Naarmate de COP21 klimaattop in Parijs naar zijn einde liep, klonken er triomfantelijke geluiden uit de coulissen die gretig door de media werden verspreid. Op zondag kwamen de zogenaamde wereldleiders unaniem met de blijde boodschap naar buiten: er zou een historisch klimaatakkoord bereikt zijn, met een bindend lange-termijnplan om een ecologisch catastrofe te vermijden. “Bingo”, zou je denken...
Hoewel de staatsleiders unaniem waren over het succes van de conferentie, was er toch ook wat wrevel merkbaar. Obama probeerde als eerste om met de eer te gaan lopen door te verklaren dat het akkoord bereikt was “door het Amerikaanse leiderschap”. De Franse president Hollande was er als de kippen bij om onmiddellijk te repliceren “dat het akkoord in Parijs getekend is”. Deze dwaze pogingen tot recuperatie tonen meteen waar het de wereldleiders echt om te doen was. Na de ervaring van 20 internationale klimaatconferenties die op niets uitdraaiden, was het geloof in de Obama’s van deze wereld dit keer erg klein. Dat vertaalde zich ook in de veel radicalere en enthousiasmerende slogan van de mobilisaties: “Verander het systeem, niet het klimaat”. Het opkrikken van hun publieke imago was voor de wereldleiders dan ook een halszaak geworden.
Alle triomfantelijke verklaringen konden echter de ware toedracht niet verbergen. Nog voor de inkt van de maandagochtendkranten droog was, rezen er al vragen over de levensvatbaarheid van het akkoord. Zo stelde ex-NASA expert James Hansen dat het “gewoon bullshit” is.
Hoewel de ronkende verklaringen heel anders deden uitschijnen, is het akkoord eigenlijk niets meer dan een verlenging van het Kyoto-akkoord. Voor alle duidelijkheid: dat akkoord werd niet gehaald en bleek onvoldoende ver te gaan. De wetenschappelijke limiet van 1,5 à 2°C klimaatopwarming wordt nu wereldwijd aanvaard, maar er is geen concreet internationaal plan om dit te verwezenlijken. Elk land moet apart een plan uitwerken. Op dit ogenblik zijn er al 160 van de 186 landen die een dergelijk plan hebben. Mochten deze plannen al uitgevoerd worden, dan nog zouden we bij een temperatuurstijging van 3° C blijven hangen.(The Economist, 12 december 2015)
Indien we de vraag stellen wie deze (onvoldoende) maatregelen dan zou moeten betalen, komen we al snel tot de conclusie dat de kapitalisten buiten schot zullen blijven. Het zal de werkende bevolking zijn die door milieubelastingen de grote bedrijven geld zal geven om groene technologie te implementeren. Lees: meer besparingen voor de werkende klasse, meer winsten voor de kapitalisten.
Wat de COP21 eigenlijk aantoont, zijn de limieten en beperkingen van het kapitalistische systeem om dit probleem aan te pakken. Het akkoord aanvaardt het status quo, de macht van de winstbelangen van de kapitalisten, alhoewel het zich ook bewust is van de groeiende afkeer voor het kapitalistische systeem onder de wereldbevolking.
Voor de 21ste keer heeft het kapitalistische systeem en haar politieke vertegenwoordigers aangetoond dat ze totaal niet in staat zijn om de wereldproblemen aan te pakken. Het ligt niet aan de politieke wil, maar aan de economische wetten en logica. Alleen door het vervangen van de kapitalistische wetmatigheden, de concurrentie, de winst en het privé eigendom door een democratische, rationele en socialistische planning van de productie kunnen we de milieuproblematiek met het noodzakelijke sérieux aanpakken.
Te midden van de hypocriete vieringen in Parijs , moeten we de confronterende waarheid vertellen : de enige manier om de leefbare toekomst van onze planeet te garanderen is door een einde te maken aan het kapitalistische systeem.