Libanon is de bakermat van een van de vroegste beschavingen, waar Semitische handelssteden als Byblos, Beiroet, Sidon, Serpeta, en Tyre bloeiden. Dit was een gebied dat de Oude Grieken meer dan 2000 jaar geleden onder de naam Fenicië kenden. Hier werd ook het oudst gekende alfabet van 24 letters teruggevonden.

Het grootste gedeelte van zijn geschiedenis werd Libanon echter gedomineerd door buitenlandse heersers zoals de Assyriers, Babyloniërs, Armenen, Perzen, Grieken, Romeinen, Arabieren, Ottomanen (het Turkse rijk), Fransen, Syriërs en de meest recente bezetting van het zuidelijk deel door Israël de voorbije twintig jaar. Het werd veroverd door de Achaemenidendynastie van Perzië, dat Libanon organiseerde als een satrapie. Later werd het land ingelijfd in het rijk van Alexander De Grote, en opnieuw veroverd door het Romeinse Rijk in de eerste eeuw v.C. Het bleef Romeins tot de Arabische heerschappij onder het kalifaat. In de vroeg-christelijke periode sloop het christendom Fenicië binnen via buurland Galilea. Kort na de dood van Mohammed bracht de Arabische vooruitgang de islam binnen. In de Middeleeuwen werd Libanon gedurende de kruistochten bezet door christelijke huurtroepen. De christelijke controle over Jeruzalem werd geëlimineerd door Saladin in 1190. De kruisvaardersteden in Libanon en Syrië bleven echter tot laat in de 13de eeuw. Tot vlak voor de Franse bezetting was Libanon een deel van de Syrische provincie onder het Ottomaanse Rijk.

De wortels van het religieus conflict in de 19de eeuwse kolonisatie

Libanon heeft duidelijk een geschiedenis van verschillende invloeden en culturen. Maar het hedendaags religieus conflict stamt niet vanuit die oude geschiedenis. Het is ontstaan uit de 19de-eeuwse Europese kolonisatieperiode. De Europese machten buitten de spanningen tussen verschillende etnische en religieuze groepen uit, door de oude methode van ‘verdeel en heers’.

Een voorbeeld hiervan was het conflict in 1841 tussen de verarmde Druzen en de Maronieten (christenen) dat eindigde in een bloedbad van de christenen door de Druzen in Deir al Qamar. Vluchtelingen werden afgeslacht door Ottomaanse soldaten. Om hun overheersing te verzekeren, splitsten de Ottomanen Midden-Libanon op in een christelijk district en een Druzendistrict. Dit leidde tot een nieuwe burgeroorlog en de opstand van de Maronieten tegen de feodale klasse. Deze eindigde in 1858 met de omverwerping van het oude feodaal systeem. Nochtans maakte dit geen einde aan het sektarische karakter van Libanon omdat de opstand geen nationale burgerlijke revolutie was. Het diende enkel voor het vergroten van de macht van de stedelijke Maronieten die omsingeld waren door Druzendorpen.

In 1860 stuurde Napoleon III 7000 troepen richting Beiroet en bekrachtigde de verdeling. Ze legden de overheersing door de Druzen op, terwijl de Maronieten werden verdreven naar een district in de bergen, afgesneden van zowel Biqa als Beiroet. Later steunden de Fransen dan weer de Maronieten tegen de Druzen, terwijl de Britten de heerschappij van de Druzen steunden om voet aan wal te krijgen. Dit leidde tot een nieuw religieus conflict tussen Maronieten en Druzen. De Druzen kregen ook steun van het Ottomaanse regime en de Wali van Damascus in een poging om meer controle te verkrijgen over Libanon.

Wegens het instorten van het Ottomaanse regime na de Eerste Wereldoorlog overhandigde de Volkerenbond – die door Lenin een ‘dievenkeuken’ werd genoemd – vijf provincies aan Frankrijk als mandaatgebied. Die vijf provincies vormen het hedendaagse Libanon. Met deze overeenkomst was Libanon dus afgescheurd van Syrië. Syrië werd een ‘klasse A mandaat’. De rechten die Frankrijk hier kreeg, waren veel minder dan in Libanon met zijn status van ‘klasse B mandaat’.

De Franse overheersing veranderde de demografische verhoudingen in Libanon die gebaseerd waren op een fragiel evenwicht tussen de lokale krijgsheren. De Libanese grondwet, opgesteld in 1926, stipuleerde krachtsverhoudingen tussen de religieuze groepen ongeacht de reële omvang. De president moest een christen zijn (in de praktijk een Maroniet) en de Eerste Minister een Soennitische moslim. Op basis van de volkstelling in 1932 werden de parlementaire zetels verdeeld in een verhouding van 6 tegen 5 christenen/moslims. De grondwet gaf de president de vetomacht over alle wetten goedgekeurd door het parlement, om te verzekeren dat de virtuele verhouding van 6 tegen 5 niet zou veranderen indien er verschuivingen zouden zijn in de bevolkingsgroepen. Libanon werd in 1946 uiteindelijk een onafhankelijke staat, maar dezelfde politieke structuur bleef bestaan.

In de nadagen van de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 werd Libanon de thuishaven voor 110.000 Palestijnse vluchtelingen. Tegen 1960 vormden moslims de meerderheid van de bevolking, maar ze bleven wettelijk een minderheidsgroep. Dat leidde tot groeiend verzet van hun kant.

In 1958, tijdens de laatste maanden van het mandaat van president Camille Chamoun, brak een opstand uit die zich schaarde achter de radicale Egyptische president Nasser. De VS stuurde prompt 5000 US Marines naar Beiroet om het pro-imperialistische regime en de regering van voormalige generaal Fuad Chebab te ondersteunen.

Na de Arabisch-Israelische oorlog in 1967, arriveerden er nog meer Palestijnse vluchtelingen. Als gevolg van hun ‘Zwarte September’ in 1970 te Jordanië, hergroepeerden duizenden Palestijnse militieleden in Libanon. Vanuit het zuiden van Libanon richtten ze bases op om de Israëlische autoriteiten aan te vallen.

De Israëlische bezetting en de ontwikkeling van Hezbollah

Dit alles leidde tot de burgeroorlog in 1975 en later tot de inval van Israël in Libanon in 1982, die duurde tot 2000. Voordat Israël zich terugtrok, bleven Libanezen gevangen gehouden in de Khiam-gevangenis buiten elk wettelijk kader. En dit in wrede, onmenselijke omstandigheden, waar vernedering en foltering systematisch werden toegepast. Na de Israëlische terugtrekking, bestormden dorpelingen de gevangenis van Khiam en bevrijdden de 144 overgebleven gevangenen. Een bewijs van de afgrijselijk behandeling van deze gevangenen is de zaak van Sulayman. Hij was gearresteerd in september 1985. Een van zijn benen was geamputeerd als resultaat van een slechte medische behandeling na zijn arrestatie. Tijdens zijn ondervraging werd hij afgeranseld en kreeg hij elektrische schokken. Hij werd vastgehouden zonder enige beschuldiging of proces en dit tot zijn vrijlating in mei 2000 (volgens het Amnesty International).

Op 22 en 23 mei 2000 trok Israël zijn leger uiteindelijk terug en klapte het Zuid-Libanese Leger (een Israëlisch militieleger) in elkaar. Verschillende Libanezen vonden de dood onder vuur van het terugtrekkende leger en de militie. Informatie verzameld door Amnesty International – onder andere tijdens een commissiebezoek in Zuid-Libanon – toont aan dat tenminste vier incidenten verspreid over twee dagen plaatsvonden. Van over de grens openden Israëlische tanks rechtstreeks het vuur op Libanese burgers. Hierbij werden tenminste vier mensen gedood.

Eigenlijk was Israël verslagen en werd het gedwongen om Libanon te verlaten. Dit kwam door de guerrillaoorlog, geleid door Hezbollah. Zuid-Libanon was het Vietnam van Israël. In Israël was het thuisfront verdeeld. Israëlische burgers konden het grote verlies van Israëlische soldaten niet langer tolereren. En de burgers zagen ook dat Zuid-Libanon geen Israëlisch leger wou op zijn grondgebied. Door die Israëlische nederlaag werd de leider van Hezbollah, Hasan Nasrallah, de populairste leider van Libanon. Zonder de bedrieglijke grondwet en de praktische maatregelen opgelegd aan het Libanese volk zou Nasarallah, zelfs in een gedeeltelijk eerlijke verkiezing, Eerste Minister van Libanon geworden zijn, zoals Hamas verkozen werd in de Palestijnse regering.

In 2005 werd Syrië gedwongen om Libanon te verlaten. Sindsdien leidden de spanningen tussen de pro-Amerikaanse vleugel geleid door de groep rond Hariri (de vermoorde president) en de Toekomst Partij tot de verkiezingsoverwinning van Siniora en het aan de macht komen van de huidige regering. Deze regering beloofde vele hervormingen om de economische crisis in Libanon te overwinnen, maar faalde in haar opzet. Bijgevolg verwierf Hezbollah nog een grotere populariteit, wat de VS en Israël ertoe bracht tussen te komen in deze crisis. En dat is de echte oorzaak van deze oorlog.

Tijdschrift Vonk

Affiche NDLS 9 novembre page 001layout Vonk 325 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken