De revolutie in Venezuela blijft overeind ondanks aanhoudende economische sabotage en destabilisering. De regering van Maduro en het Venezolaanse volk vechten terug. Regelmatig ontdekt de Guardia Nacional Bolivariana geheime opslagplaatsen met tonnen basisbenodigdheden. Het blijft echter dweilen met de kraan open zolang er geen structurele maatregelen - zoals de onteigening van oligarchen - worden genomen. De regering van president Maduro kiest echter voor dialoog met diezelfde bedrijfsleiders die de economie en de revolutie ondermijnen. Dit zorgt op zijn beurt voor hevige discussie en kritiek bij de Chavistische achterban. Ondanks toegevingen van de regering aan de eisen van de bedrijfsleiders volharden ze in het destabiliseren van het land. De revolutie staat weer voor een kruispunt. Ofwel onteigent ze de oligarchen, ofwel ondermijnt ze zichzelf door het kapitalisme vrij spel te geven.
De dialoog met de bourgeoisie en rechts
De imperialistische Venezolaanse burgerij en haar politieke arm zijn gegroepeerd in de rechtse politieke partijen van de MUD (Mesa de la Unidad Democrática, Tafel van de Democratische Eenheid). Nog voordat Hugo Chávez aan de macht kwam beschouwden ze hem reeds als hun klassenvijand, de bevelhebber en leider van de staatsgreep van 4 februari 1992. Sindsdien voeren ze een politieke, economische campagne, ook via de media, om het volk te bedriegen en het revolutionaire proces in het land te saboteren.
We mogen niet vergeten dat dezelfde bourgeoisie en rechterzijde die nu met president Maduro aan de “tafel van economische vrede” zitten, diegenen waren die de staatsgreep steunden waardoor president Chávez tijdelijk afgezet werd. De zelfbeëdiging van dictator Carmona Estanga werd door hen goedgekeurd en ondertekend. Bovendien is de burgerij ook mede verantwoordelijk voor de patronale lock-out in olie- en andere industrieën. Zo werd de economische groei, die het resultaat was van de hernationalisering van de nationale oliemaatschappij (PDVSA), vernietigd.
Dezelfde bourgeoisie sponsorde ook keer op keer rechtse politici om via electorale weg de revolutie een halt toe te roepen. Vergeet niet dat de kamers van koophandel zoals VENAMCHAM en FEDECAMARAS, waar de volledige oligarchie van het land bij aangesloten is, kapitaalvlucht bevorderden. Daardoor heeft de overhield weinig middelen om te herinvesteren in economische ontwikkeling, werkgelegenheid en betere levenskwaliteit voor het Venezolaanse volk.
Het zijn ongetwijfeld bankiers, grootgrondbezitters en de burgerij, die de gewelddadige opstanden (guarimbas), paramilitairen, terreurdaden en gerichte moorden op politieke leiders zoals Eliecer Otaiza, Robert Serra, en anderen financieren. Bovendien hebben zij ook ongestraft honderden boeren, inboorlingen, vakbondsafgevaardigden en leiders van sociale bewegingen laten verdwijnen of vermoordden.
Aan dezelfde contrarevolutionaire bourgeoisie, die al honderden keren getracht heeft de regering omver te werpen, wordt nu gevraagd van de ene op de andere dag een rol ten voordele van de revolutie en het volk te spelen. Dit is niet het moment om naïef te zijn! Nu de ontevredenheid binnen het Chavistische kamp blijft groeien, mogen we niet passief toekijken terwijl de burgerij de verwezenlijkingen van het volk en de Bolivariaanse revolutie blijft vernietigen.
Lessen uit de geschiedenis
De geschiedenis toont dat een revolutionair proces waarin de socialistische taken niet voltooid worden, bloedig verpletterd wordt door reactionaire, fascistische bewegingen. Dit was het geval in Spanje (Tweede Spaanse Republiek), Chili, etc. Ook in Italië, Duitsland, Latijns-Amerika, Azië en Afrika werden revoluties gedwarsboomd door het fascisme.
Alle sociale projecten en het algemene staatsbudget worden bekostigd met de inkomsten van PDVSA. Een blokkade tegen Venezuela zou als resultaat hebben dat negentig procent van de inkomsten van de staat van de ene dag op de andere verdwijnen. Als gevolg zou Venezuela failliet gaan. Bovendien zijn zo goed als alle hefbomen van de economie in handen van de oligarchie (banken, industrie en grootgrondbezit). In zo’n geval zouden al deze ondernemers vertrekken, het land achterlatend in diepe ellende en zonder bron van inkomsten die de nationale economie zou kunnen reactiveren.
De oligarchie (grote ondernemingen, transnationale en nationale monopolies, alle particuliere banken waarvan het kapitaal vooral transnationaal is en de grootgrondbezitters) heeft nog steeds de macht in Venezuela. Dat is reeds zo van vóór de onafhankelijkheid van het land. Het zijn de sectoren die de economische macht in handen hebben. Daardoor hebben ze toegang tot privileges die ze enkel kunnen behouden door de uitbuiting van werkende mensen.