaarts naar de nationalisatie onder arbeiderscontrole van alle economische sleutelsectoren (staal, telecommunicatie, voeding, financiën enz.) als basis voor een democratisch geplande economie!
Rol van de marxisten
Chavez is geen marxist, hij geeft dat zelf toe. Vroeger dacht hij evenmin aan socialisme als oplossing. Tijdens de bijeenkomst over ‘sociale schuld’ in Caracas zei Chavez in alle eerlijkheid dat hij vroeger geloofde in een Derde Weg, als oplossing voor het kapitalisme. “Een Derde Weg, kapitalisme met een menselijk gezicht, het monster een masker proberen geven. Dit masker is afgevallen, versplinterd door de realiteit.”
Chavez leert op basis van zijn ervaringen. Die ervaringen worden bepaald door de druk van de massa om vooruit te gaan met de revolutie en door de druk van het imperialisme en de heersende klasse om de revolutie tegen te houden. Maar er is nog een factor. Chavez verslindt boeken, hij heeft een grote dorst naar ideeën. Daarom leest hij ook marxistische literatuur. Hij heeft al verscheidene keren publiekelijk, onder andere op TV, lovende woorden gebruikt voor het boek ‘De rede in opstand’ van Alan Woods en Ted Grant. Chavez is met onze boeken en ideeën in contact gekomen via onze campagne ‘Handen af van Venezuela’, een solidariteitscampagne voor de Bolivariaanse revolutie in de traditie van het internationalisme. Ook boeken van Trotski heeft hij van onze Spaanse afdeling El Militante gekocht, waaronder het boek ‘De permanente revolutie’. En wat zegt Trotski’s theorie van de permanente revolutie? Ten eerste dat in een (semi-)koloniaal land de strijd voor de nationaal-democratische revolutie ononderbroken moet uitmonden in een socialistische revolutie omdat alleen zo de verworvenheden kunnen worden geconsolideerd. Chavez komt blijkbaar ook tot die conclusie. De tweede stelling van de permanente revolutie is dat een revolutie slechts kan overwinnen als ze zich internationaal verspreidt. Socialisme omringd door kapitalisme zal vroeg of laat bezwijken onder de druk, socialisten moeten dus actief werken aan uitbreiding naar andere landen. Chavez heeft gezegd dat Trotski gelijk had tegenover Stalin toen hij beweerde dat de revolutie niet kan overleven in een geïsoleerd land. Al ontelbare keren heeft hij opgeroepen om de Bolivariaanse revolutie in heel Latijns-Amerika te verspreiden. Bij zijn recent bezoek aan India werd hij in diverse steden onthaald door massabetogingen van arbeiders en stedelijke armen. En telkens verkondigde hij in zijn toespraak dat het de taak is van Afrika, Azië en Latijns-Amerika om het socialisme van de 21ste eeuw uit te vinden. Dit zijn onmiskenbaar aanzetten tot wereldrevolutie.
De nationaal-democratische revolutie moet benaderd worden zoals Lenin dit deed: onvoorwaardelijke steun geven aan de revolutie, benadrukken welke belangrijke stappen voorwaarts gezet worden, uitleggen dat de revolutie verder moet gaan om te winnen en kritieken op zo’n manier formuleren dat de massa er oor naar heeft. Geen schrille veroordelingen van ‘de bourgeois Chavez’, maar geduldig uitleggen hoe de revolutie kan overwinnen door het marxistisch programma. Extreem-linkse veroordelingen van de persoon die in de ogen van de massa de revolutie leidt, kunnen enkel maar resulteren in het isolement van de marxisten. Telkens als Chavez een cruciale uitspraak doet (“bezet de gesloten bedrijven”, “revolutie in de revolutie” enz.) dan drukken wij dit in ons Venezolaans blad, verspreiden het en voeren daar campagne rond. Zo werk je mee aan het bewustwordingsproces van de arbeiders en boeren.
Dat was de methode van Lenin. En fundamenteel in heel die benadering is de opbouw van een marxistische organisatie in Venezuela zelf. De Corriente Marxista Revolucionaria (CMR), onze Venezolaanse zusterorganisatie, speelt een beslissende rol. Dat was overduidelijk bij het conflict in de fabriek Venepal. Vanaf het begin, in 2003, zijn onze kameraden daar tussengekomen met twee centrale ideeën: 1) vraag aan Chavez de nationalisatie van de fabriek onder arbeiderscontrole 2) stel voor dat de fabriek gebruikt wordt voor de Bolivariaanse beweging: door papier te produceren voor de grootscheepse alfabetiseringscampagnes en voor de Bolivariaanse universiteit, door de leegstaande gebouwen en het sportcomplex op het fabrieksterrein ter beschikking te stellen van de wijken enzovoort. De CMR waren de enige die deze eisen naar voren schoven, maar in deze situatie zagen de arbeiders dat het de correcte weg vooruit was, voor henzelf én de revolutie. De CMR stelde vervolgens voor om deze campagne binnen de linkse vakbond UNT te voeren, ze nationaal te ondersteunen met mobilisaties en internationaal door bekendmaking in de arbeidersbeweging. Via de campagne ‘Handen af van Venezuela’ kwam bijvoorbeeld in België de socialistische overheidsvakbond ACOD Limburg op de hoogte van deze strijd en ze schonken zomaar even 800 euro aan solidariteit! Toen de regering onder druk van de arbeiders uiteindelijk het bedrijf nationaliseerde onder arbeiderscontrole, werden de marxisten van de CMR door veel arbeiders gefeliciteerd met ‘hun’ overwinning.
Binnen de linkerzijde bestaat veel discussie over tactieken en strategieën naar een rechtvaardige maatschappij. Verschillende organisaties hebben verschillende ideeën. In een revolutionaire situatie, wanneer alle maatschappelijke tegenstellingen naar een hoogtepunt gaan, wordt duidelijk welke ideeën en methodes correct zijn. Voor veel linksen lijkt die ideeënstrijd vaak triviaal. “Waarom kunnen alle linksen niet gewoon samenwerken?”, krijgen wij regelmatig te horen. Vonk is grote voorstander van eenheid in actie tegen de rechterzijde. Zoals de oude Russische revolutionair Plekhanov graag zei: “Marcheer gescheiden, maar sla samen toe.” Werk goed samen tegen de gemeenschappelijke vijand, maar hou je politieke onafhankelijkheid. Tijdens een revolutie worden de verschillende ideeën getest. De overwinning bij Venepal is een concreet voorbeeld. Voor de reformisten (de sociaal-democratie, de NGO’s enz.) is socialisme in Venezuela natuurlijk niet aan de orde. Voor de stalinisten evenmin want voor hen moet Venezuela eerst de nationaal-democratische taken consolideren en de socialistische revolutie is iets voor de verre toekomst (de twee-stadia-theorie van Stalin). Het is opvallend hoe de artikels van de stalinisten Chavez bejubelen maar nergens zeggen dat Venezuela richting socialisme moet gaan als ze de huidige verworvenheden willen consolideren. En dan zijn er nog de extreem-linksen voor wie Chavez een bourgeois en dus een verrader is. Meestal gaat het hier om anarchisten of zogezegde trotskisten. Deze laatsten stelden bijvoorbeeld dat Chavez nooit een fabriek zou nationaliseren onder arbeiderscontrole en dat de CMR dus naïef was. De feiten hebben deze visie weerlegd. De CMR heeft de situatie juist ingeschat en op een correcte manier Venezuela een stap dichter bij het socialisme gebracht. Een juiste analyse en een juiste benadering maken dat een revolutionaire organisatie toekomstige ontwikkelingen kan anticiperen en haar krachten kan oriënteren om de uitkomst van de klassenstrijd mee te bepalen in het voordeel van de verdrukten.
Van woorden naar daden
“We moeten het socialisme opnieuw uitvinden. Het kan niet het soort socialisme zijn dat we in de Sovjetunie zagen”, sprak Chavez in Porto Alegre. Hij heeft er al enkele keren op gewezen dat hij niet de stalinistische verdraaiing van het socialisme verlangt, maar terug wil gaan naar de originele ideeën van Marx en Engels. Daarbij benadrukte hij in zijn programma Alo Presidente dat socialisme gebaseerd moet zijn op revolutionaire democratie. “De stedelijke comités voor landhervorming, de kernen van endogene groei, het programma ‘de wijk in’, het behuizingprogramma enzovoort zijn allemaal middelen om het socialisme te bouwen.” Reeds verscheidene keren stelde Chavez dat de enige manier om armoede te beëindigen is “de macht aan de armen geven”.
Die ideeën moeten nu verder geconcretiseerd worden. De kapitalisten en grootgrondbezitters moeten onteigend worden, de industrie en grond genationaliseerd en onder arbeiderscontrole. In een gezonde arbeidersstaat is er democratie nodig, niet de pseudo-democratie die we nu kennen maar een nieuwe, socialistische democratie waarin iedereen meebeslist. Laat het systeem van de Russische sovjets (raden) in 1917 een leidraad zijn. Gezond socialisme moet zich baseren op democratische structuren van arbeiders en boeren, met name arbeiderscomités in de fabrieken en de stedelijke wijken, comités van boeren in de dorpen en op de landerijen, en soldatencomités in de kazernes. Verkozenen op alle niveaus moeten permanent afzetbaar zijn door de meerderheid en mogen niet meer verdienen dan een geschoolde arbeider, dit om te vermijden dat er bureaucratische ontsporingen ontstaan.
Chavez heeft het startschot gegeven, nu moet het debat in heel de Bolivariaanse beweging geopend worden. De CMR en onze internationale stroming rond Marxist.com zullen daaraan actief deelnemen. Op basis van dit debat kan de Bolivariaanse beweging zichzelf voorzien van de noodzakelijke revolutionaire kaders die richting kunnen geven in de beslissende krachtmetingen met de heersende klasse. Elke revolutionair dient de ervaring van Venezuela van dichtbij te bestuderen en daar de nodige conclusies uit te trekken.
Vandaag lijkt de wereld naar de afgrond te stormen. Als het socialisme wint in Venezuela, dan zou heel die wereldsituatie keren. In Latijns-Amerika zijn de massa’s onrustig en hun ogen zijn gericht naar de gebeurtenissen in Venezuela. We hebben alleen die ene druppel nodig om de emmer te doen overlopen. Laten we die druppel uit de kraan persen.
Wil je meewerken aan onze campagne ‘Handen af van Venezuela’? Contacteer ons dan via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of op het nummer 03/295.58.19.