Het was duidelijk dat de Venezolaanse presidentsverkiezingen een belangrijk moment zouden worden. De verkiezingen waren, ondanks de deelname van 10 kandidaten, uiteindelijk een tweestrijd tussen zittend president Nicolás Maduro en zijn tegenstander Edmundo González Urrutia, die in feite een spreekbuis is van de uiterst rechtse gediskwalificeerde kandidaat María Corina Machado (MCM).
Er was een hoge opkomst bij de stembussen, die vooral ten gunste zou komen aan Gonzalez. Met het sluiten van de stembussen begon echter een proces van onregelmatigheden, willekeur en overheidsrepressie. Stemgerechtigden die het publieke controleproces wilden bijwonen, kregen te maken met intimidatie en geweld vanuit de politie en para-politie.
Oppositie-aanhangers maakten socialemediaposts van tellingsbladen van stemlokalen, waarbij duidelijk werd dat González op veel plekken gewonnen had, inclusief bij stemlokalen in de barrios (de volksbuurten waar voormalig president Hugo Chávez zijn basis had).
Tijdens de overdracht van de kiesresultaten naar de Nationale Kiesraad (CNE) vond er een onderbreking plaats, wat volgens de regering door een cyberaanval uit Noord-Macedonië kwam. Intussen waren verkiezingswaarnemers van de oppositie niet welkom in de telkamer van de CNE.
Uiteindelijk kwam de CNE rond 23.00 uur met de mededeling dat 80 procent van de tellingsbladen geteld was, om tot de uitslag te komen dat Maduro met 51 procent gewonnen had, tegenover 44 procent die door Edmundo González behaald werd, met een opkomst van 59 procent.
De volledige uitslag is intussen nog steeds niet bekendgemaakt, ondanks dat de regering-Maduro dat beloofd heeft. Gezien het grote verschil tussen de gedeeltelijke officiële uitslag en de op sociale media gedeelde tellingsbladen, met alle onregelmatigheden erbij opgeteld, is het geen verrassing dat deze verkiezingen door velen als frauduleus gezien worden.
Ondanks alles wat we vanuit de burgerlijke media hebben gehoord over Venezuela sinds het presidentschap van Hugo Chávez (1998-2013), is dit situatie zonder precedent. De verkiezingen die Chávez won, waren altijd eerlijk gewonnen. Ook de eerste verkiezing van Maduro in 2013 was duidelijk door hem gewonnen. Zelfs de verkiezing van 2018, die door imperialistische regeringen als oneerlijk werd bestempeld, was zonder fraude gewonnen, maar werd door de meeste oppositiepartijen geboycot.
Volkswoede
De onregelmatigheden hebben tot grote woede geleid in Venezuela. De dag na de verkiezingen begon met cacerolazos (protesten met potten en pannen) in arme en arbeidersbuurten in Caracas, zoals Petare, Catia en 23 de Enero. Deze verspreidden zich over het hele land. Er waren marsen, wegblokkades, plunderingen, en er vonden brandstichtingen bij gemeentehuizen plaats. Woede en frustratie die over jaren van economische crisis en sociale afbraak waren opgebouwd, kwamen in één keer tot uitbarsting.
Er is een kwalitatief verschil met de grote rellen in 2014 en 2017, de zogenaamde guarimbas. Deze vonden vooral plaats in de buurten van de hogere middenklasse en hadden een sterk politiek rechts karakter.
De huidige uitbarsting vond juist plaats onder de traditionele bastions van het chavismo, die verraden zijn door jaren van anti-arbeiderspolitiek van de regeringen-Maduro, die op misselijkmakende wijze de revolutionaire en socialistische retoriek van Chávez gebruikt hebben om een rechtse politiek te voeren.
De politiek van Maduro
Hugo Chávez leidde de Bolivariaanse revolutie, een revolutionair proces waarin we getuige waren van landhervormingen, de oprichting van communes, arbeiderscontrole, nationaliseringen, confrontaties met het imperialisme en discussies over de opbouw van socialisme.
Chávez maakte de revolutie echter nooit af. De sleutelsectoren van de Venezolaanse economie bleven in handen van het kapitaal en het oude burgerlijke staatsapparaat bleef intact. Toen Maduro het stokje overnam volgde een verschuiving naar rechts en een versterking van de bureaucratie van regeringspartij PSUV.
Sinds 2013 hebben we gezien dat er onteigende grond is teruggegeven aan grootgrondbezitters, dat initiatieven van arbeiderscontrole zijn verpletterd, dat er nieuwe privatiseringen hebben plaatsgevonden, en dat er aanval is uitgevoerd op collectieve onderhandelingen. Een hele reeks arbeiders- en vakbondsactivisten is gearresteerd.
Na jaren van een enorme expansie van de geldvoorraad, wat tot astronomische inflatie leidde (betaald door de werkende klasse), voert Maduro nu een hard monetaristisch beleid, dat eveneens betaald wordt door de werkende klasse.
Het repressieve staatsapparaat is versterkt. Er is sprake van wat we als marxisten een ‘bonapartistisch regime’ noemen, heerschappij door middel van het zwaard, waarbij gebalanceerd wordt tussen de klassen.
Maduro balanceert tussen een deel van de bourgeoisie (vooral degenen met banden met het Venezolaanse staatsapparaat en met betrekkingen met China en Rusland) en een basis onder de chavistische arbeiders. Het repressieve staatsapparaat wordt ingezet tegen zowel de pro-imperialistische rechterzijde, als tegen de oppositie vanuit de arbeidersbeweging en links.
Een hele reeks partijen, waaronder Tupamaros, UPV, PPT en de Communistische Partij van Venezuela (PCV) is slachtoffer geworden van politieke repressie. De staat maakt gebruik van agenten om partijen te splitsen en vervolgens de verkiezingsregistratie over te dragen aan de afsplitsers, die dan een pro-regimepartij vormen.
Maduro is de grafdelver van de Bolivariaanse Revolutie. Het is zijn anti-volkse en anti-arbeiderspolitiek die de naam van Chávez, de Bolivariaanse Revolutie en het socialisme door het slijk heeft gehaald en tot zo veel onvrede hebben geleid dat een groot deel van de voormalige basis van de PSUV nu bereid is om op elke andere persoon te stemmen.
De rechtse oppositie: van de regen in de drup
De tragedie van de situatie is dat de rechtse oppositie rond María Corina Machado het enige zichtbare alternatief in Venezuela is. Ze wordt in de burgerlijke media in het Westen voorgesteld als een liberale democraat, die de democratie zou herstellen en Venezuela terug zou brengen naar een welvarende democratie die het in een mythisch verleden was.
In werkelijkheid is zij een waanzinnige rechtse demagoog (van het slag Trump, Milei en Wilders) en een openlijke marionet van het Amerikaanse imperialisme, die al 26 jaar lang actief is in de rechtse oppositie. Ze is betrokken geweest bij couppogingen en terroristische aanvallen, heeft opgeroepen tot buitenlandse interventie, heeft imperialistische sancties (die de werkende klasse het hardst raken) toegejuicht, steunde de illegitieme “president” Guaidó, enz.
Haar programma is er een van privatiseringen van overheidsbedrijven en -activa. Ze wil van Venezuela opnieuw een betrouwbare olieleverancier maken voor het Amerikaanse en Europese imperialisme. Daarvoor wil ze tot een overeenkomst komen met het IMF, om leningen te krijgen in ruil voor privatiseringen en bezuinigingen.
Als zij (via haar spreekbuis González) aan de macht zou komen, betekent het dat we een situatie zoals in Argentinië kunnen verwachten: een enorm bezuinigings- en privatiseringsprogramma dat aan de werkende klasse wordt opgelegd. Het onvermijdelijke verzet vanuit de werkende klasse zal met harde repressie worden neergeslagen, waarbij gebruik zal worden gemaakt van hetzelfde staatsapparaat dat nu in handen van Maduro en co. is.
Dit zou een situatie betekenen waarin de Venezolaanse werkende bevolking van de regen in de drup belandt. Dat is tragisch, maar is de waarheid die gezegd moet worden.
Wat voeren de imperialisten in hun schild?
Maduro en de toplaag rond hem in het staatsapparaat hadden geen vertrouwen in de uitkomst van een transitieproces, zoals de Venezolaanse oppositie en imperialistische landen bepleitten. Dat is de reden dat ze zijn overgegaan tot het frauduleuze verkiezingsproces.
Inmiddels is het via repressie, waaronder duizenden arrestaties, gelukt om de betogers uit de volkswijken weer terug in het gareel te krijgen. Daarbij moet opgemerkt worden dat werkgeversorganisatie Fedecámaras en de rechtse oppositie ook afstand hebben genomen van de radicalere acties van de betogers. MCM en González hebben zich gericht op bijeenkomsten in middenklassenbuurten en een eigen telling op basis van 85% van de tellingsbladen, zoals waargenomen door oppositie-aanhangers.
Met hun eigen telling zijn ze uitgekomen op 67% voor González, tegen 30% voor Maduro. Ze gebruiken dit, samen met Washington, om druk te zetten op Maduro’s kliek om alsnog tot een “vreedzame transitie” te komen. De hoop voor hen is dat er een scheuring ontstaat binnen het kamp van Maduro, met een deel dat een transitie ondersteunt.
De imperialistische landen van Noord-Amerika en de EU, samen met een hele reeks Latijns-Amerikaanse landen, zetten nu druk op de Venezolaanse regering, in de naam van “democratie en mensenrechten”. Dit omvat regeringen die zelf geen moeite hebben om repressie in te zetten tegen betogers, om het demonstratierecht van pro-Palestijnse demonstranten in te perken, om economische deals te sluiten met de meest autoritaire regimes op de planeet, om regeringen van coupplegers te steunen (de Peruaanse regering van Dina Boluarte is zelf door een parlementaire coup aan de macht gekomen!), en om Israël te steunen in zijn slachting van Gaza. Alles om de belangen van de heersende klassen te dienen.
Dat er (in dit stadium) vooral druk wordt gezet om tot een “vreedzame transitie” te komen, en niet wordt overgegaan tot escalatie, heeft te maken met de instabiele situatie op wereldschaal. De imperialistische landen hebben al genoeg kopzorgen met Oekraïne, Palestina en Jemen, en kunnen er niet nog een extra brandpunt bij hebben. De gevolgen voor westerse multinationals in de Venezolaanse olie-industrie zijn onzeker, vooral wanneer Venezuela de mogelijkheid heeft tot steun vanuit Rusland en China. Daarnaast zal nieuwe onrust tot een nieuwe migratiegolf vanuit Venezuela leiden, iets wat de Amerikaanse heersende klasse ook zal proberen te voorkomen.
Ons standpunt
Als communisten verwerpen we uiteraard de hypocriete veroordeling en inmenging van de EU in de politiek van Venezuela. De Europese kapitalisten en hun regeringen hebben een lange traditie van steun aan autoritaire regimes en aan imperialistische oorlogsmissies. 'Onze' regeringen lopen voorop in het sluiten van ‘migratiedeals’ met autoritaire landen. In eigen land wordt het demonstratierecht van pro-Palestijnse demonstranten steeds meer ingeperkt, terwijl Israël gesteund wordt in zijn genocidale politiek tegen de Palestijnen.
Terwijl we de hypocrisie van onze regering aan de kaak stellen en ons verzetten tegen imperialistische inmenging, moeten we tegelijk de waarheid vertellen over wat er plaatsvindt, en niet de fraude en anti-arbeiderspolitiek van de regering-Maduro verdedigen. De beste geavanceerde werkers en jongeren hebben vragen over wat er nu plaatsvindt en wat de lessen zijn die we eruit kunnen trekken.
We moeten uitleggen dat men geen halve revolutie kan maken, dat het nodig is de sleutelsectoren van de economie te nationaliseren en het burgerlijke staatsapparaat te vervangen door een arbeidersstaat op basis van democratische raden/communes. De lessen van Venezuela zijn lessen voor de arbeidersbeweging in alle landen.
Onze kameraden in Venezuela waarschuwden voor de verkiezingen al dat er geen keuze was voor de werkende klasse, dat het voor de werkers een keuze was tussen langzame verstikking en onthoofding.
Ze zijn nu betrokken in de moeizame strijd om een revolutionair klassenalternatief op te bouwen, dat politiek losstaat van zowel de rechtse oppositie als het Maduro-kamp. Zoals ze zelf beschrijven wat hun doel is:
“In plaats van na te denken over kortere wegen moeten we ons concentreren op ons doel: het vergroten van de krachten van de arbeidersklasse en de armen. Dit impliceert het ondersteunen van de strijd voor het herstel van de vakbonden als instrumenten voor de verdediging van arbeidersbelangen, het bevorderen van revolutionaire studentenorganisaties, het aanmoedigen van de oprichting van strijdcomités voor kwaliteitsvolle openbare diensten in de wijken, samen met de vrouwenbeweging en de LHBT-gemeenschap strijden voor de verovering van rechten en tegen de offensieven van conservatieve en religieuze haat, en het aanmoedigen van de boerenstrijd tegen grote landgoederen en contractmoorden.
De beslissende factor in de hele situatie is echter precies de afwezigheid van een revolutionair leiderschap van de arbeidersklasse geweest. Om de bovengenoemde taken efficiënter te bevorderen is het noodzakelijk om een nieuwe revolutionaire communistische partij op te bouwen, met een sterk theoretisch fundament, die te allen tijde de klassenonafhankelijkheid verdedigt en klaar is om wortel te schieten binnen de arbeidersbeweging. De militanten van Lucha de Clases – de Venezolaanse afdeling van de Revolutionaire Communistische Internationale – werken onvermoeibaar om dit ambitieuze doel te bereiken.”
Terwijl zij in Venezuela strijden, moeten wij de strijd voeren in België, en bouwen aan een communistisch alternatief dat niet alleen de hypocrisie van onze heersende klasse aan de kaak stelt, maar ook hun heerschappij ten einde kan brengen.