De rellen die uitbraken in Baltimore zijn een volgende noot in het lied van de revolutie. Een lied dat langzaam begon maar waarvan de akkoorden zich steeds duidelijker vormen. Gewelddadige protesten zoals in Baltimore, maar bijvoorbeeld ook in Ferguson en de onrust in Engeland in 2011 zullen in de komende jaren naar verwachting alleen maar toenemen, zowel in frequentie als in intensiteit. Periodes van rust tussen protestgolven zullen korter worden, waardoor de buitenwereld een patroon zal ontdekken. Een patroon dat past binnen een globale context van klassenstrijd en niet langer losstaande incidenten. Niet dat het ooit losstaande incidenten waren, maar de rode draad wordt beter zichtbaar ook voor wie zich er eerder niet in verdiept heeft. Het ritme van de muziek wordt door steeds meer mensen gehoord.
Ferguson en Baltimore
Laten we terugkijken naar de gebeurtenissen in de Verenigde Staten. Op eerste gezicht lijken de rellen hier en de onrust in Engeland uit 2011 twee ongerelateerde kwesties. Het geïnstitutionaliseerde racisme van de Amerikaanse maatschappij was hier de directe aanleiding van de uitbarstingen van geweld jegens het politieapparaat. Maar de context is hetzelfde als de onvrede bij de Britse arbeidersklasse. De Afro-Amerikaanse gemeenschap in veel Amerikaanse staten is decennia lang in toom gehouden door een corrupt politiek systeem wat haar armste burgers uitgebuit heeft ter instandhouding van de rijke heersende klasse. De veelal blanke kapitalisten bedienen zich van racistische politiek waarbij negatieve sentimenten jegens de zwarte bevolking worden vastgehouden. Hierdoor wordt er een negatief beeld van deze groep zowel naar buiten toe alsmede een negatief zelfbeeld binnen de gemeenschap zelf gekoesterd. Dit is feitelijk verdeel-en-heers politiek, om te voorkomen dat men samen optrekt tegen de elite. Dit heeft geleid tot een ontvlambare situatie, waarbij een relatief klein voorval de sluisdeuren kon opentrekken. Na één van de vele racistische incidenten sloeg de vlam in de pan. De rellen die ontstonden na het doodschieten van Michael Brown in een verdacht incident met twee bewapende agenten, vielen op in hevigheid en met betrekking tot de rol van de oproerpolitie. Tegen een menigte van voornamelijk onbewapende burgers, werden eenheden ingezet met paramilitaire uitrusting en buitenproportioneel zware bewapening. Gemaskerde agenten in kogelvrije vesten en automatische wapens namen het op tegen relschoppers met stokken en stenen. Kort na de rellen werd er vanuit verschillende hoeken onderzoek gedaan naar de verschijningsvorm van de politiemacht. Al snel werd duidelijk dat in de jaren na de oorlog in Irak en Afghanistan, wapenleveranciers zochten naar een afzetmarkt. Grote aantallen militaire uitrustingen en wapentuig zijn op die manier bij de politie terechtgekomen. Hiermee heeft de elite een middel in handen waarmee de verdedigingslinie tegen een eventuele revolutie verstrekt wordt. De heersende klasse die zich staande hield door op grote schaal bevolkingsgroepen te onderdrukken en discrimineren heeft zichzelf in deze positie gemanoeuvreerd. Het heeft zich de overproductie aan wapentuig toegeëigend om protesten tegen die onderdrukking de kop in te drukken. De televisie en het internet scheppen een beeld waarin de onderdrukten de schurken zijn die zo roekeloos en gewelddadig zijn dat ze met militair machtsvertoon in toom gehouden moeten worden.
Mark Duggan
Er zijn een aantal opvallende gelijkenissen met de rellen in de VS en de onrust die in verschillende Engelse steden oplaaide in 2011, toen de zwarte Mark Duggan door de politie werd doodgeschoten. Ook toen werd het door de rechts-populistische lobby afgedaan als crimineel geweld en kregen de etnische minderheden binnen de Engelse arbeidersklasse de schuld. Ook in het Verenigd Koninkrijk zien we dat de media die onrust in beeld brengen als baldadig en apolitiek geweld. Saillant detail om even aan te stippen, zijn de recente ongeregeldheden na de verkiezingsoverwinning van de Conservatieven. Een gebeurtenis die niet door laf racisme opzij geschoven kon worden. Al waren dit (tot nu toe) akkefietjes op een veel kleinere schaal dan het geweld in de Verenigde Staten; het past binnen een context van maatschappelijke onrust. De overwinning van de Tories, een resultaat van zwakte aan de kant van Labour en een daar uit voort vloeiende verdeeldheid van de linkse stem, verergert de situatie die in 2011 al zo pijnlijk werd blootgelegd. Terwijl een zeer kleine groep rijken van het economisch herstel geniet, staan er voor de werkende klasse jaren vol bezuinigingen en afbraak voor de boeg.
Conclusie
“Geweld is de vroedvrouw van verandering”, zei Marx. En Martin Luther King sprak ooit de woorden “A riot is the voice of the unheard”. Ondanks de veroordelingen van de kleinzielige burgerij zijn de rellen een hard en duidelijk signaal van de armste lagen van de arbeidersklasse. Het is uiterst belangrijk dat hun opstand niet in deze fase blijft steken. Sporadisch geweld is funest wanneer de leiding en de coördinatie ontbreekt. Voor de gemarginaliseerde Afro-Amerikaanse gemeenschap in Baltimore en Ferguson is het veelal het enige beschikbare middel omdat hen de mond gesnoerd wordt door de blanke meerderheid. Maar juist hierbij moeten sympathisanten en vooral leiders uit hun midden hen de hand reiken en de woede zien te kanaliseren in concrete, constructieve acties richting verandering. De vakbeweging in de VS heeft een belangrijke rol hierin. Acties zowel op straat, in de media en het internet, als in alle lagen van de samenleving. Het is essentieel dat een sterk politiek programma hen hierbij een leidraad biedt om samen een vuist te maken. Alleen door solidariteit te tonen met alle onderdrukten en onder het leiderschap van een revolutionaire leiding, kunnen de protesten uitgroeien tot echte verandering.