Dit is een licht ingekorte versie van het artikel dat verscheen op de website van onze zusterorganisatie in Venezuela, de Corriente Marxista Revolucionaria (CMR), geschreven door Yonie Moreno en William Sanabria. De originele versie in het Spaans is hier te lezen: ¿A qué responde la nueva ofensiva contra la revolución venezolana y cómo derrotarla?
De beslissing om de licentie van het privé-televisiestation RCTV in Venezuela niet te hernieuwen, is de springplank voor een destabilisatiecampagne en mogelijk een nieuwe staatsgreep. Waartoe ze bij de verkiezingen van 3 december niet in staat waren, denken ze nu wel te kunnen.
Ondanks alle geroep over ‘vrije meningsuiting’ is het echte doel van de oligarchie in Venezuela een toestand te creëren van chaos, geweld en verwarring, in het geheim hopend op een of ander dodelijk slachtoffer tijdens een betoging. Dit zou hen dan de mogelijkheid geven een gunstig internationaal klimaat te scheppen voor een vernieuwd offensief tegen de Venezolaanse revolutie, wat kan leiden tot een militaire staatsgreep, de moord op Chavez of een imperialistische tussenkomst. De Venezolaanse kapitalisten en hun internationale handlangers zijn in groeiende mate verontrust over de vooruitgang van de Bolivariaanse Revolutie en haar internationale repercussies. De recente nationalisaties van de grootste telefoonmaatschappij CANTV en het elektrisch nutsbedrijf EDC (hoewel die nationalisaties werden uitgevoerd met compensaties), de dreigende nationalisatie van de grote staalgigant Sidor en de banksector (lees in het Engels Alan Woods’ artikel Venezuelan nationalisations - What do they mean for socialists?), het voorstel van Chavez om ‘socialistische ondernemingen’ op te richten en de vorming van een nieuwe Verenigde Socialistische Partij van Venezuela (PSUV) zijn duidelijke tekenen (ondanks deze of andere tegenstellingen) van de wil van het Venezolaanse volk en van president Hugo Chavez om een linksere politieke koers te varen.
De contrarevolutie combineert alle strijdvormen (economische sabotage, nationale en internationale mediacampagnes, destabilisaties). In het geval van RCTV heeft ze beslist een stap verder te gaan teneinde het terrein te testen met straatmobilisaties. Hun manier van werken is overduidelijk: ’s nachts richten ze brandende barricaden op en schoppen ze rel, vooral dan in de wijken van de middenklasse en de burgerij van Caracas. Tijdens de dag houden ze zogenaamde ‘vreedzame betogingen’, voornamelijk samengesteld uit studenten van privé- en elitaire openbare universiteiten. Georganiseerde contrarevolutionaire elementen (paramilitairen, CIA-agenten, betaalde huurlingen van het imperialisme) zijn actief in al deze betogingen met het gooien van stenen, Molotov-cocktails en zelfs met het afvuren van kogels (kijk bijvoorbeeld naar de video van de betoging buiten de gebouwen van CONATEL, het nationale telecombestuur op zondagavond 27 mei). Deze rellen zijn uiteraard helemaal niet ‘spontaan’ maar integendeel zeer goed gecoördineerd, aangemoedigd, beschermd en georganiseerd door de oppositie, die gebruik maakt van alle machtsniveaus die ze nog onder controle hebben (vooral de gemeentebesturen in het oosten van Caracas).
Ondanks het feit dat de contrarevolutie gebruik maakt van studenten – een groep die niet gedemoraliseerd is door de vorige nederlagen van de oppositie – is hun getalsterkte niet groot, ten hoogste 10.000 op hun grootste betoging tot nu toe. Wat de media in ons eigen land en wereldwijd niet tonen, is de dat de omvang van de betogingen van de ‘chavistas’ die de regeringsbeslissing omtrent RCTV steunen veel groter is, zelfs onder de studenten. Heeft iemand in de internationale media de beelden gezien van de 30.000-koppige betoging van Bolivariaanse studenten? (zie hier de videobeelden)
De situatie toont duidelijk dat de argumenten van de reformisten (“indien we de productiemiddelen aanraken dan hebben ze een uitvlucht om ons aan te vallen”) volledig vals is. Het imperialisme heeft geen excuses of uitvluchten nodig. Indien ze er geen voorhanden hebben, vinden ze er wel uit. De maatregel die erin bestaat de licentie van RCTV niet te vernieuwen, is volledig wettelijk en treft niet eens de andere privé-zenders die achter de staatsgreep in 2002 stonden, zoals Globovision en Venevision. Niettemin hebben ze een campagne zonder weerga gelanceerd voor de ‘verdediging van de vrije meningsuiting’.
De krachtsverhoudingen zijn nog steeds enorm ten voordele van de revolutie, zoals de massale verkiezingsoverwinning op 3 december heeft duidelijk gemaakt. Het was de grootste electorale overwinning sinds het begin van het revolutionaire proces. De massa’s drukten hun duidelijke wil uit om naar het socialisme te gaan en om eens en voor goed een einde te stellen aan het kapitalisme. Deze stemming overheerst nog steeds, zoals de massale aansluiting bij de Verenigde Socialistische Partij (de PSUV) aantoont. Met de aansluiting van 4,5 miljoen leden werden de meest optimistische voorspellingen gebroken. Indien deze kracht gemobiliseerd wordt rond duidelijke doelstellingen, dan kunnen we komaf maken met alle plannen van de contrarevolutionaire gangsters die nu herrie schoppen in de oostelijke wijken van de hoofdstad en wiens activiteiten extreem worden uitvergroot door de internationale media.
Revolutionair actieplan
Verwijzend naar de coup van 11 april 2002 en de revolutionaire opstand die deze versloeg op 13 april, waarschuwde Chavez op televisie dat “indien ze met een andere 11de komen dan zullen wij die beantwoorden met een andere 13de, en deze keer zal ik die leiden” (bekijk hier de video van Chavez’ toespraak). Dit gaat de juiste richting uit, maar daarvoor is een actieplan nodig dat de revolutionaire krachten mobiliseert en voorbereidt. Het is voor de revolutionaire beweging niet voldoende om gewoon de steun te hebben van de meerderheid van de bevolking. Deze steun dient ook georganiseerd en gemobiliseerd te worden op een stoutmoedige manier. We mogen het initiatief niet overlaten aan de contrarevolutie.
Reeds voor 27 mei (de dag dat de licentie van RCTV afliep) organiseerden enkele basisorganisaties van de revolutionaire beweging een aantal acties, zoals de betoging aan het gebouw van Globovisión en de bezetting van het hoofdkwartier van de patronale organisatie Fedecamaras. Deze acties waren onderdeel van het plan ‘Oligarcas Temblad’ (Beef Oligarchen), een campagne van het Nationaal Boerenfront Ezequiel Zamora (FNCEZ), het Simon Bolivar Coördinatiecomité, het Alexis Vive Collectief en andere. Tijdens de bezetting van Fedecamaras was de slogan van het FNCEZ: “Als ze ons voedsel afnemen, dan zullen wij hun fabrieken nemen!” (je kan hier een Spaans verslag lezen met foto’s en een interview met FNCEZ-leider Simon Uzcategui). De ernst van de situatie in Venezuela bleek duidelijk uit het feit dat twee leiders van het Simon Bolivar Coördinatiecomité enkele dagen geleden werden neergeschoten toen ze naar huis keerden. Carolina Azueje en Carlos Tovar hadden deelgenomen aan de acties tegen Globovisión en Fedecamaras, waarbij Globovisión hen uitkoos om herhaaldelijk in beeld te brengen tijdens nieuwsverslagen over de acties.
Enkele leiders van de vakbond UNT, in het bijzonder van de linkse vleugel CCURA, hebben verklaard dat bij eender welke poging om de economie te saboteren ze de arbeiders zullen organiseren om de fabrieken te bezetten. In Aragua (waar de arbeidersklasse twee weken geleden haar spieren liet zien met een regionale staking ter ondersteuning van de arbeiders van Sanitarios Maracay) heeft de UNT een gedetailleerd plan opgesteld met een lijst van bedrijven die ze zullen overnemen als de bazen overgaan tot een lock-out. Bij de staalfabriek SIDOR, in Argentijnse handen, hebben de arbeiders gelijkaardige verklaringen afgelegd en hebben ze gewaarschuwd dat ze de Venezolaanse vlag zullen hijsen op de fabriek (m.a.w. de installaties overnemen) als de productie wordt stilgelegd. Tijdens de afgelopen dagen is het werk al tot een halt gekomen in bepaalde fabrieken van POLAR, het voedings- en drankmonopolie, en arbeiders worden ‘aangemoedigd’ om betogingen van de oppositie bij te wonen.
De Revolutionair Marxistische Stroming (CMR) roept op voor een actieplan zodat de UNT, het FNCEZ, het Revolutionaire Front van Bezette Bedrijven (FRETECO) en andere revolutionaire organisaties zich in de voorhoede van de strijd tegen de contrarevolutie plaatsen (je kan hier het volledige voorstel in het Spaans lezen. Ze stellen voor om massabijeenkomsten te houden op de werkvloer en daar resoluties te stemmen die de regeringsmaatregel omtrent RCTV ondersteunen en om concrete acties te ondernemen. Overal waar mogelijk zouden arbeiders de fabrieken moeten bezetten en hen onder arbeiderscontrole besturen als voorzorgsmaatregel. Op andere plaatsen dienen elementen van arbeiderscontrole en waakzaamheid ingericht te worden om de economische sabotage te voorkomen.
Dit plan van bedrijfsbezettingen zou moeten starten in de landbouwindustrie, die reeds hard is getroffen door sabotage (lees Price regulation, food scarcity, speculation and socialism). Het FNCEZ heeft al aangegeven dat ze bereid zijn tot zulke acties en heeft aan Freteco hulp en advies gevraagd. Een goed voorbeeld van die sabotage zagen we vorig jaar toen 5.000 hectare suikerriet niet geoogst werden omdat de suikerbedrijven weigerden de oogst op te kopen, ondanks het suikertekort op de markt. Dit cijfer kan mogelijk stijgen tot 15.000 hectare.
Als onderdeel van een actieplan kunnen arbeiders in elke werkplaats arbeidersraden oprichten en deze dan verbinden met de reeds bestaande gemeenschapsraden in de wijken. Die kunnen dienen om weerwerk te bieden aan de contrarevolutie maar ook als embryo van het nieuwe staatsapparaat dat de revolutie nodig heeft voor de opbouw van socialisme. De strijd tegen de contrarevolutie moet overgaan tot een beslissende nederlaag voor de kapitalistische staat en overgaan tot de nationalisatie onder democratische arbeiderscontrole van de economische sleutelsectoren (financiewezen, grote industrie en gronden). Bovendien stelt de CMR voor om bijeenkomsten van PSUV-leden samen te roepen op elke werkvloer en in elke wijk, om hen te organiseren in ‘socialistische bataljons’ (verwijzend naar de ‘verkiezingsbataljons’). Zo kunnen ze op een georganiseerde manier deelnemen aan het actieplan. Dit is de beste manier om de kaders van de nieuwe partij te harden en de meest capabele basisleiders te herkennen.
Een van de eerste noodzakelijke stappen is het identificeren van de contrarevolutionaire elementen, paramilitair crapuul en CIA-agenten die handelen onder de dekmantel van de oppositiebetogingen. Van sommigen zijn hun bezigheden reeds publiek gekend. Laten we aan de Bolivariaanse regering vragen om hen te arresteren en het land uit te zetten. Zo kunnen we de ware aard van die protesten ontmaskeren en de internationale mediacampagne van het imperialisme ondermijnen.
Voorts is er de kwestie van het leger. Het idee dat het leger onder controle is en loyaal staat tegenover de revolutie, kan fataal zijn. In alle revoluties dringt de revolutionaire stemming van de massa’s het leger binnen, onder de soldaten en de lagere officieren. De hogere regionen van het leger staan meestal echter aan de kant van de contrarevolutie. Wanneer de revolutie vooruit gaat, blijven deze reactionairen verborgen en stil, wachtend op het juiste moment. We mogen niet vergeten dat generaal Pinochet zowel publiek als binnenskamers beloofde loyaal te zijn aan de regering van Allende, tot op het moment zelf van de coup die de Chileense Revolutie in 1973 verpletterde.
Het is waar dat de nederlagen van de contrarevolutie in zekere mate het Venezolaanse leger hebben gezuiverd, maar nooit volledig. De oligarchie heeft nog steeds veel troeven in handen (politiek, economisch, ideologisch) om deze groepen aan hun kant te krijgen. Om de revolutie militair te verdedigen tegen interne en externe vijanden is het bijgevolg noodzakelijk enerzijds volledige democratische rechten in het leger te introduceren. Revolutionaire soldaten en officieren zouden het recht moeten hebben om over politiek te discussiëren en zich politiek te organiseren, om massabijeenkomsten te houden enzovoort. Zo kunnen ze waakzaam blijven. Anderzijds is het noodzakelijk het volk te bewapenen. De uitbreiding van de reservetroepen, de creatie van ‘Territoriale Wachten’ enzovoort zijn belangrijke stappen in deze richting. De situatie verlangt echter dat er ook reservetroepen van arbeiders en territoriale wachten van arbeiders gevormd worden, die voortkomen uit en verantwoording verplicht zijn aan de algemene vergaderingen van arbeiders in de fabrieken en hun arbeidersraden.
Bovenal zou het de grootste vergissing zijn om een toegevende houding te hebben, om te denken dat aangezien we in de meerderheid zijn, aangezien we het recht aan onze kant hebben, aangezien we de verkiezingen hebben gewonnen, dat daardoor alles wel los zal lopen. Een revolutie kan niet halfweg stoppen. De enige manier om de revolutie te consolideren is door de onteigening van de productiemiddelen en de vervanging van het huidige staatsapparaat door een systeem van arbeidersdemocratie. Indien de revolutie deze taken op zich neemt dan zal ze als een vloedgolf over Latijns-Amerika spoelen en een referentiepunt worden voor de arbeidersklasse in heel de wereld. Dit is de taak die aan de Venezolaanse revolutionaire jongeren, arbeiders en boeren wordt gesteld.
P.S.: Op het moment van publicatie hebben 600 vertegenwoordigers van revolutionaire organisaties onder leiding van de UNT-CCURA, FNCEZ, Freteco, CMR en andere, een nationaal netwerk van sociale organisaties uit de grond gestampt om te mobiliseren tegen de contrarevolutionaire dreiging. Dit plan houdt ook bedrijfsbezettingen tegen de sabotage in. Voor meer details kan je hier terecht voor een Spaans verslag.