Tijdens de afgelopen weken stak in Ecuador de massabeweging opnieuw de kop op. Vorig jaar nog werd president Lucio Gutierrez – die nochtans zelf aan de macht was gekomen als resultaat van een revolutionaire opstand – door een massabeweging de laan uitgestuurd nadat hij zijn achterban totaal verraden had om zoete broodjes te bakken met het Amerikaanse imperialisme. De toenmalige vice-president, Alfredo Palacio, volgde hem, maar wordt in toenemende mate geconfronteerd met dezelfde situatie.
De aanleiding tot de huidige golf van protesten is de vrijhandelszone die Palacio onderhandelt met de VS. Daardoor zouden Amerikaanse multinationals enerzijds nog beter de rijkdommen van Ecuador kunnen wegroven en anderzijds de Ecuadoraanse markt voor hun producten kunnen inpalmen. Onder andere de arme boeren, waaronder veel inheemsen (de oorspronkelijke bevolking van Amerika), zullen daar zwaar onder lijden. Vandaar dat ze met hun organisatie CONAIE de afgelopen weken wegen hebben geblokkeerd en naar de hoofdstad Quito zijn gemarcheerd, net zoals tijdens de opstand van januari 2000 en net zoals de afgelopen jaren regelmatig gebeurde in Bolivia. Het doel was om de onderhandelingen over de vrijhandelszone tegen te houden en de regering te dwingen tot een referendum daarover.
De kritiek op de regering leeft niet alleen onder de boeren. In Quito botsten studenten met de politie toen ze hun solidariteit betuigden. En eigenlijk werd het startschot voor de mobilisaties gegeven op 8 maart toen de vakbonden een 24-urenstaking organiseerden met de steun van de sociale bewegingen en de scholieren. In bepaalde regio’s werd het conflict zeer bitter omdat de oliearbeiders hun ‘plants’ platgooiden. Ze eisen betaling van hun lonen, die in bepaalde gevallen al vier maanden niet zijn uitbetaald!
Het antwoord van de regering was repressie. In vijf provincies werd de staat van beleg afgekondigd zodat het leger hard kan optreden tegen de beweging en haar leiders. Daarom beslisten ze vorige week om zich tijdelijk terug te trekken, in afwachting van een nieuw actieplan “dat veel radicaler zal zijn” volgens de vice-voorzitter van CONAIE.
In een wanhopige poging om de aandacht af te leiden, beweerden woordvoerders van de regering dat de Venezolaanse president Hugo Chavez achter de mobilisaties zit en ze financiert. Chavez antwoordde daar op: “Het is niet de Venezolaanse regering die de protesten veroorzaakt Het is het bewustzijn van mensen die besloten hebben om te leven en vrij te zijn.” Protesten en stakingen worden inderdaad door reactionairen maar al te graag op zogenaamde agitatoren afgeschoven die zogezegd de mensen manipuleren. De massa in Ecuador, net zoals in elk ander Latijns-Amerikaans land, ziet zeker en vast op naar de revolutie in Venezuela als een voorbeeld. Zij zouden ook graag willen dat olie-inkomsten gebruikt worden voor het volk. Maar het zijn niet gewoon de ontwikkelingen in Venezuela die de oorzaak zijn van het opborrelende verzet in Ecuador. De echte oorzaak is de uitbuiting en miserie in Ecuador zelf.
Bezoek aan de ambassade
In België brachten vandaag een vijftiental vertegenwoordigers van organisaties een bezoek aan de Ecuadoraanse ambassade. De oproep daarvoor ging uit van drie organisaties van in België verblijvende Ecuadorianen: El Grupo Social-Cultural, ASERB en een delegatie die de indianenbeweging vertegenwoordigt. Verder kreeg de actie steun van De Algemene Centrale (ABVV), de campagne Handen Af van Venezuela en Broederlijk Delen.
De ambassade was nogal zenuwachtig in het begin. Ze kwamen drie keer vragen om "naar binnen te komen en daar toch niet op het voetpad buiten te blijven staan". Nochtans kwam de ambassadeur zelf niet opdagen maar liet zich vertegenwoordigen door iemand van het ambassadepersoneel. De aanwezigen stelden dat duidelijk niet op prijs: "Als de ambassadeur zich niet kan vrijmaken voor deze afspraak dan is dat zijn verantwoordelijkheid". "Wij zijn als vertegenwoordigers van enkele organisaties vragende partij voor een gesprek, we hadden ook een actie met 500 man voor de ambassade kunnen organiseren. Maar we stellen vast dat de ambassadeur deze uitnodiging tot gesprek afslaat."
De aanwezigen overhandigden een brief waarin ze hun bezorgdheid uitten over de manier waarop de Ecuadoraanse regering omgaat met de protesten tegen het vrijhandelsakkoord. Ze reageerden vooral tegen het uitroepen van de noodtoestand en de repressie die dat met zich meebracht. De ambassade verdedigde zich door te stellen dat de noodtoestand voorzien wordt in de Grondwet en dus niet illegaal is. De aanwezigen reageerden daarop dat het misschien niet illegaal is, maar wel fundamenteel ondemocratisch. De ambassade stelde ook dat de situatie niet overdreven moet worden: er zijn nog geen doden gevallen en er waren geen schendingen van de mensenrechten. De vertegenwoordigers van de indianenbeweging gingen hier tegenin: zij vertelden over gewonden die in de gevangenis aan hun lot werden overgelaten, over arbitraire arrestaties enzovoort. Uiteindelijk beloofde de ambassade de brief en de bezorgdheid van de aanwezigen over te maken aan de regering in Quito.