Het jaar 2018 begon met massaprotesten in Iran. Over het hele land zijn er protesten geweest van voornamelijk arbeiders en arme lagen van de bevolking. Dit is de eerste golf van protest sinds de zogenaamde Groene Beweging van 2009.
Hoewel de protesten in aantal niet zo groot zijn als die van 2009, zijn deze geografisch gezien wel meer wijdverbreid. Er is ook sprake van zeer radicale protesten. Hoewel ze begonnen met economische eisen (tegen werkloosheid, tegen prijsstijgingen), richten de protesten zich nu tegen de opperste leider Khamenei zelf en tegen het regime als geheel.
De eerste protesten, in de stad Mashhad op 28 december, werden georganiseerd en gesteund door de conservatieve vleugel van het regime, zoals de Imam van het vrijdaggebed in Mashhad, Ahmad Alamolhoda. Al snel richtten de demonstranten zich niet enkel tegen president Rouhani (waar de conservatieven van wilden profiteren), maar tegen het gehele regime.
De komende dagen verspreidden de protesten zich over het hele land, vooral ook naar regio's die traditioneel conservatief waren (Qom, Hamedan). Het zijn de arme lagen van de bevolking, de lagere middenklasse en een deel van de arbeidersklasse, die het niet meer pikken en nu in opstand zijn gekomen. Er is aanhoudend hoge werkloosheid, er zijn constant prijsstijgingen en tegelijk is het overduidelijk hoe de geestelijkheid over moraliteit predikt, maar zelf uiterst corrupt is en in weelde leeft. De beloftes van economische voorspoed na de 'Iran-deal' met de VS, zijn niet uitgekomen. In recentere dagen is er ook deelname geweest aan de protesten van studenten in Teheran en arbeiders uit de industriesteden rond Teheran.
De beweging is geradicaliseerd en de leuzen zijn steeds radicaler geworden. Er wordt opgeroepen tot een einde aan de Islamitische Republiek, opperste leider Khamenei wordt opgeroepen af te treden, hij wordt zelfs een moordenaar genoemd. Zeer dappere en tevens verboden leuzen. Ook wordt de corruptie van de geestelijken aan de kaak gesteld en worden er leuzen geroepen tegen de Iraanse inmenging in Syrië.
Verschillen en gelijkenissen met 2009
Dit is niet de eerste massabeweging in Iran die zich openlijk tegen het regime keert. In 2009 leidde fraude bij de presidentsverkiezingen tot een nieuwe termijn voor Ahmadinejad. De zogenaamde Groene Beweging begon als een protest van aanhangers van de hervormingsgezinde presidentskandidaat Mousavi, maar groeide uit tot een revolutionaire beweging die het hele politieke regime in twijfel stelde.
Deze beweging bestond toentertijd grotendeels uit studenten en jongeren uit de middenklasse. Er was steun vanuit de arbeidersklasse, maar de eisen waren vooral politiek-democratisch en niet economisch. De arbeidersklasse deed mee als een deel van de massa, maar er waren geen algemene stakingen en dergelijke. Hierin was er een verschil met bijvoorbeeld de latere revolutie in Egypte in 2011, waar Mubarak werd gedwongen op te stappen toen er niet enkel massademonstraties waren, maar ook nog eens de economie platgelegd werd door algemene stakingen.
In de huidige situatie zien we juist dat de protesten zijn begonnen aan de 'onderkant van de samenleving'. Een groot deel van deze armere lagen waren traditioneel zelfs de basis van de conservatieve factie van het regime. De aanhoudende situatie van armoede, werkloosheid en prijsstijgingen, terwijl de islamitische geestelijkheid in weelde leeft, heeft een tijdbom onder het regime geplaatst.
Een imperialistisch complot?
Binnen de linkerzijde is er nogal wat verwarring over de protesten in Iran, net zoals dit het geval was met de beweging van 2009. Vooral (ex-)stalinisten komen met het standpunt dat de protesten contrarevolutionair zijn (tegen een vermeend 'progressief' 'anti-imperialistisch' regime), en/of dat de VS, Israël en Saudi-Arabië erachter zitten in een imperialistisch complot. Deze staten, allen geleid door reactionaire 'hardliners', willen immers graag 'regime change' zien om hun rivaal Iran te verzwakken.
In de eerste plaats is het regime van de Islamitische Republiek Iran echter geenszins 'progressief' en 'anti-imperialistisch'. De Iraanse geestelijkheid kwam onder Khomeini aan de macht door de revolutie van 1979 te kapen en een islamitische contrarevolutie in gang te zetten. Om dit te legitimeren, heeft zij zich vanaf het begin moeten afzetten tegen de VS, die de afgezette Sjah steunde. Tegelijk heeft het regime ook vele malen meer communisten, linkse activisten en vakbondsleiders opgesloten en geëxecuteerd dan het regime van de Sjah.
Iran is zelf een kleine regionale imperialistische macht, die sinds de Amerikaanse inval in buurland Irak in 2003 aan regionale macht heeft gewonnen. Indien Iran echt 'anti-imperialistisch' was, had het zich verzet tegen de invasie van Irak. Integendeel, de heersende kliek is vooral blij geweest met mogelijkheden om haar macht uit te breiden. Dit baart de leiders van de VS, Israël en Saudi-Arabië inderdaad zorgen.
Is er dan ook sprake van een complot? In feite waren de eerste protesten georganiseerd door de conservatieve factie van hardliners van het regime zelf. Hier is inderdaad niets progressiefs aan, maar deze bestaat absoluut niet uit agenten van de VS of Israël, integendeel. De conservatieve hardliners verloren echter de controle over de protesten, wat duidelijk werd toen er leuzen werden geroepen tegen Khamenei en voor de val van het regime. De opgekropte woede onder de bevolking kwam naar buiten door de deur die door de conservatieven voor hun eigen belang op een kiertje werd gezet.
Een ander variant van dit standpunt is dat we te maken hebben met een oprechte beweging van de arbeiders, studenten en arme lagen van de bevolking, maar dat deze beweging niet succesvol tot een progressief eind gebracht kan worden. Omdat de arbeidersbeweging te zwak is en er geen revolutionair-socialistische massapartij is die de leiding kan nemen, zal de beweging onvermijdelijk gekaapt worden door pro-imperialistische elementen. Een nieuw Libië of Syrië zal het gevolg zijn. Om die reden zou het dan noodzakelijk zijn om deze beweging niet te steunen, maar om het Iraanse regime te steunen in haar onderdrukking van de protesten.
De angst voor een Libië- of Syrië-scenario kan inderdaad de bevolking van autoritaire staten tijdelijk terughouden. Nu is die angst echter overwonnen. De massa's zien geen alternatief. Mensen schreeuwen openlijk dat Khamenei een moordenaar is en verwijderen afbeeldingen van hem. Mensen raken in gevecht met de oproerpolitie. In plaats van te prediken dat de beweging onvermijdelijk gekaapt kan worden, is het de taak van socialisten en communisten in Iran om deel te nemen aan de beweging om deze een succes te maken en een nieuw Libië- of Syrië-scenario te vermijden.
De taak van de arbeidersbeweging in het Westen is om solidair te zijn met de Iraanse massa's, in het bijzonder met de vakbeweging en progressief-linkse partijen die tegen het regime strijden. Tegelijk moet elke buitenlandse inmenging verworpen worden, zij het door de VS, de Saudi's en Israël, of door de EU die zich als 'goedwillende liberale en democratische macht' zal presenteren.
De Westerse landen hebben de Iraanse bevolking de afgelopen jaren genoeg getroffen met sancties. Deze, plus de oorlogsdreiging vanuit een deel van de Amerikaanse heersende klasse, hebben het Iraanse theocratische regime enkel langer overeind gehouden.
Iran is een sleutelland in de regio. Een revolutionaire omverwerping van het regime zal de massa's in de rest van de regio weer nieuwe hoop geven.